ECLI:NL:OGEAM:2025:89

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
15 september 2025
Publicatiedatum
15 september 2025
Zaaknummer
SXM202500916
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over het ophalen van afval in Sint Maarten en de beëindiging van het contract met Avyanna

In deze zaak, die op 15 september 2025 werd behandeld, heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten uitspraak gedaan in een kort geding tussen Avyanna Clean Up & Construction N.V. en het Land Sint Maarten. Avyanna had een contract voor de inzameling van huishoudelijk afval, maar het Land beëindigde dit contract tussentijds. Avyanna vorderde nakoming van de overeenkomst en herinschakeling als afvalophaler. Het Gerecht oordeelde dat de beëindiging van het contract rechtmatig was, omdat Avyanna herhaaldelijk tekort was geschoten in de nakoming van haar verplichtingen. Het Gerecht wees de vorderingen van Avyanna af, met de overweging dat de beëindiging van het contract op basis van de contractuele bepalingen en de Terms of Reference (ToR) gerechtvaardigd was. De zaak benadrukt de verantwoordelijkheden van contractpartijen en de noodzaak om contractuele verplichtingen na te komen, vooral in het kader van publieke taken zoals afvalinzameling.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummer: SXM202500916-KG 94/2025
Vonnis in kort geding d.d. 15 september 2025
in de zaak van

1.de naamloze vennootschapAVYANNA CLEAN UP & CONSTRUCTION N.V.,

eiser sub 1,
2. [bestuurder],
eiser sub 2,
gevestigd respectievelijk wonende in Sint Maarten,
gemachtigde: mr. S.R. Bommel,
tegen

