ECLI:NL:OGEAM:2025:99

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
16 september 2025
Publicatiedatum
21 oktober 2025
Zaaknummer
SXM 2024 01443 (AR) en SXM 2024 01364 (EJ)
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschillen over afwikkeling nalatenschap en ontslag executeur

In deze zaak, die zich afspeelt in Sint Maarten, zijn er geschillen ontstaan over de afwikkeling van de nalatenschap van wijlen mevrouw [erflaatster]. De partijen, [eiser1] en [eiser2], zijn erfgenamen en hebben een verzoek ingediend tegen [gedaagde1], die als executeur is benoemd in het testament van de erflaatster. De zaak betreft twee procedures: SXM 2024 01443 (AR) en SXM 2024 01364 (EJ). In de AR-zaak vordert [eiser2] onder andere dat [gedaagde1] wordt veroordeeld tot het afleggen van rekening en verantwoording en dat zij wordt ontslagen als executeur. In de EJ-zaak vordert [eiser1] dat [gedaagde1] wordt gelast om een volledige boedelbeschrijving te geven en dat hij zelf als executeur wordt benoemd.

Tijdens de mondelinge behandeling op 5 juni 2025 is gebleken dat [gedaagde1] haar taken als executeur niet naar behoren heeft uitgevoerd. Er zijn geen boedelbeschrijvingen overlegd en de erfgenamen hebben geen inzicht gekregen in de stand van zaken. [gedaagde1] heeft wel kosten gemaakt voor de begrafenis en onderhoud van de woning van de erflaatster, maar de verdeling van de nalatenschap is nog niet geformaliseerd. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de verdeling feitelijk al is uitgevoerd, maar dat dit nog moet worden geformaliseerd.

