ECLI:NL:OGEAM:2025:10

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
10 maart 2025
Publicatiedatum
12 maart 2025
Zaaknummer
SXM202401115-LAR00106/2024
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de sluiting van een horecagelegenheid wegens het ontbreken van een exploitatie vergunning en overtredingen van geluidsnormen

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 10 maart 2025 uitspraak gedaan over de sluiting van een horecagelegenheid, [eiseres], die werd geëxploiteerd zonder de vereiste exploitatie vergunning. De sluiting werd bevestigd door de verweerder, de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Vervoer en Telecommunicatie van Sint Maarten, op basis van het ontbreken van de vergunning en herhaalde overtredingen van de geluidsnorm. Eiseres had eerder een vergunning ontvangen, maar deze was vervallen na een brand in januari 2023 en de daaropvolgende herbouw van het pand. Eiseres voerde aan dat de vergunning nog steeds geldig was, maar het Gerecht oordeelde dat de vergunning van rechtswege was vervallen omdat er niet binnen een jaar na het verlies van de lokaliteit een nieuwe vergunning was aangevraagd. Daarnaast werd vastgesteld dat eiseres zich niet hield aan de geluidsnormen die aan de vergunning waren verbonden, wat leidde tot de sluiting. Het Gerecht concludeerde dat de sluiting niet onevenredig was in verhouding tot de doelen die ermee gediend waren, en verklaarde het beroep van eiseres ongegrond.

Uitspraak

Uitspraakdatum: 10 maart 2025
Zaaknummer: SXM202401115-LAR00106/2024

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

UITSPRAAK

In het geding van:

1. [eiseres].,

eiseres,

2. [eiser],

eiser,
gezamenlijk te noemen: eisers,
gemachtigde: mr. M.M. HOFMAN-RUIGROK,
tegen
DE MINISTER VAN TOERISME, ECONOMISCHE ZAKEN, VERVOER EN TELECOMMUNICATIE VAN SINT MAARTEN,
gezeteld te Sint Maarten,
verweerder,
gemachtigde: mr. R.F. GIBSON jr.,

Procesverloop

Bij beschikking van 2 september 2024 heeft verweerder de feitelijke sluiting van [eiseres] per 28 augustus 2024 bevestigd (de bestreden beschikking), totdat eiseres over een exploitatie vergunning beschikt.
Eisers hebben op 18 september 2024 een beroepschrift met producties ingediend tegen de bestreden beschikking.
Verweerder heeft een verweerschrift met producties ingediend.
Eisers hebben op 10 januari 2025 aanvullende producties ingediend en een voorwaardelijk verzoek voor een eiswijziging ingediend.
Eisers hebben op 14 januari 2025 een aanvullende productie (een USB-stick) ingediend.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden ter zitting van 21 januari 2025. Namens eisers zijn de heer Mario di Palma, statutair directeur, en mevrouw Maria Mas verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Namens verweerder zijn verschenen mevrouw Christl Larmonie, hoofd dienst economische vergunningen en mevrouw Justine Webster, beleidsadviseur Departement Economische vergunningen, bijgestaan door gemachtigde voornoemd. Partijen hebben op schrift gestelde pleitaantekeningen voorgedragen en overgelegd.
Uitspraak is bepaald op heden.

