[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres], thans gedetineerd.
raadsvrouw: mr. S.R. Bommel, advocaat te Sint Maarten
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op
30 oktober 2024, 29 januari 2025 en 12 maart 2025. De verdachte is telkens verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw.
De officier van justitie mr. F. Bons heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het primair ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zestien jaren, met aftrek van voorarrest.
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is het feit ten laste gelegd dat is vermeld op de dagvaarding. Een afschrift van de dagvaarding is aan dit vonnis gehecht.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op
of omstreeks11 juni 2024 te Sint Maarten, opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet
een ofmeerdere malen met een vuurwapen geschoten in het lichaam van die [slachtoffer], ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden, welke voren omschreven doodslag werd gevolgd
,envergezeld
en/of voorafgegaanvan enig strafbaar feit, te weten diefstal van een scooter (merk: [merk] ) en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit
voor te bereiden en/ofgemakkelijk te maken
en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregen te verzekeren.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd; omwille van de leesbaarheid zijn ook wijzigingen aangebracht in de bewezenverklaring (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.
Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisanten in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Sint Maarten (Team Bestrijding Zware Criminaliteit)
d.d. 24 oktober 2024, geregistreerd onder de onderzoeksnaam “CANADA24”.
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Sint Maarten.
1. Het proces-verbaal van bevindingen van 25 juni 2024, pagina 98 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende:
Op dinsdag 11 juni 2024, omstreeks 21.15 uur, kwam er een melding van de meldkamer binnen, dat er een aanrijding zou hebben plaatsgevonden en dat een man, op de Guanabay Road nabij Hope Estate, midden op het wegdek lag, met een gat in zijn nek. Het lichaam gaf geen teken van leven. Het slachtoffer bleek genaamd te zijn [slachtoffer].
2. Het forensisch autopsierapport (Forensic Medical Statement) van 28 juni 2024 door forensisch patholoog dr. L. Althaus, pagina 370, 373 en 374 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende:
Last name: [slachtoffer] First name(s): [slachtoffer]
Time of death/found dead: 11.06.2024, ca. 21.15, Guana Bay Road, SXM
1. gunshot was perforating (“in-out”) and 1 gunshot was penetrating (bullet visible inside the body).
The following bullet wound trajectories could be reconstructed (the listing does not mean the chronological order of the gunshots):
Gunshot trajectory 1: Penetrating gunshot with entry on the left chin, destroying the larynx, and most likely the main blood vessels on the right side of the neck, fracturing the second rib on the right side, causing a contusion of the upper lobe of the right lung, a massive hematoma of the mediastinum and fracturing the right scapula with end position of the bullet under the skin of the right upper back, next to the scapula. Gunshot trajectory from the front to the back, almost vertical and slightly from the left to the right. This gunshot was fatal (death-causing).
Gunshot trajectory 2: Perforating gunshot with entry on the left lower back, next to the middle, almost tangential to the skin, perforating the soft tissue of the right back with 4 smaller exit wounds on the right lower abdomen, most likely caused by a fragmented bullet after contact with the solid right iliac wing of the pelvis.
Gunshot trajectory from the left back to the right front, obviously very slightly descending.
CAUSE OF DEATH
Severe blood aspiration of both lungs in combination with bleeding to death.
MANNER OF DEATH
Non-natural. Homicide.
3. Het proces-verbaal van bevindingen beelden Hope Estate Road [nummer] van
24 juli 2024, pagina 425 tot en met 429 van voornoemd eindproces-verbaal (inclusief de bewegende beelden), inhoudende:
Locatie: Hope Estate [nummer]
Systeemtijd: 21:09:12 uur
Op de beelden is te zien dat de knipperlichten van de scooter van het slachtoffer aangingen en het slachtoffer in de richting van Guanabay Road reed.
Systeemtijd: 21:09:35 uur
Op de beelden is te zien dat de verdachte vanuit de linkerzijde van de straat verschijnt en in de richting van het slachtoffer gaat, die op een scooter was.
Voorts is te zien een flits waar de verdachte stond.
