Registratienummers: EJ D 42/2007
Beschikking no.: 779 van 2007
Datum beslissing: 12 november 2007
HET GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN
ZITTINGSPLAATS CURACAO
BESCHIKKING
in de zaak van:
[C.S.],
geboren te Helmond, Nederland, op [datum] 1983,
wonende op Curaçao,
verweerster,
verschenen in persoon.
<u>Het verloop van de procedures</u>
Verzoekster [moeder] heeft ter griffie een verzoekschrift ingediend. Het verzoekschrift is ter zitting van heden behandeld. Verzoekster en verweerster zijn verschenen, alsmede verweersters broer [broer].
Verzoekster is de moeder van verweerster. Verzoekster stelt dat zij zich genoodzaakt ziet de ondercuratelestelling van haar dochter te verzoeken, met dwangopname ter verpleging in Brasami, omdat haar dochter, kort gezegd, verslaafd is aan drugs en dat voldaan is aan de voorwaarden gesteld in artikel 1:378 lid 1 onder c van het Burgerlijk Wetboek (BW).
<u>De beoordeling van het verzoek</u>
1. Artikel 1:378 lid 1 onder c BW bepaalt onder meer dat iemand onder curatele kan worden gesteld indien hij door drank- of drugsmisbruik zijn belangen niet behoorlijk waarneemt, in het openbaar herhaaldelijk aanstoot geeft of de eigen veiligheid in gevaar brengt. Artikel 1:387 lid 1 BW bepaalt onder meer het volgende:
<small>“De rechter in eerste aanleg heeft mede het vermogen om de persoon die uit hoofde van gewoonte van drankmisbruik dan wel gewoonte van misbruik van verdovende of stimulerende middelen onder curatele is gesteld, hetzij gelijk met deze voorziening, hetzij daarna, uiterlijk voor één jaar, doch, zo nodig, telkens uiterlijk voor één jaar te verlengen, ter verpleging in een inrichting te doen plaatsen, wanneer blijkt dat hij in het openbaar herhaaldelijk aanstoot geeft of eigen veiligheid of die van anderen in gevaar brengt.” </small>
2. Op grond van hetgeen in het verzoekschrift en ter zitting naar voren is gebracht, is het Gerecht van oordeel dat verweerster op grond van drugsmisbuik onder curatele dient te worden gesteld en dat haar onmiddellijke dwangopname ter verpleging noodzakelijk is. Ook verweerster zelf heeft te kennen gegeven, samengevat, dat het zo niet langer kan.
3. De vraag is thans waar de dwangopname moet geschieden.
4. De wettelijke mogelijkheid van ondercuratelestelling met dwangopname van drugsverslaafden dateert van 1995 (PB 1995, 63). Vervolgens zijn (uitsluitend) Brasami en de Caprileskliniek aangewezen als inrichtingen waarin dwangopname kan plaatsvinden (PB 1997/164 en PB 1999/51). Sinds 1995 zijn op Curaçao circa 500 verslaafden onder curatele gesteld met gedwongen opname.
5. Het aantal plaatsen voor dwangopname van verslaafden op Curaçao (de Nederlandse Antillen) is beperkt, te weten 40 bij Brasami en 20 (bedoeld voor drugsverslaafden met psychiatrische stoornissen) in de afdeling Pico Plata van de Caprileskliniek. Bij de totstandkoming van de betreffende wetswijziging was sprake van een veel grotere capaciteit (263 plaatsen) voor dwangopname van verslaafden dan de 60 thans beschikbare plaatsen, zoals moge blijken uit de volgende passage uit de parlementaire stukken (Staten van de Nederlandse Antillen, zittingsjaar 1994-1995, 1716, no.5):
<small>“In antwoord op de vraag van de MAN-fractie en de PNP-fractie hoeveel verpleegtehuizen op de verschillende eilanden zullen worden aangewezen en wat de totale beddencapaciteit zal zijn merken ondergetekenden op dat er plannen bestaan om in Curaçao drie nieuwe centra te openen met een totale maximum capaciteit van 204 slaapplaatsen. Sanatorio zal maximaal 80 plaatsen hebben, Chinco 64 en Yabi di libertat 60. Op langere termijn zullen er mogelijk op Bonaire 17 en op Sint Maarten 22 plaatsen worden gecreëerd. In dit verband kan er tevens op gewezen worden dat in de Caprileskliniek de laatste hand wordt gelegd aan de inrichting van voorzieningen voor maximaal 20 drugsverslaafden met psychiatrische stoornissen.”</small>
6. Bij de toewijzing van de beschikbaar komende plaatsen dient in praktijk, gelet op de grote vraag en het schaarse aanbod, noodgedwongen een selectie plaats te vinden. Hiervoor zou te rade kunnen worden gegaan bij de Multidisciplinaire Raad voor de Verslavingszorg, in het leven geroepen bij Landsbesluit van 15 april 1997 (PB 1997, 120), ware het niet dat die raad voor zover het Gerecht bekend zijn werkzaamheden nog niet heeft aangevangen. Het zijn tot dusver veelal de medewerkers van Brasami, de Caprileskliniek en FMA die de rechter in zaken als de onderhavige van advies dienen, hetgeen tot dusver overigens geen aanleiding heeft gegeven tot klachten.
