ECLI:NL:OGEAM:2025:4

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
8 januari 2025
Publicatiedatum
3 februari 2025
Zaaknummer
100.00331-24
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van vote-buying door Statenlid in Sint Maarten

Op 8 januari 2025 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1989 en Statenlid, die beschuldigd werd van het medeplegen van vote-buying tijdens de statenverkiezingen op 11 januari 2024. De verdachte had een sturende rol in het omkopen van kiesgerechtigden door hen geldbedragen aan te bieden in ruil voor hun stemmen. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van achttien maanden en ontzetting van rechten voor zes jaren en zes maanden. De verdediging pleitte voor vrijspraak of strafvermindering, maar het Gerecht oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten. Het Gerecht overwoog dat de verdachte, als Statenlid, een belangrijke maatschappelijke rol vervulde en dat zijn handelen het vertrouwen in de democratie ernstig had geschaad. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden, met aftrek van voorarrest, en ontzetting van het recht om ambtenaar te zijn en om verkozen te worden voor de duur van zes jaren en zes maanden.

Uitspraak

Parketnummer: 100.00331-24

Uitspraak: 8 januari 2025 tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [datum] 1989 te Sint Maarten,
wonende in Sint Maarten, [adres].
raadsvrouw: mr. S.R. Bommel, advocaat te Sint Maarten
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op
18 december 2024. Verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw
mr. S.R. Bommel. De zaak van verdachte is gelijktijdig maar niet gevoegd behandeld met de zaken van de medeverdachten [naam] en [naam].
De officier van justitie, mr. G.P. Sholeh, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het primair aan verdachte ten laste gelegde bewezen zal verklaren en verdachte daarvoor zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, met aftrek van voorarrest, en ontzetting van het bekleden van ambten en het passief kiesrecht voor de duur van zes jaren en zes maanden. De officier van justitie heeft voorts een ontnemingsmaatregel aangekondigd.
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte van het hem tenlastegelegde zal worden vrijgesproken en, in geval van een bewezenverklaring, strafvermindering verzocht.
Tenlastelegging
Aan verdachte is het feit ten laste gelegd dat is vermeld op de dagvaarding. Een afschrift van de dagvaarding is aan dit vonnis gehecht.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Primair
hij
in of omstreeks de periode van 1 januari 2024 tot en met 11 januari 2024, in elk gevalop
of omstreeks11 januari 2024, te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en(als lid van de Staten en/of vertegenwoordiger van de United Peoples Party) meermaals
, althans eenmaal, (telkens)een of meerdere personen heeft omgekocht, door (telkens) een gift en/of belofte, te weten een geldbedrag (inhoudende een hoeveelheid van tussen de 100 USD tot 500 USD),
althans enige gift en/ of belofte,aan die perso
(o)n
(en
)aan te bieden,
te verstrekken en/of te doen, teneinde
(telkens)die perso
(o)n
(en
)te bewegen om, bij gelegenheid van een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing, zijn/haar
/hunkiesrecht
niet, hetzijop bepaalde wijze uit te oefenen, bestaande het
niet uitoefenen ofop bepaalde wijze uitoefenen van zijn/haar
/hunkiesrechthieruit dat voornoemde
(n)perso
(o)n
(en
)tijdens de verkiezing van 11 januari 2024 zou
(den
)stemmen op [verdachte] (nummer [nummer] van de United Peoples Party).
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (
cursief). Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.
Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het doorgenummerde eindproces-verbaal van de Landsrecherche Sint Maarten van
30 oktober 2024, geregistreerd onder proces-verbaalnummer 06082024.1015.AMB en de onderzoeksnaam “Aconitum”.
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Sint Maarten.
1. Het proces-verbaal van bevindingen van 31 mei 2024, pagina 50 van voornoemd eindproces-verbaal:
Op 1/11/2024 (11 januari 2024) hebben het telefoonnummer 1721[nummer], in gebruik bij [medeverdachte] en het telefoonnummer 1721[nummer], in gebruik bij [naam] via de WhatsApp contact met elkaar.
[medeverdachte] gebruikt WhatsApp username: [whatsapp username medeverdachte]
[naam] gebruikt WhatsApp username: [whatsapp username]
2. De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 18 december 2024, over het WhatsApp-gesprek op 12 januari 2024 tussen [whatsapp username verdachte]en
‘[whatsapp username medeverdachte] (“I got in by an inch brother”) op pagina 45 van voornoemd eindproces-verbaal:
That is me talking to [medeverdachte], yes. I typed that. That was me using the company phone of my brother. That conversation was me.