Overwegingen

1. Het Gerecht beoordeelt in deze uitspraak het beroep van eisers tegen de bestreden beschikking. Het gerecht zal het beroep van eiser (sub II) niet-ontvankelijk verklaren, omdat de bestreden beschikking niet tegen hem is gericht en hij daardoor niet rechtstreeks wordt getroffen. Ten aanzien van het beroep ingesteld door eiseres (sub I) komt het Gerecht tot de conclusie dat de bestreden beschikking zorgvuldig tot stand is gekomen en deugdelijk is gemotiveerd. Verweerder was bevoegd om het bedrijf van eiseres te sluiten en heeft onder de gegeven omstandigheden ook in redelijkheid tot sluiting kunnen overgaan. Het Gerecht legt hierna uit hoe hij tot dit oordeel komt.
Wat is relevant om te weten in deze zaak?
2.1.
Eiseres exploiteert een restaurant/bar genaamd [eiseres]’, gelegen aan de [adres] in Cole Bay (hierna: de locatie).
2.2.
Aan eiseres is bij beschikking van 3 april 2014 door verweerder een vestigingsvergunning verleend ten behoeve van het vestigen en drijven van een onderneming op de locatie, met als doel: de exploitatie van een bar, restaurant en/of nachtclub en het verlenen van cateringsdiensten, alsmede het organiseren van revues, shows, muziekvoorstellingen en de gelegenheid tot dansen in die lokaliteit.
2.3.
Aan eiseres is eveneens bij beschikking van 3 april 2014 door verweerder een exploitatie vergunning verleend tot het houden van een koffiehuis/restaurant A op de locatie. In deze vergunning is (onder andere) als voorwaarde opgenomen dat toestemming wordt verleend voor het laten maken van achtergrondmuziek en dat een geluidsvolume van maximaal 60 dB wordt toegestaan.
2.4.
Bij besluit van 15 april 2021 heeft verweerder de aan eiseres verleende exploitatie vergunning ingetrokken. Het hiertegen door eiseres ingestelde beroep is bij uitspraak van het Gerecht van 18 mei 2022 ongegrond verklaard. Het hiertegen ingestelde hoger beroep is ingetrokken, zodat de uitspraak thans in rechte vaststaat.
2.5.
Bij beschikking van 31 augustus 2022 heeft verweerder aan eiseres toegestaan om ‘
music, shows, entertainment and dancing’ te exploiteren op de locatie zolang dit geen hinder oplevert voor de omgeving en buren. In de vergunning zijn voorwaarden met betrekking tot geluidsnormen opgenomen.
2.6.
Bij beschikking van 19 oktober 2022 is aan eiseres een nieuwe exploitatie vergunning verleend tot het houden van een koffiehuis/restaurant A op de locatie onder wijziging van de naam van het bedrijf. In de beschikking is verder vermeld dat de vergunning is verleend onder dezelfde voorwaarden als opgenomen in de beschikking van 3 april 2014.
2.7.
Bij brief van 13 december 2022 heeft verweerder – voor zover hier van belang – naar aanleiding van een verrichte geluidsinspectie het volgende aan eiseres bericht:

