ECLI:NL:OGEAM:2025:118

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
19 november 2025
Publicatiedatum
28 november 2025
Zaaknummer
SXM20200855
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Loonvordering overwerk, maaltijdvergoeding en vakantiedagen met deskundigenbenoeming

In deze zaak vordert eiseres, die vanaf 7 januari 2020 bij VIP GUARDS & ERRANDS N.V. werkte, betaling van kosten voor haar verblijfsvergunning, overwerkvergoeding, maaltijdvergoeding en niet-genoten vakantiedagen. Eiseres heeft haar arbeidsovereenkomst met VIP per april 2024 beëindigd en stelt dat zij recht heeft op diverse vergoedingen over de periode van januari 2020 tot december 2024. VIP betwist de vorderingen en voert aan dat eiseres een schemawerker is, wat invloed heeft op de berekening van de overwerkvergoeding. Het Gerecht heeft in een tussenvonnis geoordeeld dat eiseres zich verder moet uitlaten over haar vordering voor de verblijfsvergunning en dat VIP zich moet uitlaten over de maaltijdvergoedingen. Voor de overwerkvergoeding zal een deskundige worden benoemd om de berekeningen te maken, waarbij rekening wordt gehouden met de status van eiseres als schemawerker. De zaak is verwezen naar de rol voor verdere uitlatingen van partijen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummer: SXM20200855
Vonnis d.d. 19 november 2025
Vonnis
in de zaak van
[eiseres],
wonend in Sint Maarten,
eiseres,
gemachtigde: mr. C. Marica,
tegen
de naamloze vennootschap
VIP GUARDS & ERRANDS N.V.,
gevestigd in Sint Maarten,
gedaagde,
gemachtigde: mr. C.R. Merx.
De partijen zullen hierna ‘[eiseres]’ en ‘VIP’ worden genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift met producties dat [eiseres] op 14 augustus 2025 heeft ingediend;
  • de mondelinge behandeling van 17 september 2025 en de bij die gelegenheid van de zijde van [eiseres] overgelegde spreekaantekeningen
  • het verweerschrift dat VIP op 22 oktober 2025 heeft ingediend
  • de akte wijziging van eis van [eiseres], op 24 oktober 2025 ingediend
  • het aanvullend verweer van VIP, op 28 oktober 2025 ingediend
  • de voortgezette mondelinge behandeling van 29 oktober 2025.
1.2.
Na de mondelinge behandeling is de beslissing in deze zaak bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1. [
eiseres] werkte vanaf 7 januari 2020 bij VIP als ‘[functie]’ voor veertig uren per week. Zij kwam uit [land] en had op de datum van indiensttreding nog geen verblijfsvergunning. Vanaf april 2024 heeft [eiseres] voor het laatst gewerkt, en beide partijen beschouwen de arbeidsovereenkomst als thans te zijn beëindigd. In deze procedure vordert [eiseres] betaling van de kosten die zij heeft gemaakt voor haar verblijfsvergunning. Daarnaast vordert zij een afrekening van een vergoeding voor overwerk, maaltijdvergoeding en vergoeding van niet-genoten vakantiedagen, alles over de periode januari 2020 - december 2024. Zij wil dat over de door haar gevorderde vergoedingen voor overwerk en maaltijden en de niet -genoten vakantiedagen de wettelijke verhoging van 50% wordt toegekend. VIP is het niet eens met de vorderingen en voert verweer.
Samenvatting van het oordeel
2.2.
Het Gerecht oordeelt dat [eiseres] zich nader moet uitlaten over de door haar gevorderde vergoeding van haar kosten voor een verblijfsvergunning en haar vordering met betrekking tot niet-genoten vakantiedagen. VIP moet zich nader uitlaten over zijn verweer met betrekking tot de door [eiseres] gevorderde maaltijdvergoedingen. Voor een oordeel van de gevorderde overwerk- en maaltijdvergoedingen wil de rechter dat een deskundige een berekening maakt. Partijen krijgen de gelegenheid om zich uit te laten over de daarvoor te benoemen persoon en de aan hem of haar voor te leggen vragen. De zaak zal daarvoor naar de (arbeids)rol worden verwezen. Hierna wordt uitgelegd hoe het Gerecht tot deze tussenbeslissing is gekomen.
