In deze zaak vordert Sint Maarten Housing, vertegenwoordigd door dhr. E.I. Maduro, betaling van een factuur van US$ 4.000,00 van gedaagde, die eigenaar is van een appartementencomplex in Little Bay. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst van opdracht voor taxatiediensten die door Sint Maarten Housing zijn uitgevoerd. Gedaagde heeft de factuur niet betaald en stelt dat hij nooit akkoord is gegaan met het bedrag van US$ 4.000,00, maar dat hij een goedkopere optie heeft gevonden bij een andere partij. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 juli 2024 hebben beide partijen hun standpunten uiteengezet. Sint Maarten Housing stelt dat gedaagde de afspraken heeft afgezegd en dat de finalisering van de diensten niet heeft plaatsgevonden door het handelen van gedaagde. Gedaagde betwist de hoogte van de factuur en stelt dat hij nooit de opdracht heeft gegeven voor het bedrag dat Sint Maarten Housing claimt. Het Gerecht heeft geoordeeld dat Sint Maarten Housing niet heeft kunnen onderbouwen dat er een overeenkomst was voor het bedrag van US$ 5.000,00. Op basis van artikel 7:405 lid 2 BW heeft het Gerecht vastgesteld dat gedaagde een redelijk loon van US$ 2.000,00 verschuldigd is voor de geleverde diensten. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat ieder van partijen de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 6 augustus 2024.