My previous decision of August 31, 2022, is therefore amended as follows:
A maximum music volume of 60 dBA is allowed measured at the property boundary.
Music ends at 12 a.m. in the open (food court) area of your establishment.
Music ends at 3 a.m. in the club area (x) of your establishment.
2.8.
Op 29 januari 2023 is het pand op de locatie volledig afgebrand.
2.9.
Aan eiseres is op 1 december 2023 een bouwvergunning verleend om een nieuw pand op de locatie te bouwen.
2.10.
Bij beschikkingen van 13 juni 2024 is door verweerder zowel de directeursvergunning van eiser als de vestigingsvergunning van eiseres ingetrokken. Eisers hebben hiertegen beroep ingesteld en een voorlopige voorziening gevraagd. Bij uitspraak van het Gerecht van 26 juni 2024 is de voorlopige voorziening toegewezen en zijn beide beschikkingen van 13 juni 2024 geschorst.
2.11.
Eiseres heeft [naam locatie] op 28 juni 2024 heropend.
2.12.
Blijkens een inspectierapport van 6 augustus 2024 zijn op 24 juli 2024 en 2 augustus 2024 overtredingen van de geluidsnorm vastgesteld.
2.13.
Bij brief van 28 augustus 2024, door eiseres op diezelfde dag ontvangen, heeft verweerder de (geschorste) beschikkingen van 13 juni 2024 ingetrokken. In de brief is eiseres tevens geïnformeerd over het ontbreken van een geldige exploitatie vergunning, gebaseerd op de actuele situatie op de locatie, en over de vastgestelde overtredingen van de geluidsnorm op 4 juli 2024 en 2 augustus 2024. Verweerder heeft aan eiseres medegedeeld dat zij binnen twee weken een nieuwe exploitatie vergunning dient aan te vragen. Daarnaast heeft verweerder aangekondigd dat iedere volgende overtreding van de geluidsnorm zal leiden tot de sluiting van [eiseres], totdat eiseres beschikt over een nieuwe exploitatie vergunning.
2.14.
In de avond van 28 augustus 2024 alsmede na middernacht heeft de inspectie opnieuw geluidsovertredingen geconstateerd en is vervolgens op 29 augustus 2024 omstreeks 01:18 uur met de inzet van de politie tot de feitelijke sluiting van [eiseres] overgegaan.
2.15.
De relevante regelgeving is in een bijlage in deze uitspraak opgenomen.
De bestreden beschikking
3.1.
Bij de bestreden beschikking heeft verweerder de feitelijke sluiting van [eiseres] schriftelijk bevestigd wegens het ontbreken van een exploitatie vergunning, het overtreden van de geluidsnorm van 60 dBA en het in strijd met de voorwaarden muziek blijven draaien na middernacht. Deze voorwaarden waren bij de eerder verleende exploitatie vergunning aan eiseres opgelegd en hieraan diende zij zich ook sinds de heropening te houden. Verweerder heeft hieraan het volgende ten grondslag gelegd.
3.2.
Verweerder stelt zich op het standpunt dat er een exploitatie vergunning ontbreekt, omdat de eerdere exploitatie vergunning is vervallen nadat [eiseres] in januari 2023 is afgebrand en er vervolgens een nieuw gebouw is neergezet. Op grond van de Vergunningslandsverordening dient dan een nieuwe vergunning te worden aangevraagd, nu er een nieuw etablissement is gebouwd dat niet meer overeenkomt met de lokaliteit waarvoor de vergunning oorspronkelijk was verleend. Aangezien de exploitatievergunning specifiek was gekoppeld aan de oude afmetingen en indeling, is deze vergunning niet langer geldig voor de nieuwgebouwde lokaliteit. Bovendien heeft [eiseres] nagelaten verweerder in kennis te stellen van de voorgenomen verbouwing of herbouw van de nieuwe lokaliteit. Voorts stelt verweerder zich, op basis van het rapport van 6 augustus 2024 van de inspectie, dat op 24 juli 2024 en 2 augustus 2024 forse overtredingen van de geluidsnorm zijn vastgesteld en ook bleef de muziek aan tot (ver) na middernacht. Op 28 augustus heeft de inspectie blijkens een rapportage geconstateerd dat geluidniveaus van 75-81 dBA werden bereikt om 23:52 uur en dat de muziek in het open gebied van [eiseres] doorging tot na middernacht. Verweerder concludeert dan ook dat [eiseres] de geluidsnorm van 60 dBA en de voorwaarde van het draaien van muziek in het open gebied tot middernacht herhaaldelijk heeft overtreden.
Bespreking van de beroepsgronden
4.1.
Eiseres voert aan dat de exploitatie vergunning die in 2014 is afgegeven en per 19 oktober 2022 is hernieuwd, nog altijd geldig is. Deze vergunning is nooit ingetrokken of vervallen. Na de brand is er weliswaar nieuwbouw geplaatst, maar dit is exact hetzelfde gebouw als er al stond en de bouwvergunning is binnen een jaar na de brand verleend. Ook is het gebouw door de brandweer goedgekeurd.
4.2.