Uiteindelijk heeft het Gerecht besloten om [gedaagde1] te ontslaan als executeur en [eiser1] te benoemen als nieuwe executeur. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door mr. L.J. Saarloos op 16 september 2025.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummers: SXM 2024 01443 (AR) en SXM 2024 01364 (EJ)
Vonnis d.d. 16 september 2025
in de zaak van
[naam eiser 1],
wonend in Nederland,
verzoeker in de zaak met nummer SXM202401364,
gemachtigde: mr. V.C. Choennie,
en
[naam eiser 2],
wonend in Sint Maarten,
eiser in de zaak met nummer SXM202401443,
belanghebbende in de zaak met nummer SXM202401364,
gemachtigde: mr. R.E. Duncan,
tegen
[naam gedaagde 1],
in haar hoedanigheid van executeur van
de nalatenschap van wijlen [naam erflaatster],
wonend in Sint Maarten,
verweerster in de zaak met nummer SXM202401364,
gedaagde in de zaak met nummer SXM202401443
gemachtigde: mr. N.C. de la Rosa,
met als verder in de procedure SXM202401364 verschenen belanghebbende:
[naam gedaagde 2],
wonend in Sint Maarten,
die zonder gemachtigde procedeert.
De partijen worden hierna ‘[eiser1]’, ‘[eiser2]’, ‘[gedaagde1]’ en ‘[gedaagde2]’ genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
In de EJ-zaak met nummer SXM 2024 01364:
  • het inleidend verzoekschrift met producties, op 29 november 2024 ter griffie ingediend;
  • de conclusie van antwoord met producties, van 1 april 2025
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 5 juni 2025.
  • de op 19 juni 2025 door [gedaagde1] toegezonden stukken
  • de op 5 augustus 2025 door [gedaagde1] toegezonden akte uitlating.
In de AR-zaak met nummer SXM 2024 01443:
  • het inleidend verzoekschrift met producties, op 19 december 2024 ter griffie ingediend;
  • de conclusie van antwoord met producties, van 1 april 2025;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 5 juni 2025.
  • de op 19 juni 2025 door [gedaagde1] toegezonden stukken
  • de op 5 augustus 2025 door [gedaagde1] toegezonden akte uitlating
  • de e-mail van [eiser2] van 15 augustus 2025 met producties.
1.2.
Aan het eind van de zitting op 5 juni 2025 heeft de rechter een instructie gegeven voor het vervolg van de procedure. [gedaagde1] diende uiterlijk 19 juni 2025 naar het Gerecht en de beide andere partijen een onderbouwing te sturen van de huurinkomsten die zij sinds 18 mei 2020 in ontvangst heeft genomen, ten behoeve van de nalatenschap van wijlen [erflaatster].
Hierna zouden partijen de gelegenheid hebben om te proberen onderling te komen tot een verdeling van de nalatenschap, waarbij het testament van [erflaatster] als uitgangspunt zou gelden.
Partijen hebben geen overeenstemming bereikt, althans [eiser1] en [eiser2] hebben niet gereageerd op het verzoek van [gedaagde1] om bij de notaris te verschijnen. Daarna is de mondelinge behandeling op 19 augustus 2025 voortgezet, in aanwezigheid van partijen ([eiser1] online) en hun gemachtigden.
Bij gelegenheid van deze mondelinge behandeling hebben partijen en hun gemachtigden hun wederzijdse standpunten nader uiteengezet.
1.3.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn erfgenamen in de nalatenschap van wijlen mevrouw [erflaatster], geboren op [geboortedatum] in [land] en overleden op [datum] in Sint Maarten (erflaatster).
2.2. [
gedaagde1] is bij testament van erflaatster benoemd tot executeur.
2.3.
De nalatenschap bevat een perceel eigendomsgrond gelegen aan [adres] op Sint Maarten, kadastraal bekend als SXM [… …/….] met de daarop gebouwde woonhuizen.
Volgens het testament zouden acht personen een deel van dit perceel met een daarop gebouwde woning toebedeeld krijgen. Deze verdeling is tot vandaag nog niet geformaliseerd.
2.4.
Voor zover relevant, luidt het testament als volgt:
2. BEQUESTS
A. I bequeath, not free of duties and costs, to be transferred within twelve months after my death, subject to the hereinafter under 2.B. described right of usufruct:
a. my undivided share in a parcel of land situated at [adres] in Sint Maarten, further described in certificate of admeasurement number […/….], on which certain buildings are constructed and will be divided in ten rights of apartments (units), to which units the arabic numbers 1 throug 10 will be given, as further depicted on a sketch consisting of three pages, which will be attached to the original of this last will; and
b. the exclusive right of use of a certain unit, which respective bequeathed unit will be specified hereinafter;
to wit:
1. to: [eiser1], born in Sint Maarten on February [number], nineteen hundred and seventy-[number]: an one/tenth undivided part and portion in the sub 2.A.a. property; and the exclusive right of use of unit number 1;
2. to: [name], born in Sint Maarten, on October [number], nineteen hundred and eighty-[number]: an one/tenth undivided part and portion in the sub 2.A.a. described property; and the exclusive right of use of unit number 2;
