ECLI:NL:OGEAM:2024:58

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
19 augustus 2024
Publicatiedatum
22 augustus 2024
Zaaknummer
SXM202301080-LAR00133/2023
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering subsidie aanvraag door Nationaal Recovery Program Bureau in verband met interconnectiviteit tussen ondernemingen

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten uitspraak gedaan over de weigering van een subsidieaanvraag door het Nationaal Recovery Program Bureau (NRPB) aan eiseres, een onderneming gevestigd in Sint Maarten. De aanvraag werd afgewezen op basis van de vaststelling dat er sprake was van interconnectiviteit tussen eiseres en een andere onderneming, [D] h.o.d.n. [R], waarvan eiseres een dochteronderneming is. De aanvraag betrof subsidie voor de aanschaf van bedrijfsauto's en het laten bedrukken van deze auto’s met een bedrijfslogo, maar het NRPB oordeelde dat eiseres niet kwalificeerde als een MKB-onderneming, omdat de verbondenheid met de grotere onderneming [D] het risico met zich meebracht dat de subsidie indirect ten goede zou komen aan deze grotere onderneming.

De procedure begon met een beroepschrift dat op 4 oktober 2023 werd ingediend tegen de beschikking van 23 augustus 2023, waarin de subsidie werd geweigerd. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 juni 2024 waren beide partijen vertegenwoordigd door hun gemachtigden. Eiseres betwistte de interconnectiviteit en voerde aan dat zij en [D] verschillende bedrijfsdoelen en producten hebben, en dat de afwijzing in strijd was met eerdere toezeggingen van het NRPB.

Het Gerecht oordeelde dat het NRPB in redelijkheid kon concluderen dat er sprake was van interconnectiviteit, gezien de fiscale eenheid tussen de ondernemingen, de gedeelde bedrijfslocatie en de gelijkaardige subsidieaanvragen. Het Gerecht verwierp de argumenten van eiseres en verklaarde het beroep ongegrond, waarbij het benadrukte dat de beslissing van het NRPB in lijn was met de doelstellingen van het Enterprise Support Project, dat gericht is op het ondersteunen van MKB-ondernemingen.

Uitspraak

Uitspraakdatum: 19 augustus 2024
Zaaknummer: SXM202301080-LAR00133/2023
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
UITSPRAAK
In het geding van:
[eiseres],
gevestigd te Sint Maarten,
eiseres,
gemachtigde: mr. M.M. HOFMAN-RUIGROK,
tegen
ST MAARTEN NATIONAL RECOVERY PROGRAM BUREAU (NRPB),
zetelend te Sint Maarten,
verweerder,
gemachtigde: mr. T. PEETERS, mr. S.F.J. KNEEFEL,

1.Aanduiding bestreden beschikking

De beschikking van 23 augustus 2023 waarbij het Nationaal Recovery Program Bureau (hierna: NRPB) het verzoek van eiseres om subsidie heeft afgewezen.

2.Het verloop van de procedure

2.1.
Met een op 4 oktober 2023 ter griffie van het Gerecht in eerste aanleg alhier ingediend beroepschrift (met producties) heeft eiseres tegen voormelde beschikking beroep ingesteld als bedoeld in artikel 7 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar).
2.2.
Op 30 november 2023 heeft verweerder een verweerschrift (met producties) ingediend.
2.3.
Mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden ter zitting van 27 juni 2024. Eiseres is verschenen bij haar gemachtigde. Van de zijde van eiseres waren tevens aanwezig R. van Rooij, directeur, en H.R. Huele, adviseur. Verweerder is verschenen bij diens gemachtigde mr. S.F.J. Kneefel, bijgestaan door A. Dijkhoffz, projectmanager Enterprise Support Project bij het NRPB. Partijen hebben op schrift gestelde pleitaantekeningen voorgedragen en overgelegd.
2.4.
Uitspraak is bepaald op heden.