Op grond van artikel 40, tweede lid, aanhef en onder b, van de Vergunningslandsverordening vervalt een vergunning van rechtswege, indien de persoon aan wie de vergunning is verstrekt de beschikking over de lokaliteit verliest, tenzij hij binnen een jaar weer over een lokaliteit beschikt (die aan de eisen van artikel 8 voldoet). In artikel 42, tweede lid, van deze verordening is verder voorgeschreven dat de houder van een voorgenomen verbouwing of herbouw van een lokaliteit, daarvan schriftelijk kennis geeft aan verweerder. In de begripsbepalingen van artikel 1 is een lokaliteit omschreven als een ‘vertrek of ruimte, waarvoor ingevolge deze landsverordening een vergunning of toestemming is verleend’.
4.3.
Het Gerecht stelt vast dat [eiseres] in januari 2023 volledig is afgebrand en daarna is herbouwd en vervolgens in juni 2024 is heropend. Niet is gesteld of gebleken dat eiseres melding heeft gedaan aan verweerder van de voorgenomen herbouw van de lokaliteit. Het Gerecht overweegt op basis van de hiervoor genoemde bepalingen van de Vergunningslandsverordening dat de exploitatie vergunning van rechtswege is komen te vervallen en dat [eiseres] ten tijde van het bestreden besluit niet langer over een exploitatie vergunning beschikte. Dat er binnen een jaar na het verlies van de lokaliteit een bouwvergunning is verleend voor herbouw maakt dit niet anders. Een bouwvergunning hebben staat immers niet gelijk aan over een lokaliteit beschikken. Verder is evenmin relevant of het nieuwe gebouw al dan niet gelijk is aan de verloren lokaliteit. De lokaliteit is immers verloren gegaan en de herbouw heeft meer dan een jaar later plaatsgevonden. Er is in dit geval een nieuwe exploitatie vergunning nodig, waarbij het aan verweerder is om te beoordelen of het nieuwe gebouw aan de voorwaarden voor het verlenen van een exploitatie vergunning voldoet.
4.4.
Eiseres heeft nog gewezen op de uitspraak in de voorlopige voorzieningenprocedure van 26 juni 2024, waaruit volgens haar volgt dat eiseres geen nieuwe exploitatie vergunning hoefde aan te vragen omdat zij beschikte over een geldige vergunning. Het Gerecht volgt eiseres hierin niet. De procedure die heeft geleid tot de uitspraak van 26 juni 2024 draaide om de directeursvergunning en de vestigingsvergunning die verweerder had ingetrokken. De exploitatievergunning speelde daarin een ondergeschikte rol. De voorzieningenrechter heeft in die procedure, voorlopig oordelend, beslist dat ‘het ervoor moet worden gehouden dat verzoekster over de vereiste vergunningen beschikt’. Dit is iets anders dan een vaststelling in rechte dat eiseres over een geldige exploitatie vergunning beschikt. De beroepsgrond van eiseres faalt.
5.1.
De tweede grond van verweerder voor de sluiting betreft de overtreding van de geluidsnorm van 60 dBA en het in strijd met de voorwaarden muziek draaien in het open gebied na middernacht. Eiseres voert hiertegen aan dat de opgelegde geluidslimiet van 60 dBA onredelijk is en in strijd zou zijn met de Residential Economic Policy (REP). Uit de REP volgt dat bedrijven in een mixed area met een vergunning voor achtergrondmuziek zich moeten houden aan een maximaal muziek niveau van 75-80 Db en bedrijven met toestemming voor dansen en live music 95-110 Db.
5.2.
Het Gerecht overweegt dat eiseres zich sinds de heropening diende te houden aan de voorwaarden zoals opgenomen in de vergunning van 3 april 2014 en aangepast in de brief van 13 december 2022, waaronder ‘a maximum music volume of 60dBA measured at the property boundary en music ends at 12 a.m. in the open (food court) area of your establishment’. Daarbij is het Gerecht van oordeel dat de brief van 13 december gelet op zijn aard en inhoud ook een (aan eiseres gerichte) beschikking betreft in de zin van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). De bestreden voorwaarde van een geluidsnorm van 60 dBA is al vanaf 2014 in de aan eiseres verstrekte vergunningen opgenomen en niet is gebleken dat daartegen met een rechtsmiddel is opgekomen. De vergunningen zijn daardoor in rechte onaantastbaar geworden, zodat van de gelding van de aan de vergunning verbonden voorschriften moet worden uitgegaan. Ditzelfde geldt voor de voorwaarden die zijn opgenomen in de beschikking van verweerder van 13 december 2022, waartegen evenmin (in rechte) is opgekomen.
5.3.
Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling kunnen vergunningvoorschriften waartegen beroep heeft opengestaan, worden gehandhaafd zonder dat alsnog de vraagt behoeft te worden beantwoord of die voorschriften rechtmatig zijn vastgesteld. Het belang van de rechtszekerheid is ermee gediend dat van de rechtsgeldigheid van vergunningvoorschriften wordt uitgegaan als deze niet zijn herroepen of vernietigd in de daarvoor bedoelde bezwaar- of beroepsprocedure. Het belang van rechtszekerheid verlangt dat vergunningvoorschriften die in rechte onaantastbaar zijn geworden handhaafbaar zijn. Anders dan eiseres heeft betoogd, is er in deze procedure gelet op het voorgaande geen ruimte om de rechtmatigheid van de in eerdere vergunningen gestelde geluidsnorm te toetsen. Dit kan slechts anders zijn indien het een voorwaarde betreft waarvan moet worden gesteld dat voor een ieder op voorhand duidelijk is dat deze niet aan de vergunning mocht worden verbonden. Van deze bijzondere situatie, waarbij evident moet zijn dat deze voorwaarde niet gesteld had mogen worden, is naar het oordeel van het Gerecht geen sprake. Dat het beleid van verweerder een hogere geluidsnorm voorschrijft, zoals door eiseres betoogt, is hiervoor onvoldoende. Het betoog slaagt niet.
