ECLI:NL:OGEANA:2005:1

Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen

Datum uitspraak
24 januari 2005
Publicatiedatum
30 oktober 2023
Zaaknummer
A.R. 275 van 2004
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. Zandbergen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Executie van herzieningsbesluit door de gemeente Amsterdam in het Koninkrijk der Nederlanden

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen op 24 januari 2005, stond de gemeente Amsterdam als eiseres in conventie tegenover een gedaagde die in reconventie optrad. De gemeente vorderde een verklaring voor recht dat de grosse van een herzieningsbesluit, genomen op 3 maart 2004, binnen de Nederlandse Antillen directe gelding had en dat executoriale maatregelen konden worden genomen. Dit besluit betrof de herziening van bijstandsverlening aan de gedaagde over de periode van 25 oktober 1999 tot en met 31 december 2003, wegens schending van de wettelijke inlichtingenverplichting. Tevens was er conservatoir beslag gelegd op een perceel grond in Curaçao.

De rechtbank oordeelde dat de grosse van de herzieningsbeschikking niet kan worden aangemerkt als een executoriale titel in de zin van artikel 40 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. De gemeente Amsterdam had niet aangetoond dat de grosse van de herzieningsbeschikking een rechterlijk vonnis of authentieke akte was, waardoor deze niet ten uitvoer kon worden gelegd. De rechtbank bevestigde dat de herzieningsbeslissing formele rechtskracht had, en dat er geen plaats was voor toetsing door de Antilliaanse burgerlijke rechter.

In reconventie vorderde de gedaagde de opheffing van het gelegde beslag, maar deze vordering werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de subsidiaire vordering van de gemeente Amsterdam, tot betaling van de ten onrechte verleende bijstand, toewijsbaar was. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van een bedrag van Euro 25.741,41, vermeerderd met incassokosten. De kosten van de procedure werden eveneens aan de gedaagde opgelegd, terwijl de reconventionele vordering als vergeefs werd afgewezen.

Uitspraak

Burgerlijke zaken 2005 Vonnisnummer:
Uitspraak: 24 januari 2005
Registratienummer: A.R. 275 van 2004

HET GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN DE NEDERLANDSE

ANTILLEN
ZITTINGSPLAATS CURAÇAO
Vonnis
in de zaak van:
de openbare rechtspersoon naar Nederlands recht
DE GEMEENTE AMSTERDAM,
zetelend in Nederland,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde mr. G.J. Scheper,
tegen

[GEDAAGDE],

wonende in Nederland,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigde R.R. Gutierrez.
Het procesverloop
Het procesverloop blijkt uit de conclusies van eis, antwoord in conventie/eis in reconventie, repliek (in conventie) en dupliek (in conventie).
De vaststaande feiten
1. Op 3 maart 2004 heeft de gemeente Amsterdam wegens schending van de wettelijke inlichtingenverplichting als bedoeld in artikel 54 lid 3 Wwb besloten de toekenning van bijstand aan [gedaagde] over de periode 25 oktober 1999 tot en met 31 december 2003 te herzien. Op 10 maart 2004 is de grosse van dit besluit aan haar betekend, vergezeld van een betalingsbevel.
2. Op 3 maart 2004 is ook conservatoir beslag gelegd op het recht van erfpacht op een perceel grond, bekend als […] in het Stadsdistrict van Curaçao, kadastraal bekend als […].
De omvang van het geschil in conventie en in reconventie
3. De gemeente Amsterdam vordert in conventie met een beroep op het bepaalde in artikel 60 lid 3 Wwb, artikel 430 RvNL, artikel 40 Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden en artikel 122 lid 1 van de Antilliaanse Staatsregeling in hun onderlinge verband primair een verklaring voor recht dat de grosse van het herzieningsbesluit binnen de Nederlandse Antillen directe gelding heeft en dat daarmee dus executoriale maatregelen kunnen worden genomen en ten uitvoer gelegd. Subsidiair vordert zij betaling van de ten onrechte verleende bij stand (Euro 25.741,41), althans de tegenwaarde in Nederlands Antilliaanse courant, vermeerderd met kosten. Bovendien wordt gevraagd het gelegde beslag van waarde te verklaren. De vordering wordt betwist. Voor zover het verweer voor de te nemen beslissing van belang is, zal het hierna worden besproken.
4. In reconventie vordert [gedaagde] (op verbeurte van een dwangsom) opheffing van het gelegde beslag.
De beoordeling van het geschil in conventie
5. De gemeente Amsterdam miskent dat de grosse van de herzieningsbeschikking niet is een (grosse van) een rechterlijk vonnis of bevel dan wel van een authentieke akte als bedoeld in artikel 40 van het Statuut. Die grosse kan hier te lande dan ook niet op grond van deze bepaling (of de gelijkluidende bepaling uit de Staatsregeling) ten uitvoer worden gelegd. Ook voor het overige vindt de primaire vordering geen steun in het recht.
6. Juist is echter wel, dat van de formele rechtskracht van de herzieningsbeslissing moet worden uitgegaan nu naar Nederlands recht een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang tegen de bewuste beslissing voorhanden is, hetgeen inhoudt dat deze zowel voor wat betreft de wijze van totstandkoming als wat betreft de inhoud voor rechtmatig moet worden gehouden. Gevolg daarvan is dat er geen plaats meer is voor een toetsing van die beslissing door de (Antilliaanse) burgerlijke rechter. Het verweer is gevoerd met miskenning van het voorgaande, en kan daarom onbesproken blijven. De subsidiaire vordering is dan ook toewijsbaar.
De beoordeling van het geschil in reconventie
7. In de toewijzing van de conventionele vordering ligt besloten dat de reconventionele vergeefs is ingesteld. Er bestaat dan ook geen processueel belang bij de gemeente Amsterdam nog in de gelegenheid te stellen op die vordering te antwoorden.
De beslissing
Het gerecht:
In conventie
Veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan de gemeente Amsterdam van Euro 25.741,41 (vijfentwintigduizend zevenhonderdeenenveertig 41/100 Euro), althans de tegenwaarde daarvan in Nederlands Antilliaanse courant, vermeerderd met NAF. 8.594,67 aan incassokosten.
Verklaart deze uitspraak in zoverre uitvoerbaar bij voorraad.
Verklaart de gelegde beslagen van waarde.
Verwijst [gedaagde] in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van de gemeente Amsterdam begroot op NAF. 2.118,78 en Euro 80,63 (althans de tegenwaarde daarvan in Nederlands Antilliaanse courant) aan verschotten (de beslagkosten inbegrepen) en NAF. 2.200,= aan salaris van de gemachtigde.
In reconventie
Wijst de vordering af.
Verwijst [gedaagde] in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van de gemeente Amsterdam begroot op nihil.
Aldus gewezen door mr. Zandbergen en ter openbare terechtzitting van het gerecht op Curacao op 24 januari 2005 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.