ECLI:NL:OGEANA:2009:BK5203
Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de vordering tot afdracht van ingehouden bedragen door Don Andres N.V.
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen op 25 november 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap Island Finance (Bonaire) N.V. en de naamloze vennootschap Don Andres N.V. Het geschil betreft de vraag of Don Andres verplicht was om bedragen in te houden op het loon van een derde-beslagene, [C.S.F.], en deze bedragen af te dragen aan Island Finance. Island Finance had op 22 oktober 2008 een verzoek ingediend, maar het Gerecht oordeelde dat zij de wettelijke termijn van twee maanden, zoals bepaald in artikel 477a lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), had overschreden. De verklaring van Don Andres was op 17 juli 2008 afgelegd, en Island Finance had niet tijdig actie ondernomen om haar vordering in te dienen. Het Gerecht concludeerde dat er geen omstandigheden waren die de niet-ontvankelijkheid van Island Finance konden rechtvaardigen, en verklaarde haar verzoek niet-ontvankelijk.
Het Gerecht oordeelde verder dat Island Finance als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moest worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Don Andres werden begroot op NAƒ800,00 aan salaris voor de gemachtigde. Dit vonnis is uitgesproken door mr. F.J.P. Veenhof in aanwezigheid van de griffier op de openbare terechtzitting van 25 november 2009.