Op de beelden is te zien dat het slachtoffer en de scooter op de grond vallen.
Systeemtijd: 21:10:01 uur
Op de beelden is te zien dat dezelfde verdachte die de schoten had gelost, op de scooter van het slachtoffer stapte en wegreed.
Op de beelden is te zien dat op de plaats delict alleen de verdachte en het slachtoffer [slachtoffer] aanwezig waren. Het is duidelijk dat dezelfde verdachte die het slachtoffer [slachtoffer] had beschoten, ook degene is die de scooter heeft weggenomen.
4. Het proces-verbaal van forensisch onderzoek van 4 september 2024, pagina 273 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende:
Het sporenbeeld op de Hope Estate Drive, met name de afstand tussen de bloedsporen in de omgeving van spoor 4 tot aan waar het stoffelijke overschot werd aangetroffen, is een sterke aanwijzing dat het slachtoffer eerst gewond werd geraakt waardoor hij begon te bloeden en vervolgens zich heeft verplaatst tot
spoor 9 en uiteindelijk tot waar hij later neerstortte en overleed. Dit heeft plaatsgevonden over een afstand van ongeveer tien meter.
In het stuurwiel van de aangetroffen [merk] scooter op plaats delict 2 werd een kogelbeschadiging waargenomen. Deze kogelbeschadiging leek onafhankelijk te zijn van de schotverwondingen dat het slachtoffer had opgelopen. Gezien deze beschadiging bestaat de mogelijkheid dat er drie keer op de plaats delict te Hope Estate werd geschoten. Hieruit is er een sterke aanwijzing dat de [merk] scooter werd weggenomen van [slachtoffer] na het schietincident.
5. Het proces-verbaal van bevindingen van 12 juni 2024, pagina 107 en 108 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende:
Op 11 juni 2024 omstreeks 22.35 uur kregen wij, verbalisanten, de melding dat de scooter waarop het slachtoffer eerder op de avond had gereden in de omgeving van Over The Bank was gesignaleerd en dat de eigenaar een GPS-tracker op de scooter had geplaatst. De scooter werd aangetroffen achter de woning van perceel
nummer [nummer], [adres]. Toen [getuige 1] de scooter zag hoorde ik, verbalisant, dat [getuige 1] met luide stem zei “Look it here”.
6. Het proces-verbaal van bevindingen beelden bekijken [supermarkt 1] van 20 juni 2024, pagina 437 tot en met 439 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende:
Locatie: [supermarkt 1] Systeemtijd: 19:29:39 uur
Ik zie een man met een lichtgrijs T-shirt, een lange grijze broek en een schoudertas.
Een close-up shot van de man is hieronder weergegeven. Ik zie dat hij gevlochten haren heeft tot aan de bovenzijde van zijn rug, een zwart- en witgekleurde schoudertas en zwartgekleurde slippers met drie streepjes draagt. Ik zie dat hij een lange grijze broek draagt met een wit logo van het merk NIKE op zijn linkerbeen.
Ik zie dat de man een klein baardje heeft rond zijn kin. De man loopt verder in de richting van de [supermarkt 2].
7. Het proces-verbaal van bevindingen beelden bekijken [supermarkt 2] van 14 juni 2024, pagina 449 tot en met 451 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende:
Locatie: [supermarkt 2] Daadwerkelijke tijd: 19:34:13 uur
Een persoon met gevlochten haar, gekleed in een oversized grijsgekleurd T-shirt met korte mouwen, een zwarte- met witgekleurde schoudertas, donkergrijs gekleurde lange broek en met zwart- met witgekleurde slippers aan liep door beeld. Ik zag dat hij uit de richting kwam van [supermarkt 1].
Ik zag dat de man met het grijze T-shirt de hoek om liep van [supermarkt 2]. Ik zag dat de man zijn weg vervolgende op de O’Nasha Jones St. Op deze beelden zijn de schouderband van de tas, de slippers en de vlechten beter zichtbaar. Vermoedelijk ging de man een huis in aan de linkerzijde van de straat.