3. Het proces-verbaal van bevindingen van 3 juni 2024, pagina 41 van voornoemd eindproces-verbaal:
1/11/2024 11:33:48AM (UTC4) [whatsapp username medeverdachte]- [whatsapp username verdachte] Ok I home
1/11/2024 11:35:35AM (UTC4) ‘[whatsapp username verdachte]’- [whatsapp username medeverdachte]Coming
4. Het proces-verbaal van bevindingen van 24 mei 2024, pagina 35 van voornoemd eindproces-verbaal:
Starttijd: 11-01-2024 11:53:55
Van: +1721-[nummer] [naam]
Tot: +1721-[nummer] [medeverdachte)
[medeverdachte]: No, I downstairs in the yard there
Man in the background: Hey[naam], love you. Sorry, condolences. You know what I mean and and a (stammering) be strong.
[naam]: Thank you. That's who? The one working airport?
Man in the background: Noo
[medeverdachte]: No, no that's [verdachte](NG) man.
5. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam] van 1 augustus 2024,
pagina 154 van voornoemd eindproces-verbaal:
Q: Who is the man’s voice in the background that is saying “Hey [naam], love you. Sorry, condolences. You know what I mean and and a (stammering) be strong”.
A: My voice.
6. Het proces-verbaal van bevindingen van 3 juni 2024, pagina 64 en 65 van voornoemd eindproces-verbaal:
De persoon onder de naam [whatsapp username verdachte] stuurt op 15 september 2023 een video-opname naar [whatsapp username medeverdachte].
In voornoemd video opname zag ik, verbalisant, een man die ik meteen herkende aan zijn gezicht als de parlementslid [verdachte]. In de video-opname wees [verdachte] op een gele map aan die op de achterbank van een voertuig lag. Ik hoorde [verdachte] zeggen: “See, I just got it”. Ik, verbalisant, hoorde dat de stem van de gebruiker van het telefoonnummer [nummer] overeen kwam met de stem van [verdachte]. Ik herkende [verdachte] aan zijn gezicht en stem omdat hij een publieke figuur is wiens gezicht en stem vaak op sociale media te zien en te horen zijn.
7. Het proces-verbaal van bevindingen van 3 juni 2024, pagina 41 tot en met
pagina 43 van voornoemd eindproces-verbaal:
Op 11 januari 2024 vindt er via WhatsApp een gesprek plaats tussen [whatsapp username medeverdachte] en [whatsapp username verdachte]. [whatsapp username verdachte] stuurt afbeeldingen naar [whatsapp username medeverdachte]van wat lijkt op (ingevulde) stembiljetten.
1/11/2024 2:16:03PM(UTC4) [whatsapp username verdachte] - [whatsapp username medeverdachte]Don't be fool 1/11/2024 2:16:07PM(UTC4) [whatsapp username verdachte] - [whatsapp username medeverdachte]Get a full thing 1/11/2024 2:30:56PM(UTC4) [whatsapp username medeverdachte]- [whatsapp username verdachte] Okk
1/11/2024 2:32:08PM(UTC4) [whatsapp username medeverdachte]- [whatsapp username verdachte] But he for sure do the right thing family. I bring he there myself and my landlord
1/11/2024 2:32:48PM(UTC4) [whatsapp username medeverdachte]- [whatsapp username verdachte] My landlord don't have a phone but he do the right you just got to trust your boy family.
1/11/2024 2:33:49PM(UTC4) [whatsapp username verdachte] - [whatsapp username medeverdachte]Like I said full paper fam
1/11/2024 2:34:08PM(UTC4) [whatsapp username verdachte] - [whatsapp username medeverdachte]Not that shit serval other can be circle o on the other ones don’t be fool
1/11/2024 2:34:15PM(UTC4) [whatsapp username verdachte] - [whatsapp username medeverdachte] I am telling you how this work
[medeverdachte] zegt dat hij aan de persoon had gevraagd om een volledige foto te sturen. Hij zegt dat hij de bewoners aan de overkant, inclusief zijn huisbaas, had meegenomen om te gaan stemmen. Hij had ze allemaal meegenomen in een kleine auto die op het erf stond. Hij heeft gewacht totdat ze klaar waren met stemmen en heeft ze toen terug naar huis gebracht, totdat hij de jongere broer van nummer twee, tegenkwam bij Bute. Hiermee wordt hoogstwaarschijnlijk Bute Hotel bedoeld.