Kosten verblijfsvergunning
2.3. [
eiseres] heeft, naar zij onbestreden heeft gesteld, Cg 3.550,02 aan kosten moeten maken aan een consultant die haar zou helpen bij het aanvragen van een verblijfsvergunning. Deze kosten heeft zij voor niets gemaakt omdat VIP de aanvraag voor haar tewerkstellingsvergunning heeft ingetrokken waardoor zij met haar verblijfsvergunning niet verder kan. VIP voert het verweer dat zij herhaaldelijk hulp heeft geboden bij de aanvraagprocedure, maar dat eiseres de daarvoor vereiste documenten niet tijdig aanleverde. Echter, dat verweer laat onverlet het verwijt dat VIP wordt gemaakt dat zij de aanvraag voor de tewerkstellingsvergunning heeft ingetrokken. Tegelijkertijd volgt uit de door [eiseres] gegeven toelichting niet dat zij geen verblijfsvergunning meer kan krijgen via een eventuele nieuwe werkgever, in welk geval de reeds gemaakte kosten voor een verblijfsvergunning mogelijk niet voor niet zijn geweest. Verder blijkt uit de gegeven toelichting niet dat als [eiseres] destijds al een verblijfsvergunning zou hebben kunnen krijgen, deze niet afhankelijk zou zijn gesteld van het behoud van haar arbeidsovereenkomst bij VIP. In dat geval zou haar verblijfsvergunning door het einde van de arbeidsovereenkomst zijn geëindigd en maakt het voor nu niet uit dat zij die toen niet heeft gekregen. [eiseres] zal het een en ander verder moeten toelichten in een akte. Daarop kan VIP te zijner tijd met een antwoordakte reageren. In haar antwoordakte zal VIP dan moeten toelichten, met stukken onderbouwd, wat zij heeft ondernomen om voor [eiseres] een tewerkstellingsvergunning te verkrijgen. Daarbij zal zij tevens moeten aangeven wanneer zij deze aanvraag heeft ingetrokken of gestopt, en wat daarvoor de aanleiding was en of, en hoe, zij [eiseres] daarover heeft geïnformeerd.
2.4.
Overgens heeft VIP in haar verweerschrift aangegeven dat zij bereid is van de hier besproken vordering Cg 1.600,00 te betalen en heeft zij geconcludeerd dat zij de vordering tot die tot die hoogte ook erkent.
Overwerkvergoeding
2.5. [
eiseres] vordert een vergoeding van Cg 23.916,51 voor uren die niet als overwerkuren maar als normale uren aan haar zijn uitbetaald over de periode januari 2020 – december 2024. [eiseres] werkte volgens een maandelijks op te stellen rooster voor 8 uur per dag, 40 uur per week en 160 uur per maand. VIP betaalde wel haar extra uren maar betaalde deze niet uit als overuren tegen de verhoging die daarvoor in de Arbeidsregeling is bepaald. [eiseres] heeft haar roosters met de werkdagen en gewerkte uren per dag overgelegd met daarop haar handgeschreven wijzigingen c.q. de actuele uren die zij heeft gewerkt. [1] Op basis daarvan heeft zij voor elke maand in de genoemde periode een berekening gemaakt met de verhogingen die haar op grond van de Arbeidsregeling zouden toekomen. Daarbij gaat zij ervan uit dat zij een gewone medewerker is en niet een schemawerker in de zin van de Arbeidsregeling.
2.6. [
eiseres] heeft in haar akte eiswijziging aan de hiervoor genoemde primaire vordering een subsidiaire vordering toegevoegd van Cg 18.961,41. De aanleiding hiervoor is een berekening die zij in de tussentijd door een accountant heeft laten maken, die sluit op dit bedrag. Bij deze berekening is uitgegaan van het aantal gewerkte uren boven de 160 uur per maand, zoals volgend uit de loonspecificaties tegen een gemiddelde verhoging van 200%. Anders dan in de eerste berekening, zijn in deze berekening niet alle dagen afzonderlijk betrokken.
2.7.
VIP voert het verweer dat [eiseres] een schemawerker is in de zin van de Arbeidsregeling waardoor overwerk pas gaat gelden bij meer dan 45 uur per week. Ook de overwerktoeslagen zijn voor schemawerkers iets anders.
2.8.
Het Gerecht volgt VIP in haar verweer dat [eiseres] een schemawerker is in de zin van de Arbeidsregeling, waardoor een meer beperkte aanspraak geldt op een overwerkvergoeding. In de arbeidsovereenkomst van [eiseres] staat dat zij minimaal 8 uur per dag zal werken volgens een wekelijks op te stellen rooster. Daarmee valt zij onder de definitie van schemawerker in de Arbeidsregeling. Daarin wordt onder schemawerk verstaan arbeid die wordt verricht volgens een periodiek werkrooster op verschillende met het oog op de aard van de onderneming noodzakelijke tijdstippen. [2]
2.9.
Hieruit volgt dat [eiseres] van een onjuiste berekeningsgrondslag is uitgegaan. Het Gerecht heeft nu het voornemen om een deskundige te benoemen om de overwerkvergoeding te berekenen met schemawerk als uitgangspunt. Daarbij moet, anders dan waarvan de accountant van [eiseres] is uitgegaan, per dag worden bekeken of sprake is van overwerk. Ingevolge artikel 8 lid 2 Arbeidsregeling gaat het dan om alle uren boven de normale arbeidsduur van tien uur per dag, met een maximum van 45 uur per week. Voor deze extra uren gelden de toeslagen zoals vermeld in artikel 15 lid 3 Arbeidsregeling.