3. to: [eiser2]., born in Sint Maarten on September [number], nineteen hundred and eighty-[number] at present residing in [state], [country].:
an one/tenth undivided part and portion in the sub 2.A.a. described property; and the exclusive right of use of unit number 3;
4. to: [name], born in [state], [country], on January [number], nineteen hundred and eighty-[number], residing at [adres], Sint Maarten: a three/tenth undivided part and portion in the sub 2.A.a. described property; and the exclusive right of use of units numbers 4, 6 and 7;
such under the hereinafter mentioned conditions:
i.
i) in case [name] die before or simultaneously with me or within thirty (30) days after me, I declare that his father [gedaagde2],
born in [state], [country], on November [number], nineteen hundred and fifty-[number] will acquire said three/tenth (3/10) undivided part and portion
in the property described under sub 2.A.a., and said exclusive right of use of units numbers 4, 6 and 7;
ii) of administration, as specified hereinafter under 3.;
5. to: [name], born in Sint Maarten on November twenty-[number], nineteen hundred and ninety-[number], [adres]: an one/tenth undivided part and portion in the sub 2.A.a. described property; and the exclusive right of use of unit number 5;
6. to: [name], born in Sint Maarten on August twenty-[number], nineteen hundred and seventy-[number], residing at [adres], Sint Maarten:
an one/tenth undivided part and portion in the sub 2.A.a. described property; and the exclusive right of use of unit number 8;
7. to: [eiser2], born in [state], [country] on May [number], nineteen hundred and fifty-[number], [adres]: an one/tenth undivided part and portion in the sub 2.A.a. described property; and the exclusive right of use of unit number 9;
8. to: [gedaagde2], born in [state], [country], on November [number], nineteen hundred and fifty-[number], residing at [adres]: an one/tenth undivided part and portion in the sub 2.A.a. described property; and the exclusive right of use of unit number 10;
(…)
4. SOLE HEIRS
Under the burden of aforementioned bequests, I appoint as sole heirs of my estate:
1. for one per cent (1%): my aforementioned spouse, Mr. [naam]; and
2. for ninety-nine per cent (99%):
- [eiser1] aforementioned;
- [gedaagde2], aforementioned;
- [eiser2] Concepcion, aforementioned; and
- [name], aforementioned; and
- [gedaagde1], born in [state], [country], on July [number], nineteen hundred and fifty-[number];
jointly and for equal part and portion.
5. APPOINTMENT ADMINISTRATOR/EXECUTOR
In the interest of my aforementioned heirs, I institute an administration for the settlement of my estate ("afwikkelingsbewind") and appoint as administrator with the powers of a fully authorized executor ("met afwikkelingsbevoegdheid") to fully wind up my estate and to take care of my funeral: my aforementioned daughter: [gedaagde1].
Only in case that my aforementioned daughter [gedaagde1] is no longer able or willing to accept those appointments, I appoint as administrator with the powers of a fully authorized executor ("met afwikkelingsbevoegdheid") and with full authority to fully wind up the estate: my son [eiser1], aforementioned; and as his successor [gedaagde2], aforementioned;
Duties
The executor has the duty to arrange my funeral and to administer all assets of the inheritance and to use them to pay any debts of the inheritance.
Representation
The executor represents the heirs and can in this quality also act as another party with regard to herself/himself.
No power to dispose of property
During the period in which the executor administers the inheritance, the heirs cannot dispose of the property of the inheritance without the consent of the executor or an authorization of the court
Right to convert assets to cash
The executor has the right to convert the assets she/he administers into cash, insofar this is necessary to pay the debts of the inheritance. The executor does not require permission of the heirs to convert an asset into cash.
Remuneration
The executor is not granted a compensation for her/his efforts. In case of unforeseen circumstances, the court can make alternative compensation arrangements if so requested by the executor or one of the heirs. Expenses made by the executor are borne by my heirs, based on their respective shares.
Inventory
The executor shall without undue delay draw up an inventory which includes a preliminary valuation of the debts of the inheritance.
Estate notary
The executor is authorized to appoint a civil law notary to handle the division of my inheritance.
Obligation to provide information
The executor is under the obligation to supply the heirs with all information they request regarding the execution of her/his duties.