3. Feiten

3.1.
Het Gerecht gaat voor onderstaande beslissing uit van de volgende feiten en omstandigheden.
3.2.
In overeenstemming met de Wereldbank heeft de Nederlandse overheid financiële middelen beschikbaar gesteld om subsidies te verstrekken aan het Land Sint Maarten in het kader van het herstel van de schade die het Land als gevolg van de orkaan Irma heeft geleden. De overheid van Sint Maarten heeft NRPB belast met de voorbereiding en uitvoering van wederopbouwprojecten die worden gefinancierd door de Wereldbank. Het ‘Enterprise Support Project’ (hierna ook: ESP of het project) is een van de projecten.
Het project bestaat sinds 2020 en heeft als doel MKB-ondernemingen te ondersteunen bij het herstel van hun economische activiteiten op Sint Maarten en het verbeteren van hun diensten.
3.3.  [
R] is een moedermaatschappij met twee dochtermaatschappijen, [D] en [eiseres]. Deze drie vennootschappen zijn door de belastingdienst van Sint Maarten met ingang van 1 januari 2022 voor de winstbelasting aangemerkt als fiscale eenheid.
3.4.  [
X] is oprichter van het bedrijf [D] onder de handelsnaam [R] (hierna ook: [R]. [X] is tevens oprichter van het bedrijf [eiseres]. [R] is enig aandeelhoudster van [eiseres]. Van beide vennootschappen is [X] de uiteindelijk begunstigde eigenaar.
3.5.
In het uittreksel van de Kamer van Koophandel van Sint Maarten heeft [eiseres]hetzelfde adres als [R].
3.6.
Op 16 februari 2023 heeft [R] namens [D] h.o.d.n. [R] bij NRPB een aanvraag gedaan onder het project. De aanvraag betrof subsidie voor de aankoop van bedrijfsauto’s en het laten bedrukken van deze auto’s met een bedrijfslogo. De aanvraag is door NRPB afgewezen, omdat [R] onderdeel uitmaakt van een grote onderneming en niet kwalificeert als MKB-onderneming waarvoor de projectsubsidies zijn bedoeld.
3.7.
Op 16 februari 2023 heeft [R] namens [eiseres] een aanvraag gedaan voor subsidie onder het project voor de aanschaf van drie bedrijfsauto’s (ter waarde van in totaal ongeveer USD 63.000.-) en het laten bedrukken van die auto’s met een bedrijfslogo (USD 1.425.-).
3.8.
De aanvraag van [eiseres] is aanvankelijk in behandeling genomen door de heer Andall van NRPB en is in de zomer van 2023 overgenomen door mevrouw Dijkhoffz, project-manager ESP bij het NRPB.
3.9.
Na een eerdere bespreking over de aanvraag begin juli 2023 heeft op 25 juli 2023 een bedrijfsbezoek plaatsgevonden bij [eiseres]. Daarbij waren twee personen van NRPB aanwezig en [R]. Gebleken is dat beide bedrijven werkzaamheden uitvoeren die betrekking hebben op ramen en deuren. Beide bedrijven delen een bedrijfslocatie.
3.10.
Op 18 augustus 2023 heeft [eiseres] een klacht ingediend bij NRPB over de trage afhandeling van de aanvraag.
3.11.
Op 23 augustus 2023 heeft het NRPB de bestreden beschikking genomen en de gevraagde subsidie geweigerd.