5.4.
Eiseres betoogt nog dat verweerder zichzelf tegenspreekt en ten tijde van de sluiting ten onrechte nakoming verlangde van voorwaarden uit een exploitatie vergunning die volgens verweerder al was komen te vervallen. Dit betoog slaagt niet. Het Gerecht is van oordeel dat verweerder voorafgaand aan de sluiting in de brief van 28 augustus 2024 op duidelijke en navolgbare wijze aan eiseres te kennen heeft gegeven dat vanwege het ontbreken van een geldige vergunning op korte termijn een nieuwe exploitatie vergunning moest worden aangevraagd, en dat eiseres in de periode tot het verkrijgen van deze nieuwe vergunning moest blijven voldoen aan de voorwaarden die waren opgenomen in de eerder verleende vergunning. Deze handelwijze van verweerder is zorgvuldig en bovendien niet ten nadele van eiseres, die bij gebreke van een geldige exploitatie vergunning in beginsel niet langer bevoegd was om [eiseres] te exploiteren.
6.1.
Gelet op het voorgaande was verweerder bevoegd om tot sluiting over te gaan omdat eiseres [eiseres] exploiteerde zonder de daarvoor benodigde exploitatie vergunning en omdat er meermalen sprake was van overtredingen van de geluidsnorm. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving zal bij een overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met een maatregel op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Tussen partijen is in geschil of handhavend optreden in dit geval onevenredig is.
6.2.
Bij het bestreden besluit heeft verweerder aan eiseres de onmiddellijke sluiting bevestigd van [eiseres] totdat de documenten op orde zijn. Aan dit besluit heeft verweerder de bestuurlijke rapportage van 6 augustus 2024 en de constateringen van 28 augustus 2024 ten grondslag gelegd en overwogen dat ondanks de aan eiseres gegeven formele waarschuwing om overlast en verstoring van de openbare orde te voorkomen, diezelfde avond op 28 augustus 2024 opnieuw overtredingen van de geluidsnorm zijn vastgesteld. Onder deze omstandigheden, en gelet op het feit dat een exploitatie vergunning ontbrak, heeft verweerder in redelijkheid kunnen besluiten tot een (tijdelijke) sluiting van [eiseres]. Het Gerecht acht de gevolgen van de sluiting voor [eiseres] niet onevenredig in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen. De bestreden beschikking is ook in overeenstemming met het sanctiebeleid zoals volgt uit de Residential Econimic Policy (REP), waarbij kan worden overgegaan tot onmiddellijke sluiting indien niet over de vereiste documentatie wordt beschikt en waarbij kan worden overgegaan tot (tijdelijke) sluiting indien sprake is van herhaalde overtredingen van de voorwaarden.
7. Eiseres heeft nog een beroep gedaan op het gelijkheidsbeginsel, met de stelling dat horecagelegenheden in de directe omgeving hetzelfde of zelfs meer geluid produceren en dat hiertegen niet wordt opgetreden. Dit beroep slaagt niet, nu niet is gebleken van gelijke gevallen. Weliswaar volgt uit de onderbouwing van eiseres dat er in de omgeving van eiseres meerdere horecagelegenheden zijn die uitgaansgeluid produceren, maar niet is gebleken dat deze gelegenheden niet over de vereiste vergunningen beschikken of dat dat deze voor hen geldende geluidsnormen overtreden.
8. De stelling van eiseres dat verweerder in strijd met het verbod van willekeur heeft gehandeld door van zijn bevoegdheid tot sluiting gebruik te maken, kan het Gerecht niet onderschrijven. Niet gebleken is dat verweerder ten onrechte van zijn beginselplicht tot handhaving is overgegaan, temeer nu bij meerdere inspecties overtredingen zijn vastgesteld en eiseres voorafgaand aan de sluiting is gewaarschuwd dat iedere volgende overtreding van de geluidsnorm de sluiting van [eiseres] tot gevolg zou hebben. Dat er sprake is van belangenverstrengeling of onzorgvuldig handelen aan de zijde van verweerder, is evenmin onderbouwd of anderszins gebleken.
9. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat verweerder in redelijkheid gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om het bedrijf van eiseres (tijdelijk) te sluiten. De hiertegen gerichte beroepsgronden van eiseres slagen niet.