Locatie: [supermarkt 2] Daadwerkelijke tijd: 21:16:59 uur
lk zag een scooter met rode accenten, vermoedelijk die werd weggenomen van het slachtoffer ([slachtoffer]), rijdend op de O’Nasha Jones St. komende uit de richting van de Backstreet en gaande in de richting van de Pantophlet St. lk zag dat de bestuurder van de scooter hetzelfde signalement heeft van de man die ik eerder op de avond in de straat zag lopen. lk zag dat de bestuurder van de scooter gekleed was in een oversized grijsgekleurd T-shirt, donkergrijs gekleurde lange broek met zwart- en witgekleurd slippers aan.
lk zag een koplamp (vermoedelijk van een scooter) rijdend op [adres]. komende uit de richting van de Pantophlet St. lk zag dat de vermoedelijke scooter het perceel van een woning op reed linksboven in beeld. lk zag de vermoedelijke scooter vervolgens niet meer uit het perceel komen.
8. Het proces-verbaal van verhoor [getuige 2] (de moeder van de verdachte) van 11 september 2024, pagina 253, 256 en 257 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende:
Q: Where all did [verdachte] reside?
A: He recently move with me to [woonplaats]. Before that he was living in town with my mom.
R: We are going to show you footage from [supermarkt 1] in town.
A: It is blurry but it is him.
Q: How are you sure that it is him?
A: I could see that, that is my son.
R: We showed the witness the footages from the [supermarkt 2] camera that is aiming on [naam] Road in Philipsburg.
Q: Who do you see on this footage?
A: This is my son.
9. Het proces-verbaal van bevindingen WhatsApp gesprek tussen [getuige 3] en [verdachte] van 12 juni 2024, pagina 118 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende:
Tijdens onderzoek in de telefoon van [getuige 3] werd een WhatsApp-gesprek gevonden tussen [getuige 3] en een contactpersoon opgeslagen onder de naam ‘[bijnaam verdachte]’. Het opgeslagen contact ‘[bijnaam verdachte]’ heeft het telefoonnummer [nummer]. Dit telefoonnummer werd ook in de telefoon van de moeder van [verdachte] aangetroffen, waar het opgeslagen was als ‘[naam verdachte]’.
10. Het proces-verbaal van 2e verhoor verdachte [getuige 3] van 29 juli 2024, pagina 87 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende:
Aan de verdachte worden de stills getoond van de camerabeelden van [supermarkt 1] van 11 juni 2025 omstreeks 19.30 uur.
Q: Do you recognize this man?
A: Yes I do gypsy for him.
Q: Do you know his name?
A: No but I know him as ‘[bijnaam verdachte].
We are going to show you camera footage of [supermarkt 3] ([adres]), the Gas station at the [naam] road and CCTV.
Q: Do you recognize your car?
A Yes this is my [merk].
Q: Was ‘[bijnaam verdachte] in your car the 11th of June?
A: Yes.
Q: Can you explain us the car ride?
A: Then we went the [adres]. We left and around the corner we saw ‘[bijnaam verdachte] (the guy on the pictures). I turned to him and asked to him: “how come that you are coming with me now?”. Normally I pick him at the [adres] at Tuesdays later in the night. Just that day he came with me early. He stepped in my car and wanted to go to Guana Bay.
What happened after?
A: So the four of us went to Guana Bay. We made a stop at the Bush Road gas station. After that we reached Guana Bay, [naam]. ‘[bijnaam verdachte] stepped out and I didn’t see him anymore after.
Q: Where you still there when the police arrived?
A: Yes I was there. I think we even heard the gun shots. We couldn’t leave anymore because the police had the road blocked off.
Q: How do you describe your relationship with ‘[bijnaam verdachte]?
A: A good client. I drove him almost everyday to work and back home. He worked at [bedrijf].
11. Het proces-verbaal van bevindingen beelden bekijken [supermarkt 2] van
24 juni 2024, pagina 446 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende:
Locatie: [supermarkt 2] Daadwerkelijke tijd: 20:06:53 uur
Ik zie dat een persoon gekleed in grijsgekleurde kleding in de witgekleurde Kia Picanto stap.