2.10.
Zoals gezegd heeft [eiseres] haar overwerk van dag tot dag geregistreerd. Hoewel dat als werkgever op haar weg lag, heeft VIP zelf geen registratie bijgehouden. Dat komt voor haar risico. Zij kan de eenzijdige registratie van [eiseres] niet met succes bestrijden zonder dat zij zelf een eigen registratie overlegt. De deskundige zal bij zijn onderzoek moeten uitgaan van de registratie van [eiseres].
2.11.
De zaak zal naar de (arbeids)rol worden verwezen voor uitlaten door partijen over welke persoon als deskundige kan worden benoemd. De deskundige zal iemand moeten zijn die deskundig is op het gebied van loonadministratie en specifieke kennis heeft over de Arbeidsregeling en de toepassing daarvan voor schemawerkers.
Maaltijdvergoedingen
2.12.
Het hiervoor bepaalde geldt ook voor de door [eiseres] gevorderde maaltijdvergoedingen van Cg 10.881,00 over de genoemde periode. Ingevolge artikel 16 lid 2 Arbeidsregeling heeft een werknemer aanspraak op een warme maaltijd of een daartoe toereikende vergoeding bij een arbeidsduur inclusief overwerk van tien uur of meer. Ook deze vergoeding dient de deskundige in zijn onderzoek te betrekken. Als toereikende vergoeding is [eiseres] in haar berekening uitgegaan van Cg 27,00 per keer. Dit hoogte van dit bedrag is als zodanig niet betwist zodat het Gerecht daarvan zal uitgaan. Ook de deskundige zal hiervan moeten uitgaan.
2.13.
Intussen betekent dit nog niet dat het Gerecht voorbij gaat aan het verweer van VIP dat zij afspraken heeft met restaurants waar zij op kosten van VIP zou hebben gegeten. VIP heeft drie schriftelijke verklaringen overgelegd van restauranthouders waarin zij stellen dat zij daartoe afspraken met VIP hebben gemaakt. Van deze kennelijk gedicteerde verklaringen – ‘gedicteerd’ omdat zij alle gelijk zijn – is (alleen) aan de verklaring van Allen’s Bistro toegevoegd dat [eiseres] van die mogelijkheid ook gebruik maakte. Alleen die verklaring kan dan ook bij het verweer van VIP worden betrokken. De andere verklaringen zijn te algemeen, in die zin dat de gestelde afspraak over maaltijden voor werknemers, nog niet betekent dat ook [eiseres] daarvan gebruik kon maken of heeft gemaakt bij de betreffende restaurants. VIP wordt in de gelegenheid gesteld om meer precies te stellen hoe dit allemaal bij Allen’s bistro in zijn werk ging (tonen van een pasje (?) betalen door op rekening zetten (?) etc.) en hoe vaak [eiseres] daarvan volgens haar gebruik maakte (elke keer als ze meer dan tien uur of langer werkte?) en of zij daarvan een registratie of afrekeningen met de betreffende bistro heeft.
Vakantiedagen
2.14.
Verder vordert [eiseres] een afrekening van vakantiedagen. Ingevolge haar arbeidsovereenkomst heeft zij recht op 15 vakantiedagen per jaar, maar het opnemen van vakantie werd haar geregeld geweigerd, althans wordt dit door haar gesteld. Over de genoemde periode zou zij recht hebben op een afrekening van Cg 2.178,00, waarvoor zij in haar verzoekschrift verwijst naar een berekening, maar die zit niet bij de stukken. [eiseres] wordt in de gelegenheid gesteld deze alsnog bij akte te overleggen. VIP kan daarop met een antwoordakte reageren.
2.15.
Overigens heeft VIP in haar verweerschrift aangegeven dat zij dit deel van vordering tot Cg 1.584,00 erkent.
Slotsom
2.16.
Partijen dienen zich nu eerst over een aantal zaken bij akte uit te laten. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

Het Gerecht,
3.1.
verwijst de zaak naar de
(arbeids)rol van 10 december 2025 om 8:30 uurvoor een
door [eiseres]te nemen akte als bedoeld onder 2.3 en 2.14,
3.2.
bepaalt dat VIP daarop te zijner tijd, tegelijk met de door haar te nemen conclusie na deskundigenbericht, kan antwoorden,
3.3.
verwijst de zaak naar de
(arbeids)rol van 10 december 2025 om 8:30 uurvoor een
door VIPte nemen akte als bedoeld onder 2.13,
3.4.
bepaalt dat [eiseres] daarop te zijner tijd, tegelijk met de door haar te nemen conclusie na deskundigenbericht, kan antwoorden,
3.5.
verwijst de zaak naar de
(arbeids)rol van 10 december 2025 om 8:30 uurvoor een akte door
ieder van partijenals bedoeld onder 2.11.,
3.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Veerman, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 19 november 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Productie 4 bij verzoekschrift
2.Artikel 2 lid 2 sub e Arbeidsregeling