1.de openbare rechtspersoon HET LAND SINT MAARTEN,

zetelende in Sint Maarten,
het Land,
gemachtigde: mr. G.B. Simmons-de Jong,
en

2.de naamloze vennootschapALL WASTE IN PLACE N.V.,

gevestigd in Sint Maarten,
gedaagde sub 2,
gemachtigde: mr. G.B. Simmons-de Jong.
Partijen zullen hierna ook “Avyanna”, “het Land” en “All Waste” worden genoemd.
De zaak in het kort
Dit kort geding gaat over het ophalen van afval in Sint Maarten. Het Land stelt dat dat een belangrijke publieke taak is, maar heeft die uitbesteed aan private partijen. Het Land heeft het contract met een van de afvalophalers (Avyanna) tussentijds beëindigd. Avyanna vordert nakoming van de overeenkomst en dat zij weer wordt ingeschakeld als afvalophaler. Het Gerecht wijst die vorderingen af.
The case in brief
This injunction procedure concern waste collection in Sint Maarten. The government claims this is an important public task, but has outsourced it to private parties. The government has prematurely terminated the contract with one of the waste collectors (Avyanna). Avyanna demands compliance with the agreement and reinstatement as a waste collector. The Court dismisses these claims.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Avyanna heeft op 1 september 2025 een verzoekschrift ingediend.
Op 9 september 2025 hebben gedaagden producties in het geding gebracht. Avyanna heeft op 11 september 2025 aanvullende stukken ingediend.
Vervolgens heeft op 12 september 2025 de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Avyanna is verschenen bij eiser sub 2, bijgestaan door de gemachtigde. De Minister van VROMI is namens het Land verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. Beide gemachtigden hebben daarbij gebruikgemaakt van pleitaantekeningen.
1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Tussen het Land en Avyanna is in het kader van de Terms of Reference (hierna: ToR) een overeenkomst gesloten voor de inzameling van huishoudelijk afval op Sint Maarten, specifiek Parcel 5. De overeenkomst is aangegaan voor een periode van vijf jaren, beginnend 1 april 2021 en eindigend 31 maart 2026. De voorwaarden, verplichtingen en regels voor het ophalen van afval zijn vastgesteld in het contract en in de ToR.
2.2.
Artikel 7 en 8 en 14 ToR vermelden het volgende:
7.0.
Default/Damages:
7.1.
The Contractor is obligated to perform the services under this agreement in conformity with the highest professional standards. Consistent failure to comply with same whether or not due to the fault of the Contractor can and shall be qualified as a default and provide the Contracting Authority with legal grounds to prematurely terminate this agreement, without being liable for any further payments under this agreement. Notification of such a premature termination shall be given in accordance with the clause in reference hereto, hereinafter.
7.2.
A notice of default has depending on the situation at hand, immediate or twenty-four (24) hours to rectify a situation after having received a notification of default in writing (e-mail, letter, and/or WhatsApp).
7.3.
Default will result in the liability of the defaulting Party for damages towards the non-defaulting Party, in addition to which the non-defaulting Party may pursue specific action as set forth in this Agreement.
7.4.
The non-defaulting Party shall have the right to terminate this Agreement forthwith by written notice of default to the defaulting Party. After three (3) notifications, the Representative of the Principal will issue a formal warning letter. After receiving the third warning letter the contract will be terminated per immediately, and with regard to the new situation of default remains delinquent in the complete observance of its obligations as per this Agreement.
7.5.
All default terms are defined in the TOR under 14 Default.
8
Notices
8.1.
All notices, requests, demands and other communications which are required or may be given under this Agreement, shall be in writing and shall be deemed to have been duly given if delivered personally, or sent by courier, or sent by fax with fax confirmation or email, or sent by registered mail:
a. If to the Contracting Authority: on behalf of the Minister of VROMI, representing the Department of Infrastructure management of the Ministry of VROMI: The department Head of Infrastructure Management, Ministry of VROMI or his/her replacement.
b. If to CONTRACTOR, [bestuurder], or to such address as any Party shall have specified by notice in writing to the other.
14
Default TOR
a. The principal will notify the Contractor in writing when the Contractor is in default
b. The Contractor has depending on the situation at hand; immediate or twenty-four (24) hours to rectify a situation after having received a notification of default in writing (email, letter, and or WhatsApp)
c. The principal will hire another party to rectify a situation if a situation is not rectified within twenty-four hours after notification of default in writing. All costs related to hiring another party to rectify the situation will be for the account of the Contractor and may be subtracted from the following monthly invoice.
d. A penalty shall be given to the Contractor in the event if the default is not rectified within the twenty-four hours of the time allotted.
14.2
Termination Contract
After three (3) notifications, the Representative of the Principal will issue a formal warning letter. After receiving the third warning letter the contract will be terminated per immediately.
In the event of a contract termination, the “next in line” winning bidder will be appointed by the Principal for the balance of the contract.
2.3.
Op 28 januari 2025 heeft een overleg plaatsgevonden tussen Avyanna, leden van het kabinet en vertegenwoordigers van het departement infrastructuur, waarbij is aangegeven dat het voortduren van de tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst zal resulteren in een beëindiging van het contract.
2.4.
Op 12 augustus 2025 is de termination letter verstuurd aan de contactpersoon [M] en [bestuurder], samen met alle relevante bijlagen, waaronder de notificaties en de waarschuwingsbrieven.
2.5.
Op 13 augustus 2025 heeft de nieuwe Minister van VROMI, [P] via een persconferentie verklaard dat het toekennen van de contracten aan bieders in 2020 niet correct is verlopen en verwijst in zijn uitlatingen naar het rapport van de Ombudsman uit juni 2022. [1] In deze persconferentie heeft de Minister ook verklaard dat de overeenkomst met Avyanna is beëindigd wegens verschillende overtredingen uit de overeenkomst en de ToR.
2.6.
Bij brief van 15 augustus 2025 heeft Avyanna de Minister schriftelijk benaderd met het verzoek om uitleg te krijgen omtrent de beslissing.
2.7.
Op 22 augustus 2025 heeft Avyanna via de gemachtigde een schrijven ontvangen van het Land waarin wordt meegedeeld dat het contract op rechtsgeldige wijze is beëindigd.
2.8.
All Waste is na de beëindiging van de overeenkomst met Avyanna begonnen met het ophalen van afval in het gebied 5 (Parcel 5).

