ECLI:NL:OGEAM:2025:107

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
30 september 2025
Publicatiedatum
6 november 2025
Zaaknummer
SXM202401401
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij aanrijding tussen twee voertuigen op een kruising zonder werkende verkeerslichten

In deze zaak vordert de eiser schadevergoeding van de gedaagde als gevolg van een aanrijding tussen hun voertuigen. De aanrijding vond plaats op een kruising waar de verkeerslichten niet in werking waren. Volgens de geldende voorrangsregels had de eiser voorrang. De eiser vordert een bedrag van USD 4.093,88, wat overeenkomt met een reparatiefactuur van een garage. De gedaagde betwist de aansprakelijkheid en stelt dat de eiser opzettelijk op haar is ingereden en geen poging heeft gedaan om de aanrijding te voorkomen. De gedaagde voert ook verweer tegen de hoogte van de gevorderde schade.

De rechter heeft de vordering van de eiser volledig toegewezen. De gedaagde is aansprakelijk voor de aanrijding omdat zij geen voorrang heeft verleend. De argumenten van de gedaagde, waaronder de bewering dat de eiser onder invloed was en dat de schadevergoeding niet klopt, zijn verworpen. Het politierapport ondersteunt de stelling van de eiser dat de gedaagde niet heeft voldaan aan haar verplichting om voorrang te verlenen. De rechter oordeelt dat de door de eiser overgelegde factuur van de garage correct is en dat de gedaagde de schade moet vergoeden, evenals de proceskosten van de eiser.

Het vonnis is uitgesproken op 30 september 2025 door mr. J.R. Veerman, rechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
Zaaknummer: SXM202401401
Vonnis van 30 september 2025
in de zaak van
[eiser],
wonend in Sint Maarten,
eiser,
tegen
[gedaagde],
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Sint Maarten,
gedaagde,

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de ‘small claim petition’ van eiser van 17 december 2024;
  • de ‘statement of defense’ van gedaagde van 14 januari 2025;
  • de aantekeningen van de griffier van de zitting van 27 maart 2025;
  • een aanvullende productie (een foto) van eiser, die op de zitting is
overgelegd;
  • de aanvullende producties (drie foto’s en een ‘parts quote’) van gedaagde, die op de zitting zijn overgelegd;
  • het ingevolge een daartoe gemaakt afspraak met partijen door de rechter
opgevraagde, en door hem na de zitting van de politie ontvangen,
politierapport van 22 november 2024, door de griffie aan partijen gezonden met een e-mail van 13 augustus 2025.
1.2.
De beslissing is bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

Summary in English
The plaintiff's claim is being awarded. The defendant is liable for the collision between the cars of the parties. The defendant should have given way. The defendant's defenses against the amount of damages claimed are rejected. The invoice submitted by the plaintiff is correct. The amount for car parts in the defendant's invoice does not differ significantly from the invoice presented by the claimant.
Waar gaat de zaak over?
2.1.
Op [datum] heeft een aanrijding plaatsgevonden tussen partijen, ieder als bestuurder van hun eigen auto. Daardoor is aan beide auto’s schade
ontstaan. De aanrijding vond plaats op een kruising met verkeerslichten. De
verkeerslichten waren op dat moment niet in werking. Volgens de ter plaatse
geldende voorrangsregels had eiser voorrang. Eiser houdt gedaagde
voor de schade aan zijn auto aansprakelijk. In dat verband vordert hij USD 4.093,88. Dit bedrag komt overeen met het bedrag in een aan hem gerichte reparatiefactuur van het garagebedrijf [naam garage].
Het verweer van gedaagde
2.2.
Gedaagde voert verweer. Zij betwist dat zij aansprakelijk is voor de
aanrijding. Zij stelt dat zij tijdens de aanrijding al bijna voorbij de kruising was en gedaagde dus kennelijk opzettelijk op haar is ingereden. In ieder geval heeft eiser geen enkele poging ondernomen om een aanrijding te voorkomen. Eiser heeft niet geremd. Er waren geen remsporen te zien. Gedaagde heeft de indruk dat eiser
onder invloed verkeerde, mede omdat hij in zijn auto bleef zitten en op geen enkele vraag een fatsoenlijk antwoord gaf. Daarnaast betwist zij de door eiser gestelde hoogte van de schade. Volgens haar klopt de door eiser overgelegde factuur van [naam garage] niet.
De beoordeling
2.3.
Gedaagde is aansprakelijk voor de aanrijding. Gedaagde had voorrang
moeten verlenen maar heeft dat niet gedaan. Voor haar stelling dat gedaagde
opzettelijk op haar is ingereden of mogelijk onder invloed verkeerde, biedt het
politierapport geen steun. Daarin staat als toedracht voor de aanrijding niet meer dan dat gedaagde heeft verzuimd om voorrang te verlenen. Dat eiser op haar is
ingereden, blijkt overigens ook niet uit de door gedaagde overgelegde foto van haar eigen auto direct na de aanrijding. Daarop is schade te zien aan het spatbord aan de voorzijde en aan de voorkant van de rechter voordeur. Hieruit volgt niet dat
gedaagde op het moment van de aanrijding de kruising al bijna had verlaten, maar juist het tegendeel.
2.4.
Gedaagde stelt de door eiser gevorderde schade niet klopt. In de door
gedaagde overgelegde factuur zou de valuta niet zijn vermeld, het daarin vermelde bouwjaar 2004 zou niet juist zijn, de vermelde prijzen zouden niet kloppen en het zou om een andere auto gaan. Deze verweren worden verworpen. In de factuur staat dat de vermelde prijzen in USD zijn. De vermelding van het jaar 2004 in de factuur verwijst kennelijk naar het jaar waarop de auto op kenteken is gezet en niet naar het bouwjaar 2003 dat, de stelling van gedaagde volgend, kennelijk
correspondeert met het VIN-nummer van de auto. De prijzen in de factuur van [naam garage] komen nagenoeg overeen met die in de ‘parts quote’ die gedaagde heeft overgelegd van een ander garagebedrijf. Op een totaal van afgerond
USD 3.000,- aan onderdelen is het verschil maar USD 500,-, hetgeen te weinig is om deze factuur in twijfel te trekken. Ook voor de stelling dat het hier om een andere auto zou gaan, is geen steun te vinden in de overgelegde stukken. Er zijn foto’s van de auto van direct na de aanrijding en foto’s van bij de garage. De kleuren van de daarop afgebeelde auto’s zijn enigszins verschillend, maar dat kan komen door het licht en door de instelling van de camera. Ook de schade is enigszins anders, maar dat kan komen door inmiddels bij de garage verwijderde onderdelen, waaronder de grille en de voorspoiler.
2.5.
De conclusie is dat gedaagde de door eiser gevorderde schade moet
vergoeden. Omdat gedaagde daarmee in deze procedure in het ongelijk wordt
gesteld, moet zij ook de door eiser gemaakte kosten van de procedure vergoeden. Het gaat daarbij om Cg 50,- voor het door eiser betaalde griffierecht.

3.De beslissing

Het Gerecht:
3.1.
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiser van USD 4.093,88,
3.2.
veroordeelt gedaagde in de kosten van de procedure, aan zijde van eiser
begroot op Cg 50,-,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Veerman, rechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2025.