Conclusie en gevolgen

10. De conclusie is dat het beroep van eiseres ongegrond zal worden verklaard. De bestreden beschikking blijft in stand. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. Het Gerecht komt gelet op het voorgaande niet toe aan het voorwaardelijke ingediende verzoek om schadevergoeding, in het geval het beroep gegrond zou worden verklaard.

De beslissing

Het Gerecht:
verklaart het beroep van eiser (sub II) niet-ontvankelijk;
verklaart het beroep van eiseres (sub I) ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Martinez-Hammer, rechter in het Gerecht in eerste aanleg te Sint Maarten, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier op 10 maart 2025.

Informatie over hoger beroep

Tegen deze uitspraak kunnen alle partijen hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.
Het hoger beroepschrift moet worden ingediend
binnen zes wekenna de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Het hoger beroep moet worden ingediend bij het Gerecht dat de uitspraak heeft gedaan.
De indiener van het hoger beroep moet in ieder geval:
  • het hoger beroepschrift indienen in tweevoud;
  • een afschrift van deze uitspraak bijvoegen;
  • vermelden waarom hij het niet eens is met de uitspraak (hoger beroepsgronden).
Partijen kunnen gebruik maken van de mogelijkheid om binnen de gegeven hoger beroepstermijn te volstaan met een pro-forma hoger beroepschrift. Dit betekent dat de hoger beroepsgronden op een later moment worden ingediend.
Voor het instellen van het hoger beroep is griffierecht verschuldigd.
BIJLAGE
Landsverordening houdende regelen betreffende de handel in dranken en spijzen alsmede het verschaffen van huisvesting met bediening tegen vergoeding
Artikel 1
Deze landsverordening verstaat onder:
lokaliteit: vertrek of ruimte, waarvoor ingevolge deze landsverordening een vergunning of toestemming is verleend;
Artikel 8
Bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden met betrekking tot ruimte, licht, ramen, inrichting en luchtverversing eisen gesteld, waaraan een lokaliteit moet voldoen om voor een van de in de artikelen 10 tot en met 18 genoemde vergunningen in aanmerking te kunnen komen.
Artikel 40
2.De vergunning vervalt van rechtswege:
….
b. indien de persoon aan wie zij is verleend de beschikking over de lokaliteit waarvoor zij is verleend, verliest, tenzij hij binnen een jaar, gerekend vanaf het tijdstip, waarop hij de beschikking over de betreffende lokaliteit heeft verloren, over een lokaliteit beschikt, welke aan de ingevolge artikel 8 gestelde eisen voldoet;
Artikel 42
1. Alvorens tot verbouwing of herbouw van een lokaliteit over te gaan, geeft de houder van de voorgenomen verbouwing of herbouw schriftelijk kennis aan de minister. De lokaliteit wordt voor het publiek gesloten, indien en zolang tijdens en na de verbouwing of herbouw de lokaliteit niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 8.