12. Het proces-verbaal van bevindingen beelden bekijken [supermarkt 4] van 20 juni 2024, pagina 460 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende:
Camera: [supermarkt 4] Systeemtijd: 21:13:30 uur
Ik zag dat de scooter op de Bunnet Shell Drive reed komende uit de richting Hope Estate Road.
Ik zag dat de scooter qua vorm grote gelijkenissen vertroonde met de scooter waar het slachtoffer op reed. Ik zag dat de man op de scooter een donkere huidskleur heeft, een lichtgrijs T-shirt en een grijze broek droeg.
13. Het proces-verbaal van bevindingen beelden bekijken Backstreet [nummer] van 17 juni 2024, pagina 473 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende:
Locatie: Backstreet Daadwerkelijke tijd: 21:16:50
Ik zie een roodgekleurde scooter (vermoedelijk de scooter die op het moment van de schietpartij van het slachtoffer was afgepakt) rijdend dop de Backstreet en gaande in de richting Longwall Road. Ik zie dat de bestuurder is gekleed in een grijsgekleurd T-shirt en donkergrijs gekleurde lange broek.
Ik zie dat de man op de scooter een donkergrijs gekleurde lange broek draagt en zwart- met witte slipper aan zijn voet heeft.
14. Het proces-verbaal van bevindingen beelden O’Nasha Jones Straat [nummer] van
26 juni 2024, pagina 396 tot en met 399 van voornoemd eindproces-verbaal:
Locatie: O’Nasha Jones Straat [nummer]
Ik zag dat een scooter op de O’Nasha Jones straat reed komende uit de richting van Longwall Road. Gezien het onderzoek naar de beelden van naastgelegen beveiligingscamera’s herken ik hier de weggenomen scooter met daarop de verdachte. Ik zag dat de scooter weer terugkwam en reed in de richting van Longwall Road.
Ik zag een man met een donker huidskleur, lichtgrijze T-shirt op de O’Nasha Jones Straat lopen, komende uit de richting van de Longwall Road en gaande in de richting van de Ruben Panto Straat. Gezien het onderzoek naar de overige camerabeelden vermoed ik dat dit de verdachte is die werd waargenomen op de weggenomen scooter. Ik zag dat de man op de Ruben Panto Straat liep richting Little Bay Road.
15. Het proces-verbaal van bevindingen van 30 augustus 2024, pagina 137 en 138 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende:
Op de camerabeelden van de camerabeelden van de woning [adres] is goed te zien hoe de man (die werd herkend als [verdachte]) omstreeks 19.30 uur langs de woning liep tijdens zijn ‘blokje om’. Omstreeks 21.20 uur liep de verdachte langs de woning [adres]. Ik zag dat het postuur van de verdachte en het loopje grote gelijkenissen vertoonde met de man die eerder op de avond ‘een blokje om’ liep. Gezien de grote gelijkenissen vermoed ik dat het dezelfde persoon betreft. Op de camerabeelden is ook duidelijk te zien dat de verdachte dezelfde (dan wel gelijkende) donkere slippers draagt met witte strepen (model Adidas).
16. Het proces-verbaal van bevindingen beelden bekijken CCTV van 19 juni 2024, pagina 417 en 418 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende:
Camera: Little Bay Road Systeemtijd: 21:22:57 uur
Ik zag dat deze scooter verder reed op de Little Bay Road richting Octavius L. Richardson Road. Ik zag dat het lichtgrijze oversized T-shirt grote overeenkomsten vertoonde met die van de man die eerder op de scooter van het slachtoffer werd waargenomen. Ik zag dat de gevlochten haren qua kleur, vorm en lengte grote overeenkomsten vertoonde.
Locatie: CCTV Systeemtijd: 21:31:42 uur
Ik zag dat de scooter op de Suckergarden Road reed richting Difiance.
17. Het rapport DNA-onderzoek naar aanleiding van een schietincident met dodelijke afloop in Guanabay op 11 juni 2024 door NFI-deskundige P.W. Sjoukema van 10 oktober 2024, pagina 377 en 378 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende:
AAPA5859NL#01 rechter gashandgreep
DNA kan afkomstig zijn van: Bewijskracht:
een relatief grote hoeveelheid DNA:
- slachtoffer [slachtoffer] - meer dan 1 miljard
een relatief kleine hoeveelheid DNA:
- verdachte [verdachte] - meer dan 1 miljard
AAPA5860NL#01 linker gashandgreep
DNA kan afkomstig zijn van: Bewijskracht:
- slachtoffer [slachtoffer] - meer dan 1 miljard
- verdachte [verdachte] - meer dan 1 miljard
AAPA5859NL#01 (rechter gashandgreep)
Voor deze bemonstering is de bewijskracht ten aanzien van slachtoffer [slachtoffer] en verdachte [verdachte] berekend. Hierbij is aangenomen dat de bemonstering DNA bevat van drie personen.
Ten aanzien van verdachte [verdachte]:
DNA-mengprofiel AAPA5859NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van verdachte [verdachte] en twee willekeurige onbekende personen, dan wanneer het DNA afkomstig is van drie willekeurige onbekende personen.
AAPA5860NL#01 (linker handgreep)
Voor deze bemonstering is de bewijskracht ten aanzien van slachtoffer [slachtoffer] en verdachte [verdachte] berekend. Hierbij is aangenomen dat de bemonstering DNA bevat van drie personen.
Ten aanzien van verdachte [verdachte]:
DNA-mengprofiel AAPA5860NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van verdachte [verdachte] en twee willekeurige onbekende personen, dan wanneer het DNA afkomstig is van drie willekeurige onbekende personen.
18. Het proces-verbaal van getuigenverhoor (na verwijzing) door de rechter-commissaris van [getuige 1] van 5 maart 2025, inhoudende:
Ik heb de bike voor het incident gekocht. U rechter-commissaris laat mij een kwitantie zien van de bike die in het dossier zit en vraagt mij of de datum van
28 mei 2024 klopt. Ja, dat klopt helemaal, want ik heb de scooter op mijn verjaardag geleverd gekregen.
Did you borrow your bike to friends?
Ik leende de bike maar aan 1 vriend en dat was [slachtoffer].
Do you remember if you borrowed your bike to [verdachte]?
Ik heb mijn bike nooit aan [verdachte] uitgeleend.
19. Het proces-verbaal van getuigenverhoor (na verwijzing) door de rechter-commissaris van [getuige 4] van 5 maart 2025, inhoudende:
Do you remember seeing [verdachte] the day of the shooting incident if so, can you tell us more or less around what time did you see him?
Nee. Ik zag hem de dag van het incident maar niet toen het incident plaatsvond. U vraagt mij welke tijd ik hem zag. Dat weet ik niet meer specifiek. Ik denk dat het tussen 12:00 en 13:00 uur was, rond lunchtijd.
U vraagt mij of ik op de avond van het schietincident met [verdachte] was.
Nee, ik was niet met [verdachte].
Bewijsoverwegingen
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde. De verdachte was in Hope Estate vlak voor de schietpartij, de schutter is degene die de scooter heeft weggenomen en de gestolen scooter – met daarop het DNA van de verdachte - wordt vlak na het schietincident aangetroffen in de tuin van de woning van de oma en de broer van de verdachte.
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte van het hem ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. Er is geen onomstotelijk bewijs dat de verdachte degene is geweest die het slachtoffer heeft neergeschoten en de scooter heeft weggenomen.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Op 11 juni 2024 omstreeks 21.15 uur wordt het slachtoffer [slachtoffer] in
Hope Estate zwaargewond op straat aangetroffen en overlijdt hij daar niet veel later aan zijn verwondingen.
