Uitspraak
1.[verzoekster ],
2. [verzoeker 2],
3. [verzoeker 3],
hierna gezamenlijk aan te duiden als NLGY,
1.[belanghebbende 1],
1.Inleiding
De Minister is in persoon verschenen, vergezeld van de heer T. Snyder, legal advisor, bijgestaan door de gemachtigden S.H.M. Ibrahim en G.B. Simmons-De Jong (via videoverbinding). De derde-belanghebbenden zijn in persoon verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde (via videoverbinding).
2.Beoordeling door het Gerecht
In oktober 2023 is het ontwerp van het bouwproject aangepast en opnieuw ingediend in november 2023.
Op 9 februari 2024 is de bouwvergunning verleend voor het bouwproject [naam project]. Bij de verleende bouwvergunning zijn tevens de ingediende tekeningen ‘Situation plan excavation’ en ‘Civil permit request for demolition’ afgestempeld door VROMI, gedateerd 9 februari 2024.
Your present civil works activities are in clear violation of the following article:
1. Article 28a, 19 &20 of the National Ordinance on Spatial Development Planning (AB 2021, no. 06).
Een belangenafweging dient in het voordeel van [verzoekster] uit te vallen. Door de bouwstop lijdt [verzoekster] dagelijks een schade van US$ 128.850,-, als gevolg van aangegane verbintenissen en boetebedingen. Verder is sprake van grote imagoschade en negatieve effecten op de verkoop van units in het project. Dit is niet volledig te redresseren door schadevergoeding. Bovendien is het de vraag of het Land schadevergoedingen van een dergelijke omvang kan betalen.
Enkel wanneer er twijfels zijn over de rechtmatigheid van het besluit, vindt een belangenafweging plaats. Het belang van de Minister is gelegen in het kunnen beoordelen of de voorgenomen werken uit oogpunt van algemeen belang ernstig bezwaar zouden opleveren (a) wegens onherstelbare aantasting van de natuur, het milieu of het huidige gebruik van de grond en de omringende gronden of (b) wegens onherstelbare inbreuk op de te verwachten ruimtelijke ontwikkeling van de grond en de omringende gronden. Dit belang weegt zwaarder dan het financiële belang van [verzoekster], dat bovendien beperkter is dan wordt voorgesteld, omdat de Minister aan [verzoekster] de ruimte heeft geboden door te gaan met de mobiliseringswerkzaamheden op het terrein. Dit zou de bouwvertraging moeten minimaliseren.
Het Gerecht wijst erop dat de Landsverordening ruimtelijke ontwikkelingsplanning termijnen voorschrijft waarbinnen de Minister op een verzoek voor een civil permit moet beslissen. Bij het uitblijven van een beslissing had het op de weg van [verzoekster] gelegen om de juridische wegen te bewandelen om die beslissing alsnog te verkrijgen.
Het is nu aan [verzoekster] om de civil permit aanvraag en onderliggende bescheiden zo snel mogelijk in te dienen bij de Minister, zodat deze daarop kan beslissen. Het Gerecht gaat ervan uit dat de Minister zijn toezegging om vervolgens op zeer korte termijn te beslissen, gestand zal doen.