4.Het geschil

4.1.
NRPB heeft aan de bestreden beschikking ten grondslag gelegd dat sprake is van interconnectiviteit en (financiële) verwevenheid tussen [eiseres] en [R], als onderdeel van [D], waardoor [eiseres] niet kan worden aangemerkt als MKB-onderneming en daarom niet in aanmerking komt voor een subsidie onder het project. In de bestreden beschikking is dit als volgt verwoord:
‘The NRPB provides a motivation for the rejection of your application in the following paragraphs.
A transaction not conducted “at arm’s length” may happen between parties that may have a personal or close relationship, for example, transactions between family members, personal friends, or the parent company and its subsidiairies. To avoid such, all transactions must be voluntary (without compulsion or duress), take place on the open market, and the parties must act in their own self-interest.
We take note that your applications for [eiseres] and [D] dba [R] both sought funding for the acquisition of vehicles to improve the operational capacities of both companies, [eiseres] and [D] dba [R]. However, the application for [D] dba [R] deemed to be ineligible as its revenues exceeded the MSME treshold and was denied in February 2023. The project focuses provides financial support assistance to small enterprises and not large companies.
Both [eiseres] and [D] dba [R] share the common objective of manufacturing synthetic doors and windows based on COCI. However, it is noted that [eiseres], established in 2022, focuses on aluminum doors and windows production, a venture previously started by [D] dba [R] on a smaller scale.
The interconnectedness between [eiseres] and [D] dba [R] had been the main factor in the decision to deny [eiseres]. The interconnected operations of both entities, as observed in the documentation as well as during a site visit, raise concerns about the allocation and utilization of the proposed assets, particularly in the absence of a formal arms-length agreement between the sister company, [D] dba [R] which is considered a large company, and [eiseres].
We are committed to maintaining a rigorous and fair evaluation process for all applications. It is concluded that an arm’s length agreement would not suffice due to the companies overarching structure and ownership.
Furthermore, while [eiseres] is a new business with the objective of venturing into aluminum doors and windows production, due to the interconnected operations, both companies heavily rely on each other for resources. As such, allocating resources to [eiseres] could inadvertently benefit the larger company, [D] dba [R], which goes against the program’s core intention of supporting micro, small- and medium enterprises.’
4.2. [
eiseres] heeft de door NRPB aangenomen interconnectiviteit betwist. Zij betoogt dat zij geheel losstaat van [D] h.o.d.n. [R], dat beide bedrijven een eigen doelstelling hebben, en een geheel eigen product leveren. [eiseres] houdt zich bezig met de productie en levering van glas; [D] h.o.d.n. [R] houdt zich bezig met de productie en levering van aluminium rolluiken, deuren en hekwerken. Beide bedrijven bestellen ieder afzonderlijk hun glas bij een bedrijf in Nederland. Beide bedrijven hebben hun eigen werknemers en eigen bedrijfswagens, en een eigen boekhouding. De bedrijfswagens waarvoor door [eiseres] subsidie is gevraagd, zijn gespecialiseerde bedrijfsauto’s voor het vervoeren van glas, die uitsluitend bruikbaar zijn voor de producten van [eiseres] en niet voor de producten van [D] omdat die geen glas levert. Volgens [eiseres] heeft NRPB zich dan ook ten onrechte op het standpunt gesteld dat sprake is van interconnectiviteit tussen [eiseres] en [D] h.o.d.n. [R].
Daarnaast betoogt [eiseres] dat de weigering van de aanvraag is strijd is met eerdere gedane uitlatingen c.q. toezeggingen door de heer Andall en daarom in strijd met het vertrouwensbeginsel. Voorts betoogt zij dat de afwijzende beschikking is genomen door een waarnemer van de heer Andall, die onvoldoende op de hoogte was van de hele gang van zaken. De plotselinge weigering van de aanvraag wordt gezien als straf voor het indienen van een klacht en is in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel.
5.
De beoordeling
5.1.
Het Gerecht moet beoordelen of hetgeen [eiseres] heeft aangevoerd reden is voor vernietiging van de bestreden beschikking. Het Gerecht beantwoordt die vraag ontkennend en overweegt daartoe als volgt.
5.2.
In het kader van de wederopbouw heeft de Gouverneur van Sint Maarten op 6 september 2018 vastgesteld de Landsverordening tot tijdelijke instelling van het Nationaal Programmabureau Wederopbouw, alsmede tot regeling van de inrichting, samenstelling, taken en bevoegdheden van het Nationaal Programmabureau Wederopbouw (de Tijdelijke Landsverordening Nationaal Programmabureau Wederopbouw, hierna: TLNPW)
Op grond van artikel 3 van de TLNPW is er een Nationaal Programmabureau Wederopbouw en is het Bureau een zelfstandig bestuursorgaan met rechtspersoonlijkheid en tevens zelfstandig voor wat betreft diens organisatie en het beheer van diens middelen en verantwoordelijk voor diens administratie.