7. Een voor het Gerecht niet goed te verklaren kenmerk van de praktijk van de dwangopname sinds 1995 is echter dat het louter een “faciliteit” voor mannelijke drugsverslaafden betreft. Voor vrouwelijke drugsverslaafden zijn, behoudens twee plaatsen voor psychiatrische patiënten op de Afdeling Pico Plata van de Caprileskliniek, geen mogelijkheden voor dwangopname. De met dat doel enkele jaren terug in operationele staat opgeleverde rechtervleugel van het voormalige Sanatorium te Otrabanda (naast Brasami) is wegens gebrek aan middelen voor personeel niet in gebruik genomen en doet sinds kort dienst als gesloten dependance van het GOG. Drugsverslaafde vrouwen voor wie de op Curaçao aanwezige open hulpcentra (zoals Opvangcentrum Nos Te’i Pa Otro te Tera Kora) een te vrijblijvend regime hebben, kunnen in praktijk dus niet gedwongen worden verpleegd. Een aantal van hen is in het verleden door familieleden overgebracht naar afkickcentra in het buitenland, veelal de Verenigde Staten of de Dominicaanse Republiek, maar dat is uiteraard (alleen al in financieel opzicht) niet voor iedereen weggelegd. Naar het Gerecht van Brasami en Nos Te’i Pa Otro heeft begrepen zijn er op Curaçao momenteel meer dan 100 problematisch drugsverslaafde vrouwen voor wie hulp op vrijwillige basis niet toereikend is en voor wie dwangopname noodzakelijk zou zijn.
8. Zoals gezegd ziet het Gerecht niet in waarom vrouwen wat de dwangopname betreft buitengesloten zouden moeten of mogen worden. De wettelijke regeling van ondercuratelestelling en dwangopname is, vanzelfsprekend, niet tot mannen beperkt. Evenmin is in de landsbesluiten waarbij Brasami en de Caprileskliniek zijn aangewezen als dwangopname-inrichtingen bepaald dat aldaar uitsluitend mannelijke verslaafden opgenomen kunnen worden. Evenals de Caprileskliniek reeds heeft gedaan (voor psychiatrische patiënten met drugsverslaving) dient ook Brasami naar het oordeel van het Gerecht plaatsen beschikbaar te stellen voor vrouwen. Dit geldt in ieder geval zolang de huidige situatie voortduurt dat Brasami de enige inrichting is op Curaçao voor dwangopname van drugsverslaafden zonder psychiatrische stoornissen. Als “monopolist” kan Brasami naar het oordeel van het Gerecht cliënten niet weigeren omdat zij vrouw zijn.
9. Brasami heeft bij monde van haar directeur [P.]o en maatschappelijk werker [L.] desgevraagd gezegd dat bij de medewerkers van Brasami zonder meer de bereidheid bestaat plaatsen gereed te maken voor verweerster en ander vrouwen en om hun verpleging op zich te nemen. Ter zitting is voorts gebleken dat Nos Te’i Pa Otro, ter zitting vertegenwoordigd door mevrouw [J.], bereid is verweerster na haar periode van detoxificatie op een nader in te vullen wijze en in samenspraak met Brasami te laten deelnemen aan de (vrouwen)programma’s van Nos Te’i Pa Otro. Namens Brasami is bij dit alles wel de kanttekening gemaakt dat de afdeling waar de opvang van verweerster en andere vrouwen zou moeten plaatsvinden reeds jaren leeg staat en opgeknapt moet worden en dat ook verder maatregelen moeten worden getroffen om de opname van verweerster en andere vrouwen ordentelijk te kunnen laten verlopen. Ook mevrouw [J] heeft benadrukt dat de verpleging van een gemengde populatie specifieke problemen met zich brengt en dat vrouwen een andersoortige begeleiding behoeven dan mannen. Het Gerecht neemt dit alles zonder meer aan, maar een en ander laat onverlet dat ook vrouwen, zogezegd, recht hebben op dwangopname.
10. Gelet op het voorgaande zal de hierna volgende beslissing worden genomen.
stelt onder curatele verweerster [C.S.], geboren te Helmond, Nederland, op [datum] 1983.
benoemt tot curator [moeder], geboren op [datum] 1952, wonende op Curaçao.
bepaalt dat deze beschikking door verzoekster zal worden geplaatst in “de Curaçaosche Courant” en in de “Extra” en “Amigoe”.
beveelt de plaatsing ter verpleging van verweerster in Brasami voor de duur van 12 maanden, te rekenen vanaf de dag van feitelijke opname, met mogelijkheid van verlenging.
verklaart dit bevel uitvoerbaar bij voorraad.
bepaalt, voor zover verweerster zich niet vrijwillig naar Brasami begeeft of daar niet vrijwillig naar terugkeert, dat het Openbaar Ministerie verweerster daarheen zal overbrengen.
bepaalt dat op een nader te bepalen vervolgzitting door het bestuur van Brasami zal worden gerapporteerd over de verpleging van verweerster tot op dat moment.
Deze beschikking is gegeven door mr P.E. de Kort, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 november 2007, in aanwezigheid van de griffier C.R. Cannister.
w.g. C.R. Cannister w.g. P.E. de Kort
VOOR AFSCHRIFT:
De griffier van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao.