ECLI:NL:OGEANA:2009:BK1518

Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen

Datum uitspraak
16 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
KG 159/2009
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevel tot heropening van de Seaman's Club na onterecht gesloten bestuursdwang

In deze zaak hebben eiseressen, RICHBENZWAN N.V. en PEMOL ENTERPRISES N.V., een kort geding aangespannen tegen de openbare rechtspersoon HET EILANDGEBIED SINT MAARTEN. De zaak betreft de sluiting van de Seaman's Club, een adult entertainment center, door de politie wegens het ontbreken van een geldige vergunning op het juiste adres. Eiseressen hebben hun bedrijf sinds 1965 geëxploiteerd en hebben een verzoek ingediend om de vergunningen te wijzigen naar het nieuwe adres. De politie heeft op 9 oktober 2009 een controle uitgevoerd en de club gesloten, omdat er geen vergunning voor het nieuwe adres was. Eiseressen betogen dat de sluiting onrechtmatig is, omdat er geen besluit van het Bestuurscollege ten grondslag ligt aan de sluiting, zoals vereist door de Vergunningenlandsverordening.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen heeft op 16 oktober 2009 geoordeeld dat de sluiting van de Seaman's Club geen deugdelijke juridische grondslag heeft. Het Gerecht heeft gedaagde bevolen om te gehengen en te gedogen dat eiseressen de club met onmiddellijke ingang weer openstellen, zolang er geen rechtsgeldig bestuursdwangbesluit bestaat. Tevens is gedaagde veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van US$ 25.000,-- per dag indien niet aan het bevel wordt voldaan. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De uitspraak benadrukt het belang van een rechtsgeldige basis voor bestuursdwang en de noodzaak voor overheidsinstanties om zorgvuldig om te gaan met hun bevoegdheden. De zaak illustreert ook de juridische bescherming van ondernemers tegen onterecht genomen besluiten door de overheid.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN
zittingsplaats Sint Maarten
Zaaknummer: KG 159/2009
Datum: 16 oktober 2009
Vonnisnr.
KORT GEDING
VONNIS
In de zaak van:
1. de naamloze vennootschap RICHBENZWAN N.V.,
2. de naamloze vennootschap PEMOL ENTERPRISES N.V.,
gevestigd te Sint Maarten,
eiseressen,
gemachtigde: mr. R. Zwanikken,
tegen:
de openbare rechtspersoon HET EILANDGEBIED SINT MAARTEN,
zetelende in Philipsburg,
gedaagde,
gemachtigde: mr. R.F. Gibson jr.
1. Het verloop van de procedure.
Eiseressen hebben op 13 oktober 2009 ter griffie van het Gerecht in eerste aanleg alhier een verzoekschrift (met producties) ingediend.
Bij brief van 15 oktober 2009 hebben eiseressen het Gerecht enige produkties doen toekomen alsmede een akte houdende wijziging van eis. Bij brief van heden heeft gedaagde het Gerecht enige producties doen toekomen.
Mondelinge behandeling van het verzoekschrift heeft plaatsgevonden ter terechtzitting van heden. Partijen zijn, deugdelijk vertegenwoordigd, verschenen.
De beide gemachtigden hebben pleitnotities voorgedragen en overgelegd.
Het Gerecht heeft direct het volgende vonnis gewezen.
2. Het geschil.
Eiseressen hebben het Gerecht verzocht om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
<i><u>“Primair:</u>
1. Gedaagde te bevelen om te gehengen en te gedogen dat eisers de Seaman’s Club met onmiddellijke ingang weer openstellen voor hun clientèle;
2. Gedaagde te verbieden wederom bestuursdwangmaatregelen, strekkende tot sluiting van de club jegens eisers te nemen;
3. Te bepalen dat deze voorlopige voorziening gedurende een periode van 4 maanden, althans gedurende een door uw Gerecht in goede justitie te bepalen termijn van kracht zal zijn, alsmede dat de voorlopige voorziening in ieder geval van kracht zal zijn totdat gedaagde een beschikking heeft genomen op het verzoek van eisers om de adreswijziging in de vergunningen te formaliseren/goed te keuren (derhalve ook indien gedaagde langer dan 4 maanden over deze besluitvorming zou doen).
4. Gedaagde te veroordelen tot het betalen van een dwangsom aan eisers van US$ 25.000,-- per dag of gedeelte daarvan dat gedaagde geheel of gedeeltelijk in gebreke mocht blijven aan de uitspraak sub 1 te voldoen.