[medeverdachte] zegt dat zijn huisbaas geen telefoon heeft maar hij is er zeker van dat hij op [verdachte] heeft gestemd. Hij uit zijn inspanningen om meer mensen te werven, waaronder twee meisjes van de Franse kant. Een van hen heeft de hulp van [verdachte] nodig. Zij heeft een document bij een departement ingediend en dat document moet worden getekend worden om haar zaak te kunnen openen. [medeverdachte] verzekert [verdachte] dat hij zijn uiterste best voor hem gaat doen, want hij weet dat [verdachte] hetzelfde voor hem zou doen.
8. Het proces-verbaal van bevindingen van 24 mei 2024, pagina 36 van voornoemd eindproces-verbaal:
Starttijd: 11-01-2024 12:25:42
Van: +[nummer] (NNvr)
Tot: +[nummer] ([medeverdachte])
[medeverdachte]: But I tell you I yeah but what I telling you... ayu could just go and do the vote and just come and check me
NNvr: But you, you have to go and do the vote and get the picture of that we put the man name on It
[medeverdachte]: Yeah yeah, you know ..A..A...(stammering) ...[verdachte] , I think he wha...number [nummer]?
NNvr: Yeah [verdachte], I see he billboard there, ok cool. 1 understand. So be...so then we send the picture, after the picture we get the money, correct?
[medeverdachte]: Yeah, you just come through, yeah.
NNvr: Ok ok, I understand, alright no problem
[medeverdachte]: ....ntv....you just...you just set up your phone before you go In, just have your phone, just ayu do ayu thing, you just sneak a little pic, you know what I mean and come check me one time. NNvr: Alright
[medeverdachte]: I got 150 for each one, each one of ayu
NNvr: But [naam] (Fon-NG) wait. But [naam] you know they take down the curtains and thing, like It hard to take pictures and thing. Down here SP
[medeverdachte]: Yeah, St. Peters. But
[medeverdachte]: ....stammering....the people them that we send everybody take a picture though
NNvr: We going to see, we going to see how It go
[medeverdachte]: But If you can't... I done know ayu real man so just do your best.
NNvr: Yeah we going, we going to let you know.
9. Het proces-verbaal van “vote buying” Samsung Galaxy A71 verdachte [medeverdachte] van 30 juli 2024, pagina 30 van voornoemd eindproces-verbaal:
In de WhatsApp gesprekken tussen ‘[whatsapp username medeverdachte], zijnde verdachte [MEDEVERDACHTE], en contact ‘[naam]’ staat kort en zakelijk weergegeven dat:
Na voornoemd ‘system message’ vinden er op 11 januari 2024 alleen een aantal WhatsApp calls plaats. Op 12 januari 2024 omstreeks 07:45 uur stuurt [whatsapp username medeverdachte] de berichten: “Good morning bo boo” en “Was calling you to vote for my Bol [verdachte] yesterday for 200 bills” aan ‘[naam]’. Hierop antwoord: ‘[naam]’ met de berichten: “Ok”, “I was working”, “But I vote for him”, “My mother and sister vote for him” en “Because that’s my niece cousin”. - Waarop [whatsapp username medeverdachte] zegt: “Okk, That’s good”. ‘[naam]’ antwoord met: “Yea”. - Hierna zegt ‘[whatsapp username medeverdachte] : “So he deal up with them”. Waarop ‘[naam]’ antwoord met: “So I want my money now”. Maar dan zegt ‘[whatsapp username medeverdachte]: “Money finlshbl pay out to the people them I send” en “An you had to send me the pic you vote”.
Bewijsoverwegingen
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte van zowel van het hem primair als het subsidiair ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken. Zij heeft daartoe aangevoerd dat uit het dossier onvoldoende blijkt dat verdachte degene zou zijn geweest die medeverdachten [naam] en [naam] heeft aangezet tot het ronselen van stemmen en van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten geen sprake is.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Op 16 januari 2024 wordt onder medeverdachte [medeverdachte] een telefoon in beslag genomen naar aanleiding van een verdenking in een ander onderzoek. Uit de analyse van de datagegevens van de telefoon van [medeverdachte] volgt dat er mogelijk sprake is van ‘vote buying’ voor de statenverkiezingen op 11 januari 2024 te
Sint Maarten. Uit de analyse volgt voorts dat [whatsapp username medeverdachte] op WhatsApp gesprekken voert met onder andere [whatsapp username verdachte ]en ‘[whatsapp username]’.
Wie is wie?
