ECLI:NL:OGEAM:2024:37

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
10 juli 2024
Publicatiedatum
1 augustus 2024
Zaaknummer
SXM202400434
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kwalificatie van de overeenkomst tussen verzoeker en THDF als arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 10 juli 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en de Stichting Town House Development Foundation (THDF). [verzoeker] verzocht om betaling van zijn salaris en toegang tot Villa 10, stellende dat hij op basis van een arbeidsovereenkomst voor THDF werkte. THDF betwistte dit en voerde aan dat er sprake was van een overeenkomst van opdracht. De zaak draaide om de vraag of de overeenkomst tussen partijen gekwalificeerd moest worden als een arbeidsovereenkomst of als een overeenkomst van opdracht. Het Gerecht heeft de feiten en omstandigheden van de samenwerking tussen [verzoeker] en THDF onderzocht, waarbij het de Haviltexmaatstaf en het Deliveroo-arrest als leidraad heeft genomen. Het Gerecht concludeerde dat de kenmerken van de overeenkomst in overwegende mate wijzen op een overeenkomst van opdracht, en wees de verzoeken van [verzoeker] af. Tevens werd [verzoeker] veroordeeld in de proceskosten van THDF, vastgesteld op NAf 2.500,00.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummer: SXM202400434
Beschikking d.d. 10 juli 2024
inzake
[naam],hierna: [verzoeker],
wonende in Sint Maarten,
verzoeker,
gemachtigden: mrs. S.T. LEON en C.J. KOSTER,
tegen
DE STICHTING TOWN HOUSE DEVELOPMENT FOUNDATION,hierna: THDF,
gevestigd in Sint Maarten,
verweerster,
gemachtigde: mr. K. HUISMAN.

1.Het procesverloop

1.1. [
verzoeker] heeft op 4 april 2024 een verzoekschrift met producties ingediend. THDF heeft op 20 mei 2024 een verweerschrift met producties ingediend. Het verzoek is behandeld op 22 mei 2024. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben de gemachtigden het woord gevoerd aan de hand van door hen overgelegde spreekaantekeningen en hebben partijen vragen van de rechter beantwoord. Van het verhandelde is aantekening gehouden door de griffier.
1.2.
De uitspraak van deze beschikking is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Op 1 oktober 2016 heeft de Franse vennootschap SXM Security, waarvan [verzoeker] bestuurder is, een Professional Services Agreement gesloten met THDF, eindigende op 1 oktober 2017. SXM Security was op grond van deze overeenkomst belast met het beheer van de Town House Villa’s. In deze overeenkomst zijn, voor zover van belang, de volgende bepalingen opgenomen:
“This agreement will be in effect from Oct 1, 2016 to Sep 30, 2017 for a period of one year.
(…)
Property Manager will be under contract to THDF and the duties are
detailed in Schedule "B" and "C".
(…)
Property Manager will report directly to The Board. All work instructions will come from The Board.
(...)
Property Manager will provide the services listed below and detailed in Schedule "B", which include but are not limited to:
a. Administrative and Reporting Services
b. Villa Maintenance Services
c. Marketing Services
d. Common Grounds Services
e. Guest Services
f. Owner Services
g. Project Services
h. Hurricane Services
i. Assistance with Villa Sales.
(…)
THDF will compensate Property Manager as per the details in Schedule "A" of this agreement, in
addition to the use the office adjoining Villa #10. (...)
(…)
Property Manager will ensure that all of his personal taxes and license fees, if applicable, are paid and kept current for the term of this contract, and he will indemnify THDF from any liability for non-payment."
2.2.
In Schedule "A", waar in de Professional Services Agreement naar wordt verwezen, staat, voor zover van belang, het volgende:
"Property Manager will receive monthly fixed payments of $ 2500 payable at the completion of a
calendar month. Pro-rata payments will be made for any partial months.
(…)
For the term of this contract, THDF will provide one week mandatory vacation time for every 6
months of this contract, to be taken outside of high season (defined as Dec 1st to Apr 30th).
It is the responsibility of the Property manager to identify requirement for back-up management services during his absence on vacation, and to sub-contract temporary services in the event that an owner is unable to volunteer his/her services. Property Manager is encouraged to identify a suitable temporary subcontractor and, if one cannot be identified who will accept accommodation in lieu of a salary, THDF will provide a stipend, contingent upon approval by the Board that both the subcontractor and the associated cost recommended by the Property Manager are appropriate and reasonable.
2.3.