3.Het geschil

3.1.
Avyanna vordert om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut:
Primair:het Land bevelen de tussen partijen bestaande overeenkomst volledig na te komen op straffe van verbeurte van een direct opeisbare dwangsom van USD 50.000,- per dag of gedeelte van een dag dat het Land met een deugdelijke nakoming van dit bevel in gebreke mocht blijven, tot een maximum van USD 1.000.000,-;
Het Land te bevelen om een rectificatie in the Daily Herald op Sint Maarten te plaatsen, inhoudende dat, naar voorlopig oordeel, de beëindiging van de overeenkomst onjuist en onrechtmatig was, op straffe van verbeurte van een direct opeisbare dwangsom van USD 5.000,- per dag of gedeelte van een dag dat het Land met een deugdelijke nakoming van dit bevel in gebreke mocht blijven, tot een maximum van USD 500.000,-;
All Waste te verbieden enige werkzaamheden met betrekking perceel 5, vallend onder de overeenkomst tussen Avyanna en het Land, te verrichten, eveneens op straffe van verbeurte van een direct opeisbare dwangsom van USD 50.000,- per dag of gedeelte van een dag dat All Waste met een deugdelijke nakoming van dit bevel in gebreke mocht blijven, tot een maximum van USD 500.000,-;
Subsidiair:het Land te veroordelen tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding ad Cg 160.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
Met hoofdelijke veroordeling van beide gedaagden in de kosten van deze procedure, griffierechten en deurwaarderskosten daaronder begrepen, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis en – indien voldoening binnen voormelde termijn niet plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf voormelde termijn voor voldoening, alsmede de nakosten.
3.2.
Avyanna legt aan haar vordering ten grondslag dat het Land in strijd handelt met de beginselen van behoorlijk bestuur. Als contractspartij dient het Land bij het nemen van een eenzijdige beslissing tot beëindiging, de beginselen van behoorlijk bestuur in acht te nemen. Het nemen van een ingrijpende beslissing tot beëindiging op oneigenlijke gronden is onrechtmatig jegens Avyanna. Voorts is die beëindiging zonder rechtsgevolg waardoor het Land zich ook schuldig maakt aan wanprestatie en is zij aansprakelijk voor alle door Avyanna geleden schade. Daarnaast is Avyanna door de negatieve berichtgeving van de minister op herhaalde wijze in een negatief daglicht geplaatst wat gevolgen heeft voor haar bedrijfsvoering en wat de kansen op het binnenhalen van ander werk teniet heeft gedaan. Verder is de beëindiging na vier jaar disproportioneel gelet op het feit dat het contract over enkele maanden toch aan een einde zou komen.
Ten aanzien van All Waste doet Avyanna een beroep op artikel 6:162 BW omdat zij van de wanprestatie profiteert van het Land en dat levert een onrechtmatige daad op. All Waste heeft geen in rechte te respecteren belang bij het mogen voortzetten van haar werkzaamheden waardoor Avyanna benadeeld wordt. Door het inspringen van All Waste bij het ophalen van de afval voor het Land, wordt Avyanna benadeeld en ondervindt zij ernstig nadeel van het niet nakomen van de overeenkomst door het Land.
3.3.
Het Land stelt dat wel sprake is van tekortkoming in de nakoming. De uitvoeringsproblemen van Avyanna zijn niet incidenteel maar structureel van aard geweest, met grote gevolgen voor de volksgezondheid en de leefbaarheid. Het land heeft Avyanna herhaaldelijk de gelegenheid geboden tot herstel via notificaties en waarschuwingsbrieven. Desondanks bleven de tekortkomingen zich voordoen, ook nog in juli 2025 met meer dan acht afzonderlijke constateringen in een periode van tien dagen. Daarmee staat vast dat sprake was van verzuim en een rechtmatig beroep op de contractuele en wettelijke beëindigingsgronden.
3.4.
All Waste voert tot haar verweer dat nu de beëindiging van de overeenkomst met Avyanna rechtmatig tot stand is gekomen, de basis ontbreekt voor enige onrechtmatige daad aan de zijde van de vennootschap. Daarbij komt dat All Waste geen enkele betrokkenheid heeft gehad bij de besluitvorming omtrent de beëindiging van de overeenkomst met Avyanna. Dat zij daarmee een commercieel voordeel behaalt, maakt dit nog niet tot een onrechtmatige daad.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang
4.1.
Het land heeft als verweer aangevoerd dat het spoedeisend belang ontbreekt en dat de inhoud van het geschil zich niet leent voor behandeling in kort geding.
Het spoedeisend belang volgt uit de aard van de vordering: voortzetting van het contract, omdat dat onrechtmatig zou zijn ontbonden. Dat het hier gaat om herstel van een omvangrijk overheidscontract wil nog niet zeggen dat dat een te complexe rechtsvraag is om in kort geding te behandelen, zoals het Land stelt.
De vordering van Avyanna zal daarom inhoudelijk worden beoordeeld.
Andere gronden voor ontbinding
4.2.
Ter zitting heeft de gemachtigde van het Land in zijn pleidooi aangevoerd dat er behalve de notifications ook nog andere gronden waren, waarop het contract ontbonden had kunnen worden. Daartegen heeft Avyanna terecht bezwaar gemaakt. In de ontbindingsbrief van 12 augustus 2025 worden geen andere gronden aangevoerd dan de gegeven waarschuwingen. In dit geschil ligt daarom uitsluitend dat laatste ter beoordeling voor.
De notifications
4.3.
Kort gezegd komt het in dit geschil aan op de vraag of Avyanna in verzuim is geraakt.
Hiervóór zijn in dit vonnis onder 2.2. de relevante bepalingen van het contract tussen partijen opgenomen. Het contract houdt in dat het Land als opdrachtgever “notifications” aan de opdrachtnemer Avyanna kan doen uitgaan. Deze notifications kunnen bijvoorbeeld gaan over niet-tijdige ophaaldiensten of niet goed uitgevoerde diensten. Als de opdrachtnemer drie notifications heeft gekregen, volgt een waarschuwing. Bij drie waarschuwingen is de opdrachtgever gerechtigd het contract te ontbinden: ‘three strikes is out’.
4.4.
Het Land heeft over de jaren 2021 en 2022 enkele notificaties in het geding gebracht, die zijn gericht aan Avyanna. De Minister heeft verklaard dat er eigenlijk in de periode vóór zijn aantreden in 2024 niet werd gecontroleerd. Het Land heeft ook een aantal notificaties overgelegd uit de periode november 2024 tot en met december 2024. Die hebben geleid tot drie “written warnings”. Tot een ontbindingsprocedure is het toen niet gekomen, onder meer, omdat de juridische afdeling van het ministerie twijfels had over de haalbaarheid van zo’n procedure. Allereerst, omdat de waarschuwingen eigenlijk door de Minister hadden moeten worden ondertekend en dat was niet het geval. Daarnaast, omdat niet geheel duidelijk was of de opvolgende contractant All Waste zou moeten zijn. Wel heeft op 28 januari 2025 het hiervoor onder 2.2 vermelde overleg met Avyanna plaatsgevonden.
4.5.
Het Land heeft voorts negen notificaties overgelegd uit de periode april en mei 2025, gevolgd door formele waarschuwingen, gedateerd respectievelijk 1, 1 en 5 augustus 2025. Die notificaties betroffen meestal niet tijdig ophalen van afval op de toegezegde tijdstippen. Ook is er een notificatie over niet-tijdige aanlevering van een maandrapport (over de maand maart 2025 was maar van één week gerapporteerd) en het niet tijdig beschikbaar hebben van vervangend materiaal, na een melding dat de vrachtwagen van Avyanna kapot was.
4.6.
Het Gerecht gaat voorbij aan het standpunt van Avyanna ter zitting dat zij deze notificaties pas voor het eerst eind augustus 2025 via haar advocaat heeft ontvangen. Uit de notificaties blijkt dat er per Whatsapp werd gecommuniceerd, wat door de vertegenwoordigster van het Land ter zitting werd bevestigd. Daarnaast blijkt uit de beschrijving van de notificaties (rapport, kapotte vrachtwagen) dat Avyanna zelf heeft gecommuniceerd met het Land.
4.7.
Het belangrijkste verweer van Avyanna is dat zij stelt dat zij na een geconstateerde schending van een verplichting, eerst nog een termijn van 24 uur had moeten krijgen, voordat het Land een notificatie mocht sturen. Die opvatting berust op een onjuiste lezing van het contract:
7.2.
A notice of default has depending on the situation at hand, immediate or twenty-four (24) hours to rectify a situation after having received a notification of default in writing (e-mail, letter, and/or WhatsApp).