Uit het forensisch autopsierapport blijkt van twee schotverwondingen bij het slachtoffer. Een schotverwonding (in en uit) in de middenrug met een bijna horizontale kogelbaan van links naar rechts en een schotverwonding in de kin, met een neerwaartse kogelbaan van links naar rechts, welk schot fataal is geweest en de dood heeft veroorzaakt. Het slachtoffer is een niet-natuurlijke dood gestorven door ernstige bloedaspiratie van beide longen in combinatie met doodbloeden.
Op de camerabeelden van [adres] is te zien dat het slachtoffer die avond omstreeks 21:09 uur op een scooter wegrijdt vanuit Hope Estate in de richting van
Guanabay Road. Een paar seconden later is er op die beelden een persoon te zien die op het slachtoffer afloopt. Er is een flits te zien en dat het slachtoffer en de scooter op de grond vallen. Bij het afspelen van de beelden zijn er drie schoten te horen.
Tussenconclusie 1
Het Gerecht stelt vast dat omstreeks 21:09 uur in ieder geval tweemaal op het slachtoffer is geschoten, ten gevolge waarvan het slachtoffer is overleden.
Is degene die de scooter wegneemt de schutter?
Vervolgens is op de beelden te zien dat de persoon op de scooter van het slachtoffer stapt en op de scooter van het slachtoffer wegrijdt.
Het Gerecht gaat er in haar overwegingen van uit dat degene die de scooter wegneemt en de schoten heeft gelost een en dezelfde persoon is. Het (door de raadsvrouw geschetst) scenario, dat het slachtoffer ook na het wegnemen van de scooter neergeschoten kan zijn, acht het Gerecht niet aannemelijk. Op de camerabeelden zijn slechts twee personen te zien, waarvan één het slachtoffer is, die omstreeks 21.15 uur zwaargewond op straat wordt aangetroffen. Uit de camerabeelden volgt voorts dat de enige (drie) schoten die te horen zijn, worden gelost voordat de persoon op de scooter van het slachtoffer wegrijdt en later is ook in het stuurwiel van de scooter een kogelbeschadiging waargenomen. Dat er na het wegrijden van de persoon op de scooter op de beelden nog beweging is te zien is te verklaren nu het slachtoffer nadat hij gewond is geraakt, gelet op het aangetroffen bloedspoor, zich vermoedelijk nog zo’n tien meter heeft verplaatst, voordat hij is neergestort en aan zijn verwondingen overleed.
Tussenconclusie 2
Dit maakt naar het oordeel van het Gerecht dat het niet anders kan dan dat de persoon die de scooter heeft weggenomen, het slachtoffer van het leven heeft beroofd.
Is de verdachte degene die de scooter heeft weggenomen?
De (door het slachtoffer van [getuige 1] geleende) scooter wordt door de politie omstreeks 22.35 uur die avond gevonden in de tuin van de woning van de oma en de broer van de verdachte. Een woning waar ook de verdachte heeft gewoond. Dit is de eerste aanwijzing die wijst naar de verdachte.
Uit de camerabeelden van onder andere de [supermarkt 1] blijkt dat de verdachte eerder die avond omstreeks 19.30 uur in de buurt was van die woning. De moeder van de verdachte heeft de persoon op die beelden herkend als haar zoon, zijnde de verdachte. Ook de verdachte heeft verklaard dat hij dit is.
De verdachte draagt op die beelden een lichtgrijs T-shirt, een lange grijze broek en zwart met wit gekleurde slippers met strepen.
Aan [getuige 3] worden tijdens zijn verhoor foto’s getoond (de foto’s waarop de verdachte door zijn moeder is herkend), waarop [getuige 3] verklaart dat hij deze man (her)kent als ‘[bijnaam verdachte]’. In de telefoon van [getuige 3] staat ‘[bijnaam verdachte]’ opgeslagen met het telefoonnummer [telefoon nummer]. Dat is hetzelfde telefoonnummer dat in de telefoon van de moeder van de verdachte staat opgeslagen als [verdachte]. Het Gerecht gaat er dan ook van uit dat met [bijnaam verdachte] de verdachte wordt bedoeld.