In Schedule "B", waarnaar in de Professional Services Agreement wordt verwezen, staat, voor zover van belang, het volgende:
“(…) Office will be open between 9 am and 6 pm daily, Monday through Saturday.
Property Manager will be available for check-ins and check-outs at any time, including weekend and outside office hours.
Property Manager will be available by cell phone for emergencies at any time, including occasions when not on the property. (…)”
2.4.
De Town House Villa's vormen een resort dat bestaat uit elf
huizen/villa's. De eigenaren van de villa's zijn participanten van de stichting THDF.
2.5.
THDF behartigt de gemeenschappelijke gronden en faciliteiten van de Town House Villa's. Het merendeel van de villa's wordt verhuurd via websites als VRBO en AirBnB.
2.6.
THDF heeft voor afloop van de overeenkomst met SXM Security een biedingsproces in gang gezet teneinde een nieuwe beheerder voor de Town House Villa’s aan te trekken.
2.7.
Op 15 mei 2017 heeft THDF een brief gestuurd aan [verzoeker] met, zover van belang, de volgende inhoud:
“(…) The Board,, with the input of the owners, have to decide whether or not a new contract will be drawn by July 1, 2017.
It is the position of the Board that you will need to have your St. Maarten NV by that time for us to consider to sign a new contract with your company for one year. (…)”
2.8.
Op 23 mei 2017 heeft [verzoeker] een vennootschap aan de Nederlandse kant opgericht, te weten Wally and Company B.V.
2.9.
Op 30 juli 2017 heeft [verzoeker] een e-mail gestuurd aan THDF met, voor zover van belang, de volgende inhoud:
“(…) I was given a letter from the President of the Board on July 1, asking me to re-apply for the Property Manager of The Villas on Great Bay, the position I presently hold. (…)
I have attached my newBesloten Vennootschap(BV),Wally and Company BV. I have also attached to my CV, the confirmation from the Department of Economics that my Director’s and Business licenses will be issued tomorrow (…)
I really enjoy my job as a Property Manager for your beautiful resort, and I want to continue in that position with a renewed contract under my new Dutch Sint Maarten Company. (…)”
2.10.
Op 1 oktober 2017 is de overeenkomst verlengd met een periode van twee jaar, met dien verstande dat niet langer de Franse vennootschap van [verzoeker], SXM Security, de contractspartij was maar de Nederlandse vennootschap Wally and Company B.V. Nadien is de overeenkomst nogmaals verlengd voor een jaar, tot 30 september 2020 om vervolgens nog tweemaal verlengd te worden.
2.11.
Op 27 januari 2017 heeft [ naam], voorzitter van het bestuur van THDF, [verzoeker] een e-mail gestuurd met, voor zover van belang, de volgende inhoud:
“[verzoeker],we are very surprised about this constructionthe board never ask you to do something like that without our authorization
This place is made for the guest
Please dismantle it (…)”
2.12.
Op 16 juli 2021 heeft [verzoeker], via een advocaat, (onder andere) een verhoging van zijn vergoeding bedongen bij het bestuur van THDF.
2.13.
Op 14 september 2022 heeft [naam], de partner van [voorzitter bestuur THDF], [verzoeker] een e-mail gestuurd met, voor zover van belang, de volgende inhoud:
“(…) Please make a sign to put on the door of the bins indicating that all trash must be put in firm bags and not loose in containers (…)
It will be necessary to specify to the guests on their arrival the operation of the garbage cans that we have indicated to you above. (…)”
2.14.
Op 15 september 2022 heeft [partner voorzitter] een e-mail gestuurd aan [verzoeker] met, voor zover van belang, de volgende inhoud:
“(…) Please close umbrellas (especially when there is a storm like these days) (…)”
2.15.
Op 16 september 2022 heeft [verzoeker] een e-mail gestuurd aan [partner voorzitter] en [naam] met, voor zover van belang, de volgende inhoud:
“(…)[partner voorzitter] can you do an example of what you exactly want so I can print it out and put it on the wall (…)”
2.16. [
partner voozitter] heeft op 16 september 2022, in reactie op voornoemde e-mail, voor zover van belang, het volgende aan [verzoeker] gestuurd:
“(…) here is the example of a word that must be placed above a container dedicated to glass bottles and plastics (…)”
2.17.
Bij brief van 26 juni 2023 heeft THDF aan [verzoeker] geschreven, voor zover van belang:
"This letter is to formally advise that the existing Professional Services Agreement (dated Oct, 2019) and Amendment to Contract (dated July, 2021) between the Town House Development Foundation (THDF) and Wally and Company B.V. will expire and conclude on Sept 30, 2023.
