Uitspraak
1.Aanduiding bestreden beschikking
2.Het verloop van de procedure
3.Feiten
- Eiser is geboren op [geboortedatum] te Sint Maarten en heeft de Haïtiaanse nationaliteit. Eiser is opgegroeid op Sint Maarten en in het begin van zijn tienerjaren met zijn vader naar de Verenigde Staten vertrokken, om na enige jaren in Haïti te gaan wonen.
- Eiser is op 11 augustus 2022 Sint Maarten binnengekomen op een visum met een geldigheidsduur tot 26 augustus 2022. Eiser is na 26 augustus 2022 niet vertrokken.
- Eiser heeft op 18 april 2023 een verzoek ingediend bij verweerder strekkende tot het verkrijgen van een verblijfsvergunning op humanitaire gronden.
- Op 3 januari 2024 is eiser gecontroleerd door ambtenaren van de Mobile Control Unit en kon toen geen geldig verblijfsdocumenten laten zien.
- Op 3 januari 2024 heeft verweerder de verwijderingsbeschikking genomen en de maatregel van bewaring opgelegd, ter verwijdering van eiser.
- Het verzoek tot het verkrijgen van een verblijfsvergunning op humanitaire gronden is afgewezen door verweerder bij besluit van 5 januari 2024.
- Bij beslissing van 1 februari 2024 (Lar 5/2024) op het door eiser ingediende verzoek om een voorlopige voorziening, heeft het Gerecht de inbewaringstelling onrechtmatig geacht. De maatregel van bewaring en de beschikking tot verwijdering zijn geschorst in afwachting van het oordeel in de bodemprocedure. Tevens is bevolen eiser onmiddellijk in vrijheid te stellen.
4.Het geschil
De beoordeling
De beslissing
- verklaart het beroep van eiser tegen het bevel tot bewaring gegrond;
- vernietigt het bevel tot bewaring van eiser van 3 januari 2024;
- verklaart het beroep ongegrond voor het overige;
- veroordeelt verweerder tot vergoeding van door eiser wegens onrechtmatige vreemdelingenbewaring geleden schade ter hoogte van NAf 2.400,--;
- bepaalt dat verweerder aan eiser zal betalen een bedrag ad NAf 1.400,-- aan proceskosten en een bedrag van NAf 150,-- aan gestort griffierecht.