Op grond van artikel 4 TLNPW is het Bureau belast met (a) de voorbereiding, coördinatie, uitvoering en evaluatie van projecten die geheel of gedeeltelijk kunnen worden gefinancierd vanuit het Wederopbouwfonds.
Op grond van artikel 24 is het Bureau voor de uitvoering van diens taak, genoemd in artikel 4, onderdeel a, gebonden aan de voorschriften ten aanzien van de voorbereiding, coördinatie, uitvoering en evaluatie die zijn overeengekomen middels overeenkomsten tussen Sint Maarten en de Wereldbank en voorziet het Bureau in diens eigen werkwijze.
5.3.
Het Gerecht merkt het Bureau aan als het bestuursorgaan dat de bestreden beschikking heeft genomen. Het Gerecht stelt vast dat de TLNPW geen voorschriften stelt over de criteria waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor een subsidie onder het ‘Enterprise Support Project’. Die voorschriften zijn neergelegd in de ‘Manual’. De beslissing op de aanvraag van [eiseres] moet worden beoordeeld aan de hand van doel en strekking van het project en de Manual, zoals deze luidde en tijde van de bestreden beschikking.
5.4.
Op de website van het NRPB valt te lezen:
‘ Small businesses are the bedrock of Sint Maarten’s economy. They are a major source of job creation and help encourage innovation; they also provide many of the products and services in our daily lives and contribute to the social cohesion of our island communities.
However, access to finance is a longstanding challenge to small businesses creation and growth, particularly those run by women and young entrepreneurs. Moreover, this sector has been hit the hardest by the devastation of Hurricanes Irma and Maria and the COVID-19 pandemic.
Given the importance of small businesses, the NRPB, as an implementing agency of the Trust Fund, launched the Enterprise Support Project (ESP). This project aims to strengthen their recovery and increase the resilience of businesses in Sint Maarten. This involves cooperation with financial institutions, such as commercial banks and social lenders, that offer loans and grants to assist small businesses and enhance their services.
The project will be prioritizing new, micro and small businesses in need of financial assistance due to reduced funds available. The micro and small business category is defined based on the SME Policy Framework of the Ministry of TEATT.'
5.5.
Het Gerecht stelt vast – en tussen partijen is niet in geschil - dat het ‘Enterprise Support Project (ESP)’ is gericht op MKB-ondernemingen (‘MSME’s’). Voor zover een onderneming niet behoort tot deze categorie is dat reden voor afwijzing van een aanvraag om subsidie onder dit project, zoals is gebeurd bij de aanvraag van [D] h.o.d.n. [R]. NRPB wijst aanvragen ook af van bedrijven die zelf weliswaar kwalificeren als MKB-onderneming, maar die organisatorisch, financieel of anderszins zo verweven zijn met een andere (grote) onderneming die niet als MKB-onderneming kan worden aangemerkt, dat het risico bestaat dat subsidie aan de MKB-onderneming ten goede komt aan de grotere onderneming. Gelet op de vrijheid die NRPB heeft om naar eigen inzicht de schaarse financiële middelen toe te delen aan bepaalde categorieën bedrijven en projecten, is het Gerecht van oordeel dat verweerder de aanvraag van [eiseres] heeft kunnen toetsen aan de eis van interconnectiviteit (‘interconnectedness’). De te beantwoorden vraag is vervolgens of het NRPB [eiseres] terecht interconnectiviteit heeft tegengeworpen.
5.6.
In de Manual is over het voldoen aan de eis van MSME en interconnectiviteit het volgende bepaald:
p. 1: ‘ This Project Operations Manual (POM) presents guidelines and procedures for the implementation of the Enterprise Support Project (ESP). The purpose of the POM is to define responsibilities, eligibility and procedures related to the implementation of the project, that are in line with all applicable World Bank policies. This will be a living document that may be adjusted from time to time upon proposal by NRPB and no-objection from the World Bank. The POM provides information that pertains to: MSME eligibility, Participating Financial Institution (PFI) eligibility, communication, loan and grant application process, loan and grant processing, disbursement, repayment, Safeguards, Procurement, Financial Management, Monitoring & Evaluation, and reporting’
p. 7 ‘Assets and non-structural Repairs (AR): AR packages are structured to include a grant component and loan component. The maximum grant that any MSME can get is limited to $65,000.’
p. 8: ‘Project Development Objective The development objective of the Enterprise Support Project is to strengthen the recovery and increase resilience of existing and new micro, small, and medium sized enterprises in Sint Maarten.’
p. 14: ‘Number of packages:
o Two packages per MSME are authorized but must be below US$150,000 in aggregate amount. This will be verified by NRPB based on the Chamber of Commerce ID or an alternative ID for industries that are not required to register at the Chamber of Commerce.
▪ The 2nd package will only be reviewed upon proven repayment capacity of the business based on a minimum of six months' financials following verification of the initial financed assets.
o Connected MSMEs cannot get more than two times US$150,000. Connected MSMEs are defined as MSMEs who have a common owner with more than 25% ownership of each of the MSMEs.
o Connected MSMEs who are also related as defined as MSMEs who meet the following criteria will be excluded from funding:
▪ operate on the same physical site;
▪ whose works or services are dependent on one another;
▪ whose principals are connected.
For example: Business A operates in a manufacturing industry and was approved for ESP financing. Business B applies for ESP financing but has the same or connected ownership as Business A, operates/is registered at the same physical location as Business A and whose revenue is dependent on Business A. This by definition is considered connected, and Business B will be denied.’
5.7.
Gelet op:
* de zusterrelatie tussen [D] en [eiseres].
* de positie van de heer [R] als managing director en als uiteindelijk begunstigd eigenaar van de betrokken vennootschappen
* de fiscale eenheid tussen [R] en de beide dochtermaatschappijen [D] en [eiseres].
* het feit dat zowel [eiseres] en [D] opereren van hetzelfde adres en uit hetzelfde bedrijfsgebouw
* dat beide bedrijven een gelieerd product produceren en leveren, waarbij zij grondstoffen bestellen bij een en hetzelfde bedrijf in Nederland
* de beide, sterk gelijkende subsidieaanvragen van [D] en [eiseres] voor bedrijfsauto’s, en
* het feit dat de maximale subsidie is aangevraagd voor bedrijfsauto’s, die – anders dan [eiseres] betoogt - zonder de noodzakelijke aanpassing niet kunnen worden aangemerkt als gespecialiseerde bedrijfsauto’s.
Is het Gerecht van oordeel dat het NRPB in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat sprake is van interconnectiviteit tussen [eiseres] en [D] en dat als gevolg daarvan het risico bestaat dat [D] financieel profijt zal kunnen trekken van een aan [eiseres] toe te kennen subsidie. Omdat [D] moet worden aangemerkt als grote onderneming, althans niet als MKB-onderneming waarop het project ziet, heeft verweerder de aanvraag in redelijkheid kunnen weigeren.
5.8.
Het Gerecht vindt in de gedingstukken geen steun voor de stelling van [eiseres] dat de heer Andall heeft toegezegd of verwachtingen heeft gewekt dat de aanvraag zal worden gehonoreerd. Dat deze medewerker van het Bureau NRPB de aanvraag in behandeling heeft genomen en aanwezig was tijdens besprekingen en het bedrijfsbezoek in de periode april – juli 2023 is daarvoor onvoldoende. Zelfs als die medewerker zich positief zou hebben uitgelaten over de kans van slagen van de aanvraag, hetgeen overigens niet is aangetoond, is dat onvoldoende om te kunnen oordelen dat de bestreden weigering in strijd is met het vertrouwensbeginsel. Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt daarom niet. 5.9. Uit het dossier blijkt dat de heer Andall wegens zijn toen aanstaande langdurig verblijf in het buitenland het dossier heeft overgedragen aan mevrouw Dijkhoffz, die de dossierbehandeling heeft overgenomen. Gelet op de dossieroverdracht door Andall aan Dijkhoffz was van waarneming geen sprake. Niet valt in te zien op welke grond de heer Andall de behandeling van de aanvraag van [eiseres] niet heeft kunnen en mogen overdragen aan zijn collega project-manager ESP. Mevrouw Dijkhoffz heeft na de overdracht de behandeling voortgezet en de beslissing op de aanvraag voorbereid en genomen. Het Gerecht acht dit niet onzorgvuldig. Het beroep op het zorgvuldigheidsbeginsel slaagt niet.
5.10.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat het beroep ongegrond is.
5.11.
Voor vergoeding van proceskosten en/of griffierecht is geen aanleiding.
6.
De beslissing
Het Gerecht:
verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.J. van Ettekoven, rechter in het Gerecht in eerste aanleg te Sint Maarten, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier op 19 augustus 2024.
Informatie over hoger beroep
• Tegen deze uitspraak kunnen alle partijen hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.
• Het hoger beroepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
• Het hoger beroep moet worden ingediend bij het Gerecht dat de uitspraak heeft gedaan.
• De indiener van het hoger beroep moet in ieder geval:
- het hoger beroepschrift indienen in tweevoud;
- een afschrift van deze uitspraak bijvoegen;
- vermelden waarom hij het niet eens is met de uitspraak (hoger beroepsgronden).
• Partijen kunnen gebruik maken van de mogelijkheid om binnen de gegeven hoger beroepstermijn te volstaan met een pro-forma hoger beroepschrift. Dit betekent dat de hoger beroepsgronden op een later moment worden ingediend.
• Voor het instellen van het hoger beroep is griffierecht verschuldigd.