Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
1.de stichting THE DRAKE PRIVATE FUND FOUNDATION,
2.[gedaagde 2],
4.4. [gedaagde 4],
1.Verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
ofde aanbetaling van USD 57.500,- aan [eiser] moet worden betaald, maar slechts de vraag
wievan partijen dat moet doen. [eiser] heeft met verwijzing naar hoog oplopende medische kosten voldoende toegelicht dat er een spoedeisend belang is. Zeker nu het om een terugbetaling gaat, kan niet gesproken worden van een restitutierisico. [eiser] is daarom ontvankelijk in kort geding.
Overigens volgt ook uit de door de gemachtigde van [gedaagde 4] voorgelezen bepaling uit het contract tussen Drake en [gedaagde 4] (niet in het geding gebracht) dat de Drake de ontvangen bedragen zou terugbetalen, als de kopers niet zouden afnemen.
Cg 3.000,00+
5.De beslissing
Draketot betaling van een bedrag van USD 57.500,- aan [eiser], te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 27 februari 2025, tot de dag der algehele voldoening,
Draketot betaling van een bedrag van USD 3.000,- aan buitengerechtelijke incassokosten aan [eiser], te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 18 juli 2025, tot de dag der algehele voldoening,
Drakein de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op Cg 4.307,50,
[eiser]in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde 4] tot op heden begroot op Cg 1.500,-,