ECLI:NL:OGEAM:2025:55
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot bouwstop in geschil over eigendom perceel tussen neven
In deze zaak heeft eiser, een neef van gedaagde, een vordering ingesteld in kort geding om gedaagde te bevelen onmiddellijk te stoppen met de bouw van opstallen op een perceel grond dat volgens eiser ten onrechte door gedaagde wordt toegeëigend. De procedure begon met een verzoekschrift van eiser op 16 juni 2025, gevolgd door aanvullende stukken en een mondelinge behandeling op 27 juni 2025. Eiser stelt dat hij en de overige erfgenamen een stuk grond hebben toebedeeld gekregen van hun grootmoeder, terwijl gedaagde, ook een erfgenaam, op dat perceel heeft gebouwd zonder toestemming. Eiser vordert een bouwstop totdat in een bodemprocedure over de eigendomsverhoudingen is beslist. Gedaagde heeft verweer gevoerd en betwist dat hij van plan is verder te bouwen. Het Gerecht heeft ter plaatse de situatie beoordeeld en vastgesteld dat er op dat moment geen bouwactiviteiten plaatsvonden, maar dat er wel aanwijzingen waren dat gedaagde mogelijk illegale bouwactiviteiten had uitgevoerd. Het Gerecht heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is om te concluderen dat gedaagde daadwerkelijk aan het bouwen is of dat hij dat op korte termijn van plan is. Desondanks heeft het Gerecht de vordering van eiser toegewezen en gedaagde bevolen om te stoppen met de bouw, met een dwangsom voor elke dag dat hij hieraan geen gehoor geeft. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij ieder de eigen kosten draagt.