ECLI:NL:OGHACMB:2010:BO3004

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
12 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
KG 180/06 – H 92/10
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep kort geding inzake welstandsbepalingen in contracten

In deze zaak, die voorligt bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, betreft het een hoger beroep in kort geding met zaaknummer KG 180/06 – H 92/10. De uitspraak vond plaats op 12 oktober 2010. De appellant, een vereniging gevestigd in Sint Maarten, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerder vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten. De appellant, vertegenwoordigd door mr. S.J. Fox, was oorspronkelijk gedaagde en opposant, terwijl de tegenpartij, de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging ASSOCIATION CORAL SHORE I, vertegenwoordigd door mr. M.M. Hofman-Ruigrok, oorspronkelijk eiseres en geopposeerde was.

Het Hof verwijst naar een eerder oordeel over de uitleg van welstandsbepalingen in contracten, gegeven in een vonnis van 1 februari 2002. Het Hof stelt dat de contracten zo moeten worden uitgelegd dat zij ten behoeve van andere rechthebbenden een derdenbeding bevatten, waardoor deze rechthebbenden in rechte nakoming van de gebruiksbeperkende bepalingen kunnen verlangen. Het Hof oordeelt dat de tegenpartij groot belang heeft bij de naleving van deze bepalingen, die van invloed zijn op het leefklimaat in de wijk, en dat er geen reden is om te concluderen dat de rechter de gevolgen van de overeenkomst zou moeten wijzigen of ontbinden.

De uitspraak van het Hof houdt in dat er een plaatsopneming en bezichtiging ter plaatse van de woning van de appellant zal plaatsvinden, en dat iedere verdere beslissing wordt aangehouden. De plaatsopneming is gepland op 3 november 2010. Het Hof heeft behoefte aan deze bezichtiging om de situatie ter plaatse te kunnen beoordelen, en de verdere procedure zal afhankelijk zijn van de uitkomsten van deze plaatsopneming.