<u>Subsidiair:</u>
Gedaagde te bevelen de bestuursdwangmaatregel binnen 2 dagen na het in deze te wijzen vonnis op schrift te stellen onder verwijzing naar de bepalingen die beweerdelijk zouden zijn overtreden.
<u>Meer subsidiair:</u>
Een zodanige voorziening te treffen als UEA in goede justitie zal vermenen te behoren;
<u>Zowel primair als subsidiair en meer subsidiair:</u> kosten rechtens.</i>
Gedaagde heeft verweer gevoerd.
3. De beoordeling van het geschil.
3.1 De volgende feiten staan vast.
- Eiseressen exploiteren sedert 1965 een adult entertainment center, lokaal bekend onder de naam Seaman’s club (ook wel Japanese club). Eiseressen zijn in verband met deze activiteit houders van vergunningen op grond van de Vergunningenlandsverordening en de Vestigingsregeling bedrijven.
- Eiseressen hebben hun bedrijf tot 1 juli 2009 uitgeoefend aan het adres [adres] alhier. Bij beschikking van 21 november 2008, kenbaar gemaakt op 1 februari 2009, heeft de Huurcommissie aan de verhuurder van het bedrijfspand [adres] toestemming gegeven de huur van het pand op te zeggen.
- Sedert juli 2009 exploiteren eiseressen de Seaman’s club op het adres [adres]. Het thans gehuurde bedrijfspand was voorheen in gebruik als hotel/entertainment center met als naam (in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel) Hypnotic Hotel & Entertainment N.V.
- Op 23 september 2009 (volgens eiseressen zelfs eerder) hebben eiseressen zich tot het Bestuurscollege van het eilandgebied Sint Maarten gewend met verzoek de verleende vergunningen te wijzigen aldus dat het adres waar de Seaman’s club is gevestigd wordt gewijzigd.
- Op vrijdag 9 oktober 2009 heeft de politie, in samenwerking met het Vrijwilligerskorps Sint Maarten, een aantal horecagelegenheden gecontroleerd op onder andere de aanwezigheid van geldige vergunningen. Ook de Seaman’s club is bezocht. In het op 13 oktober 2009 ter zake de controle van de Seaman’s club gemaakte proces-verbaal is het volgende te lezen:
<i>“Ik, rapporteur verzocht de personen die aldaar terplaatse waren om de vergunningehouder ter plaatse te laten komen om het een en ander te laten uitleggen
Na ongeveer een uur te hebben staan wachten, zonder dat er iemand die verantwoordelijk was voor het bedrijven van deze zaak ter plaatse was verschenen, heb ik, rapporteur besloten de zaak te laten sluiten en de eigenaren verzocht naar de Politiewacht te komen om het een en ander verder te onderzoeken.
Doch er was niemand tot heden komen opdagen, welk mij dwingt om deze zaak gesloten te laten en deze ter beslissing over te laten aan het bestuurscollege.”</i>
- Vanaf 9 oktober 2009 tot heden is de Seaman’s club gesloten gebleven.
- De aanvraag wijziging vergunningen is nog in behandeling. Inmiddels zijn enige ambtelijke adviezen ontvangen.
3.2 Aan de vordering van eiseressen liggen -kort samengevat- de volgende stellingen ten grondslag. Uit het hiervoor in 3.2 genoemde proces-verbaal volgt dat eiseressen wordt verweten artikel 38 van de Vergunningenlandsverordening te hebben overtreden. Mede gelet op het bepaalde in artikel 40, lid 2 en de strafbepalingen in de Vergunningenlandsverordening geeft overtreding van artikel 38 van de Vergunningenlandsverordening gedaagde niet het recht om tot sluiting over te gaan. Hetzelfde geldt voor wat betreft overtreding van de Vestigingsregeling Bedrijven. In artikel 15 van de Vestigingsregeling bedrijven is bepaald dat het Bestuurscollege een zaak doet sluiten die zonder vergunning wordt gedreven. In casu is hiervan geen sprake. Hoogstens kan gesteld worden dat er sprake is van een imperfecte vergunning. Sluiting van een lokaliteit zonder dat daarvoor een wettelijke basis bestaat is, aldus eiseressen, zonder meer onrechtmatig jegens eiseressen. Nog afgezien van het ontbreken van een wettelijke grondslag voor de toegepaste bestuursdwang is met de sluiting van de Seaman’s club gehandeld in strijd met het zorgvuldigheidsbeginssel, het evenredigheidsbeginsel, het verbod van willekeur en het gelijkheidsbeginsel. Meer in het bijzonder wijzen eiseressen er op dat gedaagde niet de vereiste proportionaliteit in acht heeft genomen.