Het Gerecht stelt op basis van voornoemde bewijsmiddelen vast dat [medeverdachte] met het telefoonnummer +[nummer] gebruik maakte van de gebruikersnaam [whatsapp username medeverdachte]en [medeverdachte] met het telefoonnummer +[nummer] in zijn telefoon staat opgeslagen als ‘[whatsapp username]’.
Verdachte heeft verklaard dat hij op 12 januari 2024 met het telefoonnummer [nummer] en de daaraan verbonden gebruikersnaam ‘[whatsapp username verdachte]’, via WhatsApp, een gesprek heeft gevoerd met [medeverdachte] [whatsapp username medeverdachte] over de uitkomst van de statenverkiezingen op 11 januari 2024 (“I got in by an inch brother” om
6:11:03 AM). De telefoon met dit telefoonnummer en deze gebruikersnaam is de bedrijfstelefoon van het bedrijf van zijn broer. De overige berichten in het dossier, die zijn uitgewisseld tussen [medeverdachte] en ‘[whatsapp username verdachte]’, zijn volgens verdachte niet door hem verstuurd. Ook de berichten niet slechts enkele minuten (6:13:56 AM) na “I got in by an inch brother”, in datzelfde gesprek.
Op 15 september 2023 wordt er door [whatsapp username verdachte] naar [medeverdachte] een video-opname gestuurd, waarop een man is te zien die een gele map omhoog houdt met de boodschap “See, I just got it”. De man in de video-opname wordt door een verbalisant herkend als verdachte, gelet op diens publiekelijke bekendheid.
Op de dag van de statenverkiezingen, 11 januari 2024 om 11.33 uur, bericht [medeverdachte] [whatsapp username verdachte] dat hij thuis is waarop [whatsapp username verdachte] antwoordt “Coming”. Twintig minuten later die dag vindt er tussen [medeverdachte] en [medeverdachte] een telefoongesprek plaats waarin een mannenstem op de achtergrond bij medeverdachte [naam] is te horen, die door verdachte is herkend als zijn stem. Ook dit is een -vrij sterke- aanwijzing dat verdachte achter de gebruikersnaam [whatsapp username verdachte] zit.
Op diezelfde dag omstreeks half drie wordt er tussen [medeverdachte] en [whatsapp username verdachte] via WhatsApp gesproken over twee meisjes van de Franse kant van het eiland. Eén van de meisjes heeft volgens [medeverdachte] de hulp van [verdachte] nodig. Zij heeft een document bij een departement ingediend en dat document moet worden getekend om haar zaak te kunnen openen.
Naar het oordeel van het Gerecht volgt uit het vorenstaande dat het verdachte is geweest die de gebruiker was van de telefoon met telefoonnummer [nummer] en de gebruikersnaam [whatsapp username verdachte] en op meerdere momenten contact had met medeverdachte [medeverdachte].
Vote-buying, voltooid delict
Voor een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde omkopingsdelict is vereist dat met een kiezer overeenstemming is bereikt over het niet dan wel op bepaalde wijze uitoefenen van zijn of haar kiesrecht. Er is sprake van overeenstemming ingeval een kiezer een gift en/of belofte aanneemt en daarbij de redelijke verwachting wekt dat hij zijn of haar kiesrecht op de gewenste manier zal uitoefenen. Of de kiezer zich vervolgens aan de bereikte overeenstemming heeft gehouden is voor de vraag of sprake is van omkoping in de hier bedoelde zin niet van belang. Ook niet is vereist dat een in het vooruitzicht gestelde beloning daadwerkelijk is gevolgd.
Uit voornoemde bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van het Gerecht dat op
11 januari 2024, de dag van de statenverkiezingen te Sint Maarten, door medeverdachte [naam] kiesgerechtigden zijn omgekocht. Met de kiezers werd overeenstemming bereikt door de belofte van een geldbedrag (van ten minste
150 USD) in ruil voor zijn of haar stem op nummer [nummer] van de lijst (verdachte). Dat de kiezers door medeverdachte [naam] vervolgens al dan niet daadwerkelijk zijn betaald doet aan de strafbaarheid van deze gedraging niet af.
Medeplegen
De vraag die het Gerecht vervolgens moet beantwoorden, is of verdachte bij deze gedraging als medepleger kan worden aangemerkt.
Het Gerecht stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard als is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen. Het accent ligt daarbij op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht. De intellectuele en/of materiële bijdrage van de verdachte aan het delict moet volgens vaste jurisprudentie van voldoende gewicht zijn.