Uitspraak

ZAAKNR.: KG 180/06 – H 92/10
UITSPRAAK: 12 oktober 2010 (bij vervroeging)
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
tussenvonnis in kort geding in de zaak van:
[appellant],
wonend in Sint Maarten,
oorspronkelijk gedaagde en opposant, thans appellant,
gemachtigde: mr. S.J. Fox,
tegen
de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging ASSOCIATION CORAL SHORE I,
gevestigd in Sint Maarten,
oorspronkelijk eiseres en geopposeerde, thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. M.M. Hofman-Ruigrok.
Partijen worden hierna aangeduid als enerzijds [appellant] en anderzijds ACS.
Het verloop van de procedure
1.1. Voor hetgeen in eerste aanleg is gesteld en gevorderd, voor de procesgang aldaar en voor de overwegingen en beslissingen van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten (GEA), wordt verwezen naar het tussen partijen in de zaak met KG nummer 180 van 2006 gewezen en op 10 november 2006 uitgesproken verstekvonnis, het op 17 augustus 2007 uitgesproken vonnis in verzet, vernietigd door het vonnis van het Hof van 8 mei 2009 (H 315/08), en het op 16 oktober 2009 uitgesproken vonnis in verzet. De inhoud van die vonnissen geldt als hier ingevoegd.
1.2. [appellant] is bij akte van hoger beroep, ingekomen op 6 november 2009 in hoger beroep gekomen van voornoemd vonnis in verzet van 16 oktober 2009. In een op 27 november 2009 ingediende memorie van grieven, met producties, heeft hij zijn hoger beroep toegelicht en geconcludeerd kennelijk dat het Hof het bestreden vonnis vernietigt en ACS niet-ontvankelijk verklaart in haar vordering dan wel haar die ontzegt, met veroordeling van ACS in de kosten van beide instanties.
1.3. ACS heeft in een memorie van antwoord het hoger beroep van [appellant] bestreden en geconcludeerd dat het Hof het bestreden vonnis zal bevestigen, met veroordeling van [appellant] in de kosten van de procedure.
1.4. Op 1 oktober 2010, de voor schriftelijk pleidooi bepaalde dag, hebben de gemachtigden van partijen pleitnotities overgelegd.
1.5. Partijen hebben vonnis gevraagd waarvan de uitspraak bij vervroeging is bepaald op heden.
2. De grieven
Voor de grieven wordt verwezen naar de memorie van grieven.
3. Waarvan in hoger beroep moet worden uitgegaan
Het GEA heeft onder 2 van het bestreden vonnis feiten vastgesteld. Deze vaststelling is niet in geschil en ook het Hof zal ervan uitgaan.
4. Beoordeling
4.1. Het Hof stelt voorop dat het, wat betreft welstandsbepalingen, in beginsel vast houdt aan het oordeel, gegeven in zijn vonnis van 1 februari 2002, AR KG 78/01 – H. 321/01 in de Sint Maartense zaak <i>Kashmir Investment v. Hermanides c.s.</i>:
3.3. Gelet op de onderlinge samenhang der contracten, de omstandigheid dat de bepalingen mede – en in met de tijd toenemende mate – zijn opgenomen met het oog op de belangen van de andere rechthebbenden en het vertrouwen op naleving dat deze rechthebbenden aan het samenstel van contracten mochten ontlenen, moeten de contracten naar hun aard en de eisen van redelijkheid en billijkheid zo worden uitgelegd, dat zij ten behoeve van andere rechthebbenden een derdenbeding bevatten, in die zin dat deze in rechte nakoming van de gebruiksbeperkende bepalingen kunnen verlangen.
3.4. Hermanides c.s. hebben groot belang bij naleving van die gebruiksbeperkende bepalingen – die direct van invloed zijn op het leefklimaat in de wijk – ook al is in het verleden niet in alle gevallen tegen overtreding opgetreden en ook al zijn de bepalingen 33 jaar oud. Hermanides c.s. hebben hun rechten dienaangaande niet verwerkt. Ook anderszins is een beroep op naleving van de gebruiksbeperkende bepalingen niet onaanvaardbaar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid.
3.5. Niet is aannemelijk geworden dat de rechter wegens onvoorziene omstandigheden de gevolgen van de overeenkomst(en), bevattende de gebruiksbeperkende bepalingen, dient te wijzigen of de overeenkomst(en) geheel of gedeeltelijk dient te ontbinden, als bedoeld in artikel 6:258 BW.
3.6. Ook voor toepassing van artikel 6:259 BW is onvoldoende aanleiding.
3.7. (…).
3.8. Ten overvloede geldt dat, zo de gebruiksbeperkende bepalingen niet (tevens) als derdenbeding zouden moeten worden beschouwd, jegens Hermanides c.s. door Kashmir onrechtmatig wordt gehandeld door de onderhavige bouwwerkzaamheden, alle omstandigheden van het geval – inclusief dat aan Kashmir van overheidswege vergunning is verleend – in aanmerking genomen. Ook in het kader van de onrechtmatige daad hebben Hermanides c.s. voldoende belang bij de verhindering van een verdere substantiële teruggang in het woonklimaat te Beacon Hill. Hetgeen hiervoor ten aanzien van de contractuele nakomingsvordering is overwogen is <i>mutatis mutandis</i> van toepassing. (…).
4.2. Het Hof heeft behoefte aan een plaatsopneming en bezichtiging ter plaatse van de woning van [appellant]. De descente zal tevens dienen als comparitie van partijen.
4.3. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
5. Beslissing
Het Hof:
- gelast een plaatsopneming en bezichtiging, tevens comparitie van partijen, ter plaatse van de woning van [appellant], [adres], Sint Maarten;
- bepaalt dat de plaatsbezichtiging en bezichtiging zal plaatsvinden op woensdag 3 november 2010, om 15.30 uur;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mrs. J. de Boer, J.R. Sijmonsma en P.E. de Kort, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, en ter openbare terechtzitting van 12 oktober 2010 in Curaçao uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.