3.Het geschil

In de AR-zaak met nummer SXM 2024 01443:
3.1. [
eiser2] vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
a. a) hem gratis admissie te verlenen;
b) [gedaagde1] te veroordelen tot het afleggen van rekening en verantwoording aan [eiser2] en de overige erfgenamen ten aanzien van haar beheer over het onroerende goed bedoeld onder sub 5 van het verzoekschrift en alle binnen de nalatenschap van de erflaatster vallende zaken en banksaldi en wel binnen een week na uw in dezes te vellen vonnis, op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom gelijk aan USD 500,- per dag voor ieder dag dat zij nalaat aan uw in dezes te geven bevel te voldoen;
c) [gedaagde1] te veroordelen om, met [eiser2] en de overige erfgenamen, over te gaan tot scheiding en deling en de verdeling van de gemeenschap aan zich te houden, met dien verstande dat de toebedeling volgens sub 2A (Bequests) en relevante bepalingen van het testament geschiedt, met bepaling - op basis van art. 3:300 e.v. BW - dat deze uitspraak in de plaats treedt van de handtekening van [gedaagde1] dat vereist is voor het verlijden van de notariële akten van scheiding en deling en/of in de plaats treedt van de notariële akten van scheiding en deling of andere rechtsmiddelen vereist voor de inschrijving van de eigendoms-verkrijging van de onroerende goederen in het betreffende openbare register te Sint Maarten;
d) [gedaagde1] verder - met onmiddellijke ingang - te ontslaan als executrice-testamentair, met bevel dat zij alle roerende zaken in haar bezit of in haar macht om te beschikken, aan [eiser2] af te geven, op straffe van een dwangsom ad USD 500,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij in strijd handelt met deze veroordeling of nalaat daaraan te voldoen;
e) [gedaagde1], tenslotte, te veroordelen in de kosten van het geding te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van indienen van dit verzoekschrift.
3.2. [
eiser2] legt aan de vordering het volgende ten grondslag.
[gedaagde1] is bij laatste wilsbeschikking van erflaatster benoemd tot executeur van haar testament. [gedaagde1] voert haar wettelijke taken niet uit en gedraagt zich als heer en meester van de nalatenschap, zonder voor haar handelingen rekenschap te geven.
Volgens de wet kunnen gerechtigden in een gemeenschap niet gehouden worden in een onverdeelde boedel te blijven. Partijen zijn niet in staat gebleken om onderling tot een verdeling te komen, dit vanwege de ingenomen houding van [gedaagde1], weshalve de enige mogelijkheid om uit de onverdeeldheid te geraken is [gedaagde1] te dwingen haar medewerking te verlenen aan de scheiding en deling van de nalatenschap volgens het testament van de erflaatster.
3.3. [
gedaagde1] heeft verweer gevoerd.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
In de EJ-zaak met nummer SXM 2024 01364:
3.5. [
eiser1] vordert om bij vonnis voor zover wettelijk geoorloofd uitvoerbaar bij voorraad:
primair
1. de executeur te gelasten, binnen zeven dagen na het betekenen van het te deze wijzen vonnis, teneinde de verdeling van de nalatenschap mogelijk te maken, jegens [eiser1], volledige opgave, rekening en verantwoording, te doen van alle tot de nalatenschap behorende bestanddelen, zowel activa als passiva, en wel middels overlegging aan [eiser1] en/of het gerecht van een beschrijving van die bestanddelen met de betreffende verifieerbare bewijzen, zulks op straffe van verbeurte van een onmiddellijk door de executeur aan [eiser1] te verbeuren dwangsom van USD 500,- per keer, per dag of gedeelte van een dag dat de executeur mocht nalaten gevolg te geven aan het in deze te wijzen gebod.
secundair:
2. bij het niet voldoen aan het gebod in het petitum no 1 de executeur te ontslaan en [eiser1] te benoemen tot executeur zoals vastgelegd in het testament.
primair en secundair:
3. de executeur te veroordelen in de kosten van de procedure, een en ander te voldoen binnen zeven dagen na betekening van het vonnis, en voor het geval voldoening van de (na)kosten niet plaatsvindt binnen de gestelde termijn, deze (na)kosten te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum betekening van het vonnis.
3.6. [
eiser1] legt aan de vordering het volgende ten grondslag.
[eiser1] heeft geen tot op heden geen boedelbeschrijving van de executeur
ontvangen en heeft eerst zelf gecorrespondeerd met de executeur. Uiteindelijk is na vijf maanden een reactie ontvangen via de gemachtigde van de executeur op het schrijven van 23 mei 2024. Na vier jaar is er nog geen deugdelijke boedelomschrijving en heeft de executeur enkel een bedrag van USD 8.200,- genoemd zonder enige onderbouwing.
Daarnaast heeft de executeur een informatieplicht naar de erfgenamen. Inlichtingen over de voortgang van de werkzaamheden moeten worden verstrekt aan de erfgenamen. Dit is alleen gebeurd in de brief van de gemachtigde d.d. 31 oktober 2024 waarin heel summier wordt gesteld dat het moeizaam gaat met de boedelbeschrijving en waarin een bedrag voor de begrafeniskosten is opgenomen.
3.7. [
gedaagde1] heeft verweer gevoerd.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in beide zaken

