ECLI:NL:OGEANA:2009:BK5200
Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Toestemming beëindiging huurovereenkomst tussen Bonaire Harborside N.V. en Verboom’s Ice Paradise N.V.
In deze zaak verzoekt Bonaire Harborside N.V. (hierna: BHS) toestemming om de huurovereenkomst met Verboom’s Ice Paradise N.V. (hierna: Verboom’s Ice Paradise) per 31 december 2013 te beëindigen. De vordering van BHS wordt afgewezen door het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen. De einddatum van de huurovereenkomst is al vastgelegd in de overeenkomst zelf, en het is te vroeg om nu al een uitspraak te doen, omdat dit de rechten van de huurder zou schaden onder de Huurcommissieregeling.
De zaak betreft een huurcontract dat op 1 januari 2004 inging voor een periode van vijf jaar, met een optie tot verlenging. BHS heeft eerder een verzoek ingediend om de huurovereenkomst per 31 december 2008 te beëindigen, wat door het Gerecht werd afgewezen. De huurperiode is inmiddels met vijf jaar verlengd, en BHS wil nu opnieuw de beëindiging van de huurovereenkomst aanvragen.
Verboom’s Ice Paradise heeft het verzoek van BHS gemotiveerd bestreden en stelt dat het te vroeg is om een uitspraak te doen over de beëindiging van de huurovereenkomst. Het Gerecht oordeelt dat het verzoek van BHS moet worden afgewezen, omdat het verzoek niet in overeenstemming is met de Huurcommissieregeling en de rechten van Verboom’s Ice Paradise in het geding zijn. Het Gerecht wijst ook het verzoek van Verboom’s Ice Paradise om schadevergoeding voor juridische kosten toe, en veroordeelt BHS in de proceskosten.
De beslissing van het Gerecht is dat het verzoek in conventie wordt afgewezen, terwijl in reconventie BHS wordt veroordeeld tot betaling van NAƒ840,00 aan Verboom’s Ice Paradise voor juridische kosten. De proceskosten aan de zijde van Verboom’s Ice Paradise worden begroot op nihil, aangezien zij zich niet door een professionele gemachtigde hebben laten bijstaan.