3.3 Gedaagde heeft verweer gevoerd. Voor zover nodig wordt hierna op dit verweer ingegaan.
3.4 Het Gerecht overweegt het volgende. In deze procedure staat als onweersproken vast dat eiseressen weliswaar in het bezit zijn van de vereiste vergunningen voor het uitoefenen van een bedrijf (de Seaman’s club) doch zulks voor het adres [adres] en niet voor het adres [adres]. Naar het voorlopig oordeel van het Gerecht betekent dit dat eiseressen hun bedrijf thans uitoefenen zonder geldige vergunningen. Hiermee overtreden eiseressen artikel 2 van de Vestigingsregeling bedrijven en de bepalingen van de Vergunningenlandsverordening. In beide verordeningen wordt overtreding van de bepalingen van de verordeningen strafbaar gesteld. Sluiting van de betreffende lokaliteit is geregeld in artikel 15 van de Vestigingsregeling Bedrijven (<i>Het Bestuurscollege doet een zaak sluiten, welke zonder vergunning gedreven wordt</i>) en in artikel 56 van de Vergunningenlandsverordening (<i>Op grond van buitengewone omstandigheden, welke gevaar kunnen opleveren voor de openbare orde en rust en de goede zeden, kan bij besluit van het bestuurscollege, het Plaatselijk Hoofd van de Politie gehoord, voor een bepaalde tijd voor het gehele eilandgebied of voor een gedeelte daarvan de verkoop, de aflevering en de verstrekking van sterke drank of zwak-alcoholische drank in lokaliteiten worden verboden, dan wel sluiting van alle genoemde of een of meer bij deze beschikking te noemen lokaliteiten, worden bevolen</i>). Aan het besluit om de Seaman’s Club te sluiten zolang de vergunningen “niet in orde zijn” dient derhalve een besluit van het Bestuurscollege van het Eilandgebied Sint Maarten ten grondslag te liggen. Gesteld noch gebleken is dat een besluit als hier bedoeld bestaat. Ter terechtzitting van heden heeft gedaagde voor de sluiting van de Seaman’s club nog gewezen op de algemene politiekeur voor het eiland Sint Maarten. Tevergeefs ook in de algemene politiekeur is niet te lezen dat opsporingsambtenaren de bevoegdheid toekomen een horecagelegenheid/entertainment center te sluiten indien aan de vergunningen gebreken kleven. De sluiting van de Seaman’s club op 9 oktober 2009 mist derhalve een deugdelijke juridische grondslag en daarin ziet het Gerecht aanleiding de volgende voorziening te treffen.
3.5 Al hetgeen verder is aangevoerd, met name de gestelde disproportionaliteit, zal het Gerecht niet bespreken zulks teneinde bij een eventueel wel rechtsgeldig bestuursdwangbesluit de alsdan mogelijk te adiëren rechter niet “voor de voeten te lopen.” Ter voorlichting van partijen merkt het Gerecht op dat indien spoedig na dit kort geding het Bestuurscollege van het eilandgebied Sint Maarten een besluit tot toepassen bestuursdwang neemt en eiseressen daartegen ageren (Lar-voorziening of kort geding) een behandeling op korte termijn zal plaatsvinden.
3.6 Als de in het ongelijk gestelde partij wordt gedaagde veroordeeld in de kosten van deze procedure.
4. De beslissing.
Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
beveelt gedaagde om te gehengen en te gedogen dat eiseressen de Seaman’s club (aan het adres [adres]) met onmiddellijke ingang weer openstellen, althans zolang er geen rechtsgeldig bestuursdwangbesluit bestaat;
bepaalt dat gedaagde een dwangsom verbeurt van US$ 25.000,-- per dag of een gedeelte van een dag dat zij nalaat aan voornoemd bevel gevolg te geven;
veroordeelt gedaagde in de kosten van deze procedure, deze voor zover gerezen aan de zijde van eiseressen en tot op heden begroot op NAF 450,-- griffierecht, de kosten van het oproepingsexploit en NAF 1.000,-- aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.W.J. van Veen, rechter in het Gerecht in eerste aanleg te Sint Maarten, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier op 16 oktober 2009.