4.1.
Na de indiening van de beide verzoekschriften hebben zich ontwikkelingen voorgedaan, die bij de beoordeling zullen worden betrokken.
Rekening en verantwoording, boedelbeschrijving
4.2. [
gedaagde1] is op basis van de wet verplicht om een boedelbeschrijving op te stellen. [1] Vast staat dat zij dat niet heeft gedaan.
4.3. [
gedaagde1] verklaarde dat zij na overlijden van haar moeder de begrafenis en alle openstaande belastingen heeft betaald.
Tijdens de eerste mondelinge behandeling heeft zij een groot aantal bonnen en facturen overgelegd, waarmee zij heeft onderbouwd dat zij een bedrag aan USD 54.355,17 aan kosten heeft gemaakt voor kosten begrafenis en kosten onderhoud en reparaties aan de voormalige woning van haar moeder (in het testament toebedeeld aan [eiser1]). Het totaalbedrag van deze kosten werd bevestigd door een verklaring van accountantskantoor On Track Accounting BV. Hiermee heeft [gedaagde1] naar het oordeel van het Gerecht voldoende onderbouwd dat zij deze kosten ten behoeve van de nalatenschap heeft gemaakt.
Uit een verklaring van de belastingdienst volgt, dat er geen belastingschulden meer open staan.
[gedaagde1] verklaarde ter zitting dat er op dit moment geen schulden meer resteren.
4.4. [
gedaagde1] heeft verklaard dat haar ouders geen bankrekening gebruikten. Na inschakeling van haar gemachtigde zijn eind 2024 alle banken op Sint Maarten aangeschreven met de vraag of [erflaatster] een bankrekening aanhield. Uit de reacties is niet gebleken dat erflaatster een bankrekening heeft aangehouden.
In de akte uitlating van 5 augustus 2025 heeft [gedaagde1] afdoende onderbouwd dat de tot en met mei 2025 geïncasseerde huur en deposit van de twee huurders USD 47.650,- bedroeg. Eén van de twee huurovereenkomsten (USD 800,- per maand) loopt nog door tot 1 november 2025.
Ter zitting waren alle aanwezige partijen het erover eens dat de enige andere bezitting van erflaatster het perceel grond met de daarop gebouwde huizen is, dat in deze procedure onderwerp van geschil is. Partijen waren het er verder over eens dat het geen zin heeft om nog een boedelbeschrijving te maken.
4.5.
Het voorgaande geldt ook voor het verzoek om tussentijdse rekening en verantwoording. [2]
4.6.
De conclusie is dat geen beslissing zal worden genomen op deze vorderingen.
Verdeling, toebedeling volgens testament
4.7. [
gedaagde1] heeft aangevoerd dat het grootste deel van het testament feitelijk is uitgevoerd. Alle erfgenamen en legatarissen beschikken over wat aan hen is gelegateerd. De aanwezige erfgenamen hebben dat bevestigd. Zoals blijkt uit het hiervoor geciteerde deel van het testament (zie 2.4, onder “2 Bequests”), zijn er echter acht personen bij de toedeling betrokken, waarvan er nu drie in deze twee gedingen zijn betrokken. Dat betekent dat het Gerecht geen verdeling kan vaststellen, omdat niet alle betrokkenen in deze procedure zijn opgeroepen. Dit onderdeel van de vordering is daarom niet toewijsbaar.
4.8.
Omdat de verdeling feitelijk al is uitgevoerd, moet deze alleen nog worden geformaliseerd. Ook dat kan het Gerecht niet doen, omdat het te verdelen perceel nu nog uit één deel bestaat. Voor hand ligt dat de verdeling wordt uitgevoerd volgens het testament, waarbij het perceel in 10 gelijke stukken zal worden verdeeld. Het kadaster zal de desbetreffende meetbrieven moeten uitgeven. Partijen moeten dit nu zelf ter hand nemen.
Ontslag en benoeming executeur
4.9.
In de AR-zaak (01443) zal vordering (d.) niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat niet de juiste processuele weg is gevolgd.
4.10.
In de EJ-zaak (01463) oordeelt het Gerecht als volgt.
[eiser1] verwijt [gedaagde1] dat zij er in vier jaar niet in is geslaagd om haar werk als executeur naar behoren te doen. In het verweerschrift heeft [gedaagde1] echter onderbouwd met welke hindernissen zij te maken heeft gehad, waarbij het gebrek aan medewerking van de andere erfgenamen de grootste hindernis was.
Het testament bepaalt dat [gedaagde1] als executeur het recht had om “assets” (zoals de huur) te gebruiken om de schulden van de nalatenschap (zoals kosten woning) te voldoen. Daarvoor hoefde zij geen toestemming aan de erfgenamen te vragen.
Niet valt in te zien dat [gedaagde1] misbruik heeft gemaakt van haar bevoegdheden.
Het Gerecht is van oordeel dat het verzoek niet op deze grond toewijsbaar is.
4.11. [
gedaagde1] heeft echter zowel op de eerste als op de tweede mondelinge behandeling te kennen gegeven haar taak als executeur te willen beëindigen en dat zij er geen probleem mee heeft dat [eiser1] die taak overneemt. Zoals hiervoor als onderdeel 5 van het testament is opgenomen, heeft de erflaatster [eiser1] aangewezen als opvolgende executeur. Ter zitting heeft [eiser1] verzocht hem als executeur te benoemen.
Gelet op een en ander zal het Gerecht deze vorderingen toewijzen.
proceskosten
4.12.
De kosten van beide procedures worden gecompenseerd, omdat de partijen broers en zus van elkaar zijn en omdat [gedaagde1] niet als de in het ongelijk gestelde partij kan worden beschouwd. Iedere partij moet daarom de eigen kosten dragen.

5.De beslissing

Het Gerecht:
In de AR-zaak met nummer SXM 2024 01443:
5.1.
verleent [eiser2] gratis-admissie;
5.2.
verklaart [eiser2] niet-ontvankelijk in het onder d. gevorderde;
5.3.
wijst het meer of anders gevorderde af;
In de EJ-zaak met nummer SXM 2024 01364:
5.4.
ontslaat [gedaagde1] als executeur;
5.5.
benoemt
[eiser1], geboren [geboortedatum] in Sint Maarten, tot executeur in de nalatenschap van [erflaatster], geboren op [geboortedatum] in [land] en overleden op [datum] in Sint Maarten;
In beide zaken:
5.6.
compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beslissing is gegeven door mr. L.J. Saarloos, rechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 september 2025.

Voetnoten

1.Artikel 4:146 lid 2 BW
2.Artikel 4:148 BW