[Getuige 3] verklaart dat hij de verdachte op 11 juni 2024 in de avond heeft opgehaald in de O’Nasha Jones Straat en hem op zijn verzoek naar Guana Bay, Hope Estate heeft gebracht. De verdachte is hier vervolgens uit de auto gestapt en [getuige 3] heeft hem daarna niet meer gezien.
Dat [getuige 3] zich vergist in de datum omdat hij de verdachte vaker rond zou rijden (zoals door de raadsvrouw gesteld) acht het Gerecht zeer onwaarschijnlijk. [Getuige 3] verklaart dat hij die avond uit Hope Estate niet weg kon komen omdat de politie (vanwege het schietincident) de weg had geblokkeerd en denkt de schoten zelfs te hebben gehoord. Bovendien is de auto van [getuige 3] omstreeks
20.04 uur te zien op camerabeelden in de O’Nasha Jones Street (en dat hier een persoon in grijsgekleurde kleding instapt), zodat het Gerecht geen enkele reden heeft om aan de verklaring van [getuige 3] te twijfelen.
De verdachte heeft verklaard dat hij ten tijde van het schietincident “in town” was. Hij was daar op straat en in de woning van [getuige 4]. [Getuige 4] verklaart dat hij de avond van het schietincident niet met de verdachte was. Hij heeft hem alleen eerder die dag gezien, rond lunchtijd.
Dit maakt dat voor het Gerecht vaststaat dat de verdachte vlak voor het schietincident, nabij de latere plaats delict in Hope Estate was. De tweede aanwijzing die wijst naar de verdachte.
De scooter van het slachtoffer wordt enkele minuten na het schietincident niet ver van de plaats delict vastgelegd op een beveiligingscamera. Het signalement van de bestuurder van de scooter komt overeen met het signalement van de verdachte van eerder die avond: een grijsgekleurd T-shirt, een donkergrijs gekleurde lange broek en zwart met wit gekleurde slippers. De derde aanwijzing die richting de verdachte wijst.
De scooter wordt door middel van camerabeelden gevolgd tot O’Nasha Jones Street (de locatie waar de verdachte eerder die avond door [getuige 3] werd opgehaald) en verdwijnt uit beeld op een punt gelegen nabij de woning van de oma en de broer van de verdachte, waar de scooter van het slachtoffer later die avond door de politie wordt aangetroffen.
Enkele minuten hierna wordt in de Ruben Panto Straat (een zijstraat van de O’Nasha Jones Straat) een persoon lopend waargenomen, die qua uiterlijke verschijningsvormen en kleding sterke gelijkenissen vertoont met de verdachte.
Twee minuten later komt uit diezelfde straat een (andere) scooter gereden. De bestuurder van de scooter vertoont grote gelijkenissen met die van de man die eerder op de scooter van het slachtoffer reed. De scooter wordt door middel van camerabeelden gevolgd tot de Sucker Garden Road in de richting van [woonplaats], waar de verdachte woont.
Op de bij de woning van de oma en de broer van de verdachte aangetroffen scooter, waarvan door de eigenaar [getuige 1] is bevestigd dat dit de scooter is die door hem aan het slachtoffer is uitgeleend, wordt zowel op het linker als het rechter handvat DNA van de verdachte aangetroffen. De vierde, en zeer sterke, aanwijzing die naar de verdachte wijst.
De verdachte verklaart (pas nadat de resultaten van het DNA-onderzoek hem bekend waren) dat hij [getuige 1] kent en in het verleden op zijn scooter heeft gereden. Hij kan niet inschatten of dit zes maanden geleden is geweest of slechts een paar dagen voor het schietincident. [Getuige 1] verklaart zijn (toen net twee weken nieuwe) scooter nooit aan de verdachte te hebben uitgeleend.
Tussenconclusie 3
Deze genoemde aanwijzingen en het ontbreken van een logische verklaring van de verdachte maken naar het oordeel van het Gerecht dat het niet anders kan dan dat het de verdachte is geweest die de scooter van het slachtoffer heeft weggenomen.
