ECLI:NL:OGEAM:2024:81

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
13 juni 2024
Publicatiedatum
4 september 2024
Zaaknummer
SXM202301005
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verkoop van goederen van een overleden directeur en geschil over informatieverstrekking

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. E.E.S. Moenir-Alam, vorderingen ingesteld tegen de erfgenamen van een overleden directeur en M&M Development N.V. De zaak betreft een verzoek om toestemming voor de verkoop van een Nissan Frontier en een container, die volgens eiser toebehoren aan de nalatenschap van de overleden directeur. Eiser stelt dat hij vorderingen heeft op ESLI Construction B.V., maar het Gerecht oordeelt dat er geen bewijs is dat de overleden directeur persoonlijk aansprakelijk was voor de schulden van ESLI. De erfgenamen zijn niet verschenen in de procedure, maar het Gerecht besluit om toch een vonnis te wijzen, aangezien M&M wel aanwezig was. Het Gerecht wijst alle vorderingen van eiser af, onder andere omdat hij geen belang heeft bij de gevraagde informatie van M&M en omdat de goederen niet aan hem toebehoren. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van M&M zijn vastgesteld op NAf 2.500,00. De mondelinge uitspraak vond plaats op 13 juni 2024, met een schriftelijke vastlegging op 18 juni 2024.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummer: SXM202301005
Proces-verbaal van mondelinge uitspraak van 13 juni 2024
inzake
[naam],hierna: [eiser],
wonende in Sint Maarten,
eiser,
gemachtigde: mr. E.E.S. MOENIR-ALAM,
tegen

1.DE GEZAMELIJK ERFGENAMEN VAN [naam], hierna: de erfgenamen,

woonplaats onbekend,
gedaagde,
niet verschenen,

2.M & M DEVELOPMENT N.V., hierna: M&M,

gevestigd in Sint Maarten,
gedaagde,
gemachtigden: mrs. M.O. KORTENOEVER en A.H.A. van ROESSEL.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het inleidend verzoekschrift met producties, op 15 september 2023 ter griffie ingediend;
  • de conclusie van antwoord;
  • het comparitievonnis van 2 april 2024;
  • de mondelinge behandeling gehouden op 13 juni 2024, waarvan aantekening is gehouden door de griffier.
1.2.
Aan het eind van de zitting heeft de rechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

2.De beslissing

het Gerecht:
2.1.
wijst de vorderingen af;
2.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van de erfgenamen tot op heden vastgesteld op nihil;
2.3.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van de M&M tot op heden vastgesteld op NAf 2.500,00 aan salaris gemachtigde;
2.4.
verklaart dit vonnis met betrekking tot de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

3.De beoordeling

3.1.
Het Gerecht geeft hiervoor de volgende motivering.
3.2.
De erfgenamen zijn niet in de procedure verschenen. Het Gerecht stelt vast dat ten aanzien van deze niet verschenen gedaagden de voorgeschreven formaliteiten en termijnen niet in acht zijn genomen. Desondanks wordt, nu M&M wel in de procedure is verschenen, tussen alle partijen één vonnis gewezen, dat als een vonnis op tegenspraak wordt beschouwd. Gelet op bovenstaande beslissing zijn de erfgenamen hierdoor niet in hun belangen geschaad.
3.3. [
eiser] heeft meerdere vorderingen ingesteld. Deze vorderingen zullen hierna afzonderlijk worden behandeld en beoordeeld.
3.4.
De eerste vordering van [eiser] strekt, kort gezegd, ertoe dat hem toestemming wordt verleend om de Nissan Frontier op naam van wijlen [erflater] onderhands, dan wel openbaar te doen verkopen. Deze vordering wordt afgewezen en wel om de volgende reden. [eiser] stelt een vordering op ESLI Construction B.V. (hierna: ESLI) te hebben. Niet gesteld of gebleken is dat (de nalatenschap van wijlen) [erflater] (persoonlijk) aansprakelijk is c.q. was voor hetgeen zijn vennootschap, ESLI, aan [eiser] verschuldigd is. In het verstekvonnis dat op 10 januari 2023 door dit Gerecht met zaaknummer SXM202201153 is gewezen, werd al overwogen dat de persoonlijke aansprakelijkheid niet onderbouwd is. De Nissan-truck behoort niet toe aan ESLI, maar valt in de nalatenschap van wijlen [erflater]. Niet in valt te zien daarom op welke grond [eiser] een niet aan zijn debiteur, ESLI, toebehorend vermogensbestanddeel zou mogen verkopen.
3.5. [
eiser] heeft ten tweede een gebod gevorderd ten laste van M&M om inzage te geven aan [eiser] over de door ESLI voor M&M verrichte werkzaamheden en het daarvoor aan ESLI verschuldigde bedrag én van de betalingsovereenkomst tussen M&M en ESLI/[erflater] middels overdracht van een perceel te Kenepa Estate. Ook deze vordering zal worden afgewezen. Ten aanzien van de gestelde betalingsovereenkomst geldt het volgende. Indien het Gerecht er veronderstellenderwijs vanuit gaat dat die overeenkomst bestaat, geldt het volgende. In geval, op grond van voornoemde overeenkomst, de eigendom van het perceel is overgegaan op ESLI [1] , geldt dat [eiser] gebruik kan maken van bovengemeld verstekvonnis. Daarmee heeft [eiser] immers een executoriale titel in handen. In geval de goederenrechtelijke overdracht van het perceel niet heeft plaatsgevonden, betekent dat dat M&M nog steeds eigenaar is van het perceel. Ook in dat geval heeft [eiser] geen belang bij de verstrekking van de stukken. Voorts is van belang dat overigens tussen [eiser] en M&M geen rechtsbetrekking bestaat. [eiser] heeft niet onderbouwd waarom M&M dan toch verplicht zou zijn hem bepaalde informatie te verstrekken c.q. inzage te geven in bepaalde bescheiden.
3.6.
De derde vordering van [eiser] strekt, kort gezegd, ertoe dat hem toestemming wordt verleend om de container met inhoud van ESLI onderhands, dan wel openbaar te doen verkopen. Ook hiervoor geldt dat [eiser] reeds over een executoriale titel beschikt, te weten voormeld verstekvonnis. Op basis daarvan kan Medina ten laste van ESLI executoriaal beslag laten leggen op de container op het terrein van M&M. Er bestaat daarom geen belang bij de gevorderde toestemming.
3.7.
Gelet op al het vorenstaande zullen de gevorderde dwangsommen eveneens worden afgewezen.
3.8.
Gelet op het bovenstaande geldt dat geen verdere aandacht behoeft te worden besteed aan de omstandigheid dat [eiser] ESLI niet heeft betrokken in deze procedure en ten onrechte heeft gesteld dat er geen bekende erfgenamen zijn (immers, naar eigen zeggen van [eiser] laat [erflater] twee dochters na).
3.9. [
eiser] zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van de erfgenamen tot op heden vastgesteld op nihil en aan de zijde van M&M op NAf 2.500,00 (tarief 5, 2 punten).
Deze mondelinge uitspraak is gedaan door mr. G.A.F.M. Wouters, rechter, in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2024 en vastgelegd op 18 juni 2024.

Voetnoten

1.Hetgeen simpelweg via het Kadaster kan worden nagegaan.