(…)
Please be advised that you will be required to vacate Villa 10 no later than Sept 30, 2023."

3.Het geschil

3.1. [
verzoeker] verzoekt bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad de veroordeling van THDF:
I. tot betaling van het brutoloon van USD 3.307,50 vanaf 1 oktober 2023 totdat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is beëindigd, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 50% en de wettelijke rente;
II. om [verzoeker] een vergoeding te betalen van USD 1.500,00 per maand vanaf 1 december 2023 totdat hij weer gebruik kan maken van Villa 10, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 50% en de wettelijke rente;
III. om [verzoeker] binnen 24 uur na de te geven beschikking toe te laten om zijn werkzaamheden te hervatten, op straffe van verbeurte van een dwangsom van USD 500,00 per dag, met een maximum van USD 250.000,00;
IV. om [verzoeker] ongehinderde toegang en ongestoord genot van villa 10 te verschaffen binnen 14 dagen na betekening van beschikking, op straffe van verbeurte van een dwangsom van USD 500,00 per dag, met een maximum van USD 250.000,00;
V. tot betaling van de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2. [
verzoeker] legt aan zijn verzoek ten grondslag dat hij voor THDF werkzaam was op basis van een arbeidsovereenkomst. Nu THDF die arbeidsovereenkomst zonder de vereiste toestemming heeft opgezegd is zij gehouden het salaris door te betalen, [verzoeker] toe te laten tot het werk en hem ongehinderde toegang en ongestoord genot van villa 10 te verschaffen.
3.3.
THDF voert verweer en concludeert tot afwijzing van de verzoeken van [verzoeker] met veroordeling van [verzoeker] in de proceskosten. Op de inhoud van het verweer zal hierna, waar nodig, nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of de overeenkomst die tussen partijen heeft bestaan moet worden gekwalificeerd als een overeenkomst van opdracht of als een arbeidsovereenkomst.
4.2.
Om te kunnen beoordelen of een overeenkomst als een arbeidsovereenkomst moet worden aangemerkt, moet in de eerste fase door uitleg aan de hand van de Haviltexmaatstaf worden vastgesteld welke rechten en verplichtingen partijen zijn overeengekomen. In deze fase is ruimte voor de partijbedoelingen en kan de maatschappelijke positie van partijen een rol spelen. In de tweede fase wordt beoordeeld of de overeenkomst de kenmerken heeft van een arbeidsovereenkomst. Daarbij is niet van belang of partijen ook daadwerkelijk de bedoeling hadden de overeenkomst onder de wettelijke regeling van de arbeidsovereenkomst te laten vallen. Als de overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst, moet de overeenkomst als zodanig worden aangemerkt. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 24 maart 2023 (Deliveroo/FNV, ECLI:NL:HR:2023:443) overwogen dat de beoordeling van de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst afhangt van alle omstandigheden van het geval in onderling verband bezien waarbij onder meer de volgende tien (niet-limitatieve) gezichtspunten van belang kunnen zijn:
de aard en duur van de werkzaamheden;
de wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald;
de inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht;
het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren;
de wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen tot stand is gekomen;
de wijze waarop de beloning wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd;
de hoogte van deze beloningen;
de vraag of degene die de werkzaamheden verricht daarbij commercieel risico loopt;
of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld bij het verwerven van een reputatie, bij acquisitie, wat betreft fiscale behandeling, en gelet op het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt.
Daarbij heeft de Hoge Raad overwogen dat het gewicht dat toekomt aan een contractueel beding bij beantwoording van de vraag of een overeenkomst als arbeidsovereenkomst moet worden aangemerkt, mede afhangt van de mate waarin dat beding daadwerkelijk betekenis heeft voor de partij die de werkzaamheden verricht.
4.3.
In het hiernavolgende zal het Gerecht per gezichtspunt van het Deliveroo-arrest bespreken wat partijen zijn overeengekomen en in hoeverre dat gezichtspunt voor [verzoeker] daadwerkelijk betekenis heeft gehad bij de uitvoering van de overeengekomen werkzaamheden.
de aard en duur van de werkzaamheden
4.4. [
verzoeker] heeft, via zijn onderneming, in de periode vanaf 1 oktober 2016 tot en met 30 september 2023 het beheer van de Town House Villa’s verricht. Het beheer hield onder meer het volgende in:
  • [verzoeker] moest van 9:00 tot 18:00 van maandag tot zaterdag kantoor houden, waarbij hij 24/7 beschikbaar moest zijn voor de check-in en check-out van gasten, de begeleiding van gasten, alsmede voor noodgevallen;
  • het verrichten van onderhoud aan de villa’s en aan de gemeenschappelijke gronden;
  • het zorgdragen voor marketing en promotie voor de verhuur van de villa’s;
  • het assisteren van de individuele eigenaren voor zover dat niet in strijd is met de overige bepalingen in de tussen partijen gesloten overeenkomst;
  • het verrichten van klein onderhoud;
  • het voorbereiden op orkanen;
  • het assisteren bij de verkoop van de villa’s.