Eindconclusie
Naar het oordeel van het Gerecht kan, gelet op vorenstaande in onderlinge samenhang bezien, de primair aan de verdachte ten laste gelegde gekwalificeerde doodslag op [slachtoffer] wettig en overtuigend worden bewezen.
Naar de uiterlijke verschijningsvorm van het handelen van de verdachte, door twee keer van dichtbij op vitale delen te schieten, en de korte tijdspanne als hiervoor omschreven kan het Gerecht niet tot een andere conclusie komen dan dat de verdachte het slachtoffer met vol opzet van het leven heeft beroofd met het oogmerk de diefstal van de scooter gemakkelijk te maken.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:260 van het Wetboek van Strafrecht en wordt als volgt gekwalificeerd:
doodslag gevolgd en vergezeld van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit gemakkelijk te maken
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bewezen is verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde, de gekwalificeerde doodslag op [slachtoffer].
De officier van justitie heeft, uitgaande van eenzelfde bewezenverklaring, gevorderd dat de verdachte daarvoor zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zestien jaren, met aftrek van voorarrest.
De raadsvrouw heeft gelet op de bepleite vrijspraak geen strafmaatverweer gevoerd.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
In dat verband kan aansluiting worden gezocht bij de oriëntatiepunten straftoemeting, waarin het gebruikelijke rechterlijke straftoemetingsbeleid van het Hof en de Gerechten in eerste aanleg zijn neerslag heeft gevonden. Daarin wordt voor een “gekwalificeerde doodslag” als indicatie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zestien jaren gegeven.
Op 11 juni 2024 heeft de verdachte [slachtoffer] van het leven beroofd om zo diens scooter te kunnen stelen. Om de diefstal gemakkelijk te maken heeft de verdachte op grove, gewetenloze en nietsontziende wijze in ieder geval twee keer op het slachtoffer geschoten, in de kin en de middenrug. Hierna is de verdachte op de scooter van het slachtoffer weggereden en heeft hij het slachtoffer in hulpeloze toestand en zwaar gewond op straat achtergelaten. Uit het forensisch onderzoek blijkt dat het slachtoffer nog even heeft geleefd en - kort na het arriveren van de hulpdiensten - op straat een vreselijke dood is gestorven, ten gevolge van zijn verwondingen. Op die avond heeft een jonge man van slechts 22 jaar zijn leven verloren, enkel ten gevolg van het bestiale feit dat de verdachte zijn zinnen had gezet op de scooter. De verdachte heeft uit zelfzucht het slachtoffer het meest fundamentele recht waarover de mens beschikt ontnomen: het recht op leven. Het verlies van leven is onomkeerbaar en leidt tot enorm verdriet en levenslang gemis bij de naasten van het slachtoffer, hetgeen vaak gepaard gaat met gevoelens van machteloosheid en woede. De verdachte heeft door zijn handelen niet alleen leed veroorzaakt bij de nabestaanden van het slachtoffer maar ook bij de samenleving gevoelens van angst en onveiligheid versterkt. Sint Maarten kampt al geruime tijd met veel vuurwapenbezit en -geweld en de verdachte heeft met zijn handelen laten zien dat dit niet slechts beperkt blijft tot binnen ‘het criminele circuit’. Het Gerecht rekent dit alles de verdachte zwaar aan.
De verdachte heeft steeds zijn betrokkenheid ontkend, zodat er weinig inzicht is verkregen in het (psycho)sociaal functioneren van de verdachte en in de strafoverwegingen dan ook geen rekening mee kan worden gehouden.
In de leeftijd van verdachte ziet het Gerecht aanleiding de eis van de officier van justitie iets te matigen maar naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op vorenstaande niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een langdurige onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
De overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte geven geen aanleiding tot een ander oordeel.
Het Gerecht komt, na dit alles te hebben afgewogen, tot de slotsom dat een gevangenisstraf voor de duur van veertien jaren, met aftrek van voorarrest, passend en geboden is en zal de verdachte daartoe veroordelen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op het reeds aangehaalde wettelijke voorschrift, gegrond op artikel 1:62, zoals dit luidde ten tijde van het bewezen verklaarde.