Uit de bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van het Gerecht dat medeverdachte [naam] weliswaar degene was die actief kiezers ronselde maar dat verdachte dit proces (zorgvuldig) coördineerde en medeverdachte [naam] instrueerde. De ingevulde stembiljetten moesten van verdachte op ondubbelzinnige wijze worden gefotografeerd – waar medeverdachte [naam] daar als tussenpersoon dan weer zorg voor droeg – en de foto’s werden door verdachte gecontroleerd. Er mocht geen sprake zijn van half werk (dat er een mogelijkheid was dat er ook een andere cirkel in was gekleurd): “I am telling you how this work”. Pas na het sturen van (een door verdachte goedgekeurde) foto zou de kiezer het geld krijgen.
Daar komt bij dat uit het dossier niet blijkt dat er voor medeverdachte [naam] enige winst te behalen viel, alleen verdachte was gebaat bij (meer) stemmen op zijn naam. Verdachte had overduidelijk een sturende rol en (als Statenlid en mogelijk toekomstig Statenlid) in zekere zin ook een bepaalde machtspositie ten opzichte van medeverdachte [naam], zodat van medeplegen kan worden gesproken.
Het verweer wordt verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:44 juncto artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht en wordt als volgt gekwalificeerd:
medeplegen van, bij gelegenheid van een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing door gift of belofte iemand omkopen om zijn of eens anders kiesrecht hetzij niet, hetzij op bepaalde wijze uit te oefenen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.
Verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bewezen is verklaard dat verdachte zich samen met medeverdachte [medeverdachte] schuldig heeft gemaakt aan omkoping van kiesgerechtigden voor de statenverkiezingen te Sint Maarten op 11 januari 2024.
De officier van justitie heeft, uitgaande van een soortgelijke bewezenverklaring, gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, met aftrek van voorarrest, en ontzetting van het bekleden van ambten en het passief kiesrecht voor de duur van zes jaren en zes maanden.
De raadsvrouw heeft een strafmaatverweer gevoerd. Zij acht de eis van de officier van justitie fors en ook een taakstraf passender, mede gelet op de publiciteitsschade die verdachte door alle media-aandacht rondom de zaak reeds heeft ondervonden.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Het Gerecht stelt vast dat verdachte eerder met politie en/of justitie in aanraking is gekomen maar niet eerder voor een soortgelijk feit.
Verdachte heeft met zijn handelen samen met medeverdachte [naam] het fundament van de parlementaire democratie geraakt en het democratisch bestel en de samenleving van Sint Maarten (op slinkse wijze, uit eigen belang) bedoezeld, en zo mogelijk hier bovendien ten onrechte het nodige financiële voordeel van genoten. Hij heeft ervoor gezorgd dat in het geding is gebracht dat mogelijk niet de beste of meest overtuigende kandidaat wordt verkozen, maar degene door of voor wie de meeste stemmen worden afgekocht.
Het Gerecht rekent dit verdachte zwaar aan.
Het is niet voor het eerst dat Sint Maarten wordt geplaagd door berichten en kwesties rondom ‘vote buying’. Sint Maarten is klein en kwetsbaar en enkele honderden stemmen zijn al genoeg om te worden verkozen tot parlementariër, een verantwoordelijke functie en een van de best betalende binnen het Koninkrijk.
Het Gerecht ziet dan ook aanleiding om in de strafmaat rekening te houden met de generaal-preventieve werking die van straffen moet uitgaan, om niet alleen verdachte, maar ook anderen de norm duidelijk te maken.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde dan ook niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Het Gerecht acht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, met aftrek van voorarrest, passend en geboden.
Het Gerecht acht ook de door de officier van justitie gevorderde bijkomende straffen, met in het achterhoofd de vereiste integriteit van een politieman (on leave) en Statenlid passend. Verdachte bekleedt een belangrijke maatschappelijke en voorbeeldfunctie, en heeft met zijn handelen het gerechtvaardigde vertrouwen van de maatschappij door zijn gebrek aan integriteit ernstig beschaamd en ondergraven.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:62, 1:64 en 1:136 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder het primair ten laste gelegde heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot
een gevangenisstrafvoor de
18 (achttien) maanden;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
ontzet verdachte van het rechtom het ambt van ambtenaar te bekleden voor de duur van
6 (zes) jaren en 6 (zes) maanden;
ontzet verdachte het rechtom verkozen te worden als lid van de algemeen vertegenwoordigde organen voor de duur van
6 (zes) jaren en 6 (zes) maanden.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. R.M. van Vuure, bijgestaan door
mr. H.M. de Punder-van Dijk (zittingsgriffier), en op 8 januari 2025 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Sint Maarten.