4.5.
Het Gerecht overweegt dat de aard van voornoemde werkzaamheden niet specifiek in de richting van een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht wijst. Datzelfde geldt ten aanzien van de duur van de werkzaamheden. [verzoeker] heeft immers in de periode vanaf 1 oktober 2016 tot 30 september 2023, op basis van meerdere overeenkomsten gesloten via zijn vennootschappen, het beheer van de Town House Villa’s verricht. De lange duur van de samenwerking kan een aanwijzing zijn voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst, maar sluit een opdrachtovereenkomst niet uit. Ook op basis van een opdrachtovereenkomst is een langdurige bestendige samenwerking namelijk mogelijk.
de wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald
4.6.
Volgens de overeenkomst moest [verzoeker] van 9:00 tot 18:00 uur van maandag tot en met zaterdag beschikbaar zijn voor de gasten. [verzoeker] had wel een eigen kantoor in een van de villa’s, maar niet gesteld is dat hij op de gezette tijden op kantoor aanwezig moest zijn. [verzoeker] had dan misschien geen vrijheid om zijn werktijden zelf te bepalen, maar wel had hij de vrijheid om gedurende kantoortijden te gaan en staan waar hij wilde, mits hij beschikbaar was voor de gasten. Het Gerecht overweegt dat hieruit geen sterke aanwijzing volgt in de richting van ofwel een arbeidsovereenkomst ofwel een overeenkomst van opdracht. Verder moest [verzoeker] ook rondom kantoortijden beschikbaar en bereikbaar zijn voor arriverende en/of vertrekkende gasten, alsmede voor noodgevallen. Dit vloeit naar het oordeel van het Gerecht noodzakelijkerwijs voort uit de aard van de werkzaamheden, namelijk het beheer van vakantievilla’s. Ook die omstandigheid wijst dan ook niet specifiek in de richting van een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht.
4.7.
Nog van belang is verder in hoeverre THDF invloed had op de wijze waarop de werkzaamheden werden bepaald. [verzoeker] stelt in dat verband dat hij inhoudelijke instructies kreeg ten aanzien van zijn werkzaamheden. Hij heeft in dat verband een aantal voorbeelden aangehaald die hierna zullen worden besproken.
4.8. [
verzoeker] stelt dat hij in september 2017, terwijl hij in Zuid-Frankrijk op vakantie was, werd gebeld met het verzoek om terug te keren naar Sint Maarten om de villa’s in orde te maken voor orkaan Irma. THDF betwist dit en voert aan dat [verzoeker] niet is gebeld door THDF, maar door een van de individuele eigenaren van de villa’s. [verzoeker] heeft dit niet weersproken, zodat van de juistheid daarvan uitgegaan zal worden. Dat, zoals [verzoeker] heeft gesteld, voor hem niet te onderscheiden is of een verzoek vanuit THDF komt of van een individuele eigenaar, is geen omstandigheid die voor rekening en risico van THDF dient te komen. Indien daar onduidelijkheid over bestond hadden partijen daarover moeten communiceren en hadden zij daar afspraken over moeten maken. Deze gestelde omstandigheid kan dan ook niet meewegen bij de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst.
4.9. [
verzoeker] heeft voorts meerdere voorbeelden in zijn verzoekschrift aangehaald waaruit zou moeten volgen dat THDF hem instructies heeft gegeven. Zo wijst hij naar meerdere e-mails gestuurd door [naam] , maar uit die e-mails volgt niet dat die opdrachten zijn gegeven door het bestuur. Zo is het Gerecht wel duidelijk dat [naam] een van de eigenaren is van de de Town House villa’s, maar niet duidelijk is of zij onderdeel uitmaakt van het bestuur van THDF. Die aangehaalde voorbeelden kunnen daarom niet meewegen in de beoordeling of sprake is van een gezagsrelatie.
4.10.
Op 27 januari 2017 heeft Gerard Isnard, voorzitter van het bestuur van THDF, een e-mail gestuurd aan [verzoeker] en hem verzocht om een door [verzoeker] bij het zwembad aangebrachte constructie te ontmantelen. Dat hier sprake zou zijn van een instructie zoals door [verzoeker] gesteld kan niet worden gevolgd. Kennelijk had [verzoeker] op eigen initiatief een constructie aangebracht bij het zwembad die THDF niet beviel. Dat THDF vervolgens vroeg om de constructie weg te halen kan dan ook niet worden gezien als het geven van een instructie binnen het verband van een arbeidsovereenkomst.
4.11.
Op 14 september 2022 heeft [naam], de partner van [voorzitter bestuur THDF], namens het bestuur [verzoeker] verzocht de gasten te verzoeken om voortaan afval te scheiden. Dat wijst niet op een instructie aan [verzoeker] maar is slechts een mededeling van THDF, waarvan de gasten via [verzoeker] als beheerder op de hoogte moeten zijn. Dat [partner voorzitter] vervolgens bij e-mail van 16 september 2022 gedetailleerde instructies geeft inzake de scheiding van afval is naar aanleiding van een e-mail van [verzoeker] eerder die ochtend waarin hij vraagt hoe het bestuur het precies wil.
Verder heeft THDF onweersproken gesteld dat het verzoek bij e-mail van 15 september 2022 om de parasols dicht te klappen is gedaan naar aanleiding van de omstandigheid dat het jaar daarvoor parasols waren vernield tijdens het orkaanseizoen. Dat gaat niet om een instructie maar om een verzoek/herinnering.
de inbedding van het werk en werker in de organisatie
4.12.
Het Gerecht overweegt dat geen sprake is van inbedding omdat THDF geen organisatie drijft. THDF is opgericht om de belangen van de eigenaren van de villa’s te behartigen. Die belangen bestaan uit het beheer en het onderhoud van de Town House villa’s en de gemeenschappelijke gronden. Dit wijst aldus in de richting van een overeenkomst van opdracht.
het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren
4.13. [
verzoeker] stelt dat hij het werk persoonlijk diende te verrichten en hij wijst in dat verband naar productie 7 bij het verzoekschrift. Die stelling volgt het Gerecht niet, omdat productie 7 een verlenging van de overeenkomst betreft. Ook uit de Professional Services Agreement volgt niet de verplichting dat [verzoeker] het werk persoonlijk diende uit te voeren. Het was op grond van de Professional Services Agreement slechts de verplichting van Wally and Company B.V. om zelf op zoek te gaan naar een vervanger als [verzoeker] met vakantie ging. Dat [verzoeker], zoals hij stelt, vaker een vervanger heeft aangedragen die door THDF niet werd geaccepteerd maakt nog niet dat op [verzoeker] de verplichting rustte om het werk persoonlijk uit te voeren. Nu [verzoeker] niet verplicht was het werk persoonlijk uit te voeren wijst dit punt in de richting van een overeenkomst van opdracht.
de wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen tot stand is gekomen
4.14.
Partijen twisten over de vraag hoe de Professional Services Agreement tot stand is gekomen. [verzoeker] stelt dat het op uitdrukkelijke verzoek van THDF was om te contracteren op basis van een overeenkomst van opdracht, terwijl [verzoeker] in dienst wilde treden van THDF. Hoe dat toen precies is gegaan is het Gerecht dus niet duidelijk. Wat wel vaststaat is dat [verzoeker] op 1 oktober 2016 via zijn Franse onderneming SXM Security de Professional Services Agreement is aangegaan met THDF. Voordat die termijn was afgelopen heeft [verzoeker] een Sint Maartense vennootschap, Wally and Company B.V., opgericht en heeft met die onderneming meegedaan met het biedingsproces voor een beheersfunctie dat door THDF in gang was gezet. Hoewel dat wellicht op verzoek van THDF was, heeft [verzoeker] wel tot twee keer toe met THDF gecontracteerd via een van zijn vennootschappen. Nergens uit volgt dat hij zelf de intentie had een arbeidsovereenkomst aan te gaan. Dat geeft naar het oordeel enige aanwijzing in de richting van een overeenkomst van opdracht.
de wijze waarop de beloning wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd
4.15.
Vast staat dat Wally and Company B.V. de beloning ter hoogte van USD 3.307,50 per maand automatisch op haar rekening kreeg overgemaakt. [verzoeker] hoefde daarvoor, anders dan te doen gebruikelijk bij een overeenkomst van opdracht, geen factuur te sturen. Over die vergoedingen droeg Wally and Company B.V. maