ECLI:NL:OGEAM:2024:89
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van bezwaarschriften en de gevolgen van taalbarrières in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak hebben eisers, geboren in Venezuela, bezwaar gemaakt tegen de besluiten van de Minister van Justitie van Sint Maarten, die hun aanvragen om een vergunning tot verblijf (vtv) kennelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard. De bezwaarschriften zijn ingediend na de wettelijke termijn van zes weken, wat aanleiding gaf tot een geschil over de tijdigheid van deze bezwaarschriften. Eisers voerden aan dat de overschrijding van de termijn hen niet kon worden tegengeworpen, omdat de primaire besluiten uitsluitend in het Nederlands waren opgesteld, terwijl Engels de voertaal op Sint Maarten is. Ze stelden dat het niet tijdig indienen van de bezwaarschriften het gevolg was van bijzondere omstandigheden, namelijk hun gebrek aan kennis van de Nederlandse taal en het niet tijdig zoeken van hulp.
Het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten heeft de argumenten van eisers beoordeeld en geconcludeerd dat de bezwaarschriften terecht als niet-ontvankelijk zijn verklaard. Het Gerecht oordeelde dat eisers geen bijzondere omstandigheden hebben aangetoond die de termijnoverschrijding zouden rechtvaardigen. Het feit dat zij de Nederlandse taal niet machtig zijn, werd als een omstandigheid voor hun eigen risico beschouwd. De rechter benadrukte dat de wettelijke bepaling over de tijdigheid van bezwaarschriften dwingend is en dat het bestuursorgaan verplicht is om de tijdigheid te beoordelen.
De uitspraak, gedaan door mr. B. Martinez-Hammer, concludeert dat de bezwaarschriften buiten de wettelijke termijn zijn ingediend en dat er geen grond is voor het aannemen van verschoonbare termijnoverschrijding. Het beroep van eisers werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 21 oktober 2024, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.