Er moet dus handelend worden opgetreden, afhankelijk van de situatie onmiddellijk of binnen 24 uur, maar die termijn gaat in “after having received a notification”.
Dat Avyanna bij haar verzoekschrift foto’s heeft overgelegd, waaruit zou blijken dat zij later op een dag haar werkzaamheden alsnog had verricht, kan daarom aan de juistheid van de notificaties niet afdoen.
4.8.
Avyanna heeft voorts van enkele notificaties proberen aan te tonen dat deze inhoudelijk niet correct waren. Daarin is zij niet geslaagd. De foto’s bij de nadere producties van Avyanna op notificaties, die kennelijk nog in juli 2025 aan Avyanna zijn toegezonden, hebben nummers 00042 en 00051. De drie waarschuwingen hadden echter betrekking op negen eerdere notificaties, genummerd 00001 tot en met 00009.
4.9.
Gelet op al het voorgaande is naar voorlopig oordeel van het Gerecht de ontbinding door het Land op 12 augustus 2025 gegrond op het contract en de ToR en daarmee niet onrechtmatig.
4.10.
Het Land heeft de notificaties van vóór 2025 niet laten meetellen voordat hij tot ontbinding is overgegaan. Bij haar afwegingen of hij werkelijk tot ontbinding in augustus 2025 zou moeten overgegaan, zullen de eerdere notificaties waarschijnlijk wel een rol hebben gespeeld. Ook dat is naar het voorlopig oordeel van het Gerecht niet onrechtmatig.
De opvolgende contractant
4.11
Avyanna heeft erop gewezen dat het Land al voordat het contract met Avyanna was opgezegd, in onderhandeling is getreden met het bedrijf dat Avyanna zou moeten opvolgen. Daarin ziet het Gerecht niets verkeerds of verdachts. Het Land moest na beëindiging van het contract met Avyanna zorgen voor directe opvolging, omdat er geen onderbreking in het ophalen van het afval zou moeten volgen.
4.12.
Avyanna heeft voorts aangevoerd dat het Land zich na de beëindiging van het contract niet aan de verplichtingen van de ToR heeft gehouden. De
“next in line” winning bidderzou immers moeten worden aangewezen als nieuwe contractant.
Nog daargelaten de vraag of dat gevolgen zou moeten hebben voor de beëindiging van het contract met Avyanna, merkt het Gerecht hierover het volgende op.
Het Land heeft bevestigd dat de “next in line” Wasteland was. Het Land heeft echter aangevoerd dat Wasteland eerder al drie parcels toegewezen had gekregen en dat Wasteland te kennen had gegeven geen capaciteit (vrachtwagens) te hebben om daarbij ook nog een nieuw parcel te kunnen aannemen. Ter zitting werd daar nog aan toegevoegd dat het Land ook niet stond te dringen om met Wasteland te contracteren, omdat dat bedrijf zelf ook al diverse notifications had gekregen. Beide argumenten komen het Gerecht niet onaannemelijk voor. Dat het Land vervolgens met de volgende in de rij, All Waste, een overeenkomst heeft gesloten, is naar voorlopig oordeel dan ook niet onrechtmatig.
4.13.
Het feit ten slotte dat de huidige Chef Kabinet van het ministerie van VROMI zakelijk verbonden is met All Waste, zoals Avyanna stelt, kan daar niet aan afdoen. Het staat immers vast dat All Waste al in 2020 een bid had uitgebracht en op grond daarvan nu in aanmerking kwam voor de overname van het contract.
De positie van All Waste
4.14
De vorderingen jegens All Waste zijn gebaseerd op het standpunt dat het Land het contract met Avyanna ten onrechte heeft ontbonden. Naar voorlopig oordeel is dat niet het geval. De overige standpunten over en weer behoeven daarom geen bespreking meer.
Proceskosten
4.15
Avyanna moet de proceskosten betalen, omdat zij ongelijk krijgt. De kosten aan de zijde van het Land en Avyanna worden begroot op Cg. 1.500,- aan salaris voor de gemachtigde.

5.De beslissing

Het Gerecht:
Rechtdoende in kort geding:
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Avyanna in de proceskosten, aan de zijde van het Land en All Waste tot op heden begroot op Cg 1.500,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. Saarloos, rechter, bijgestaan door J.F.M. Becker, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 september 2025.

Voetnoten

1.https://ombudsman.sx/final_reports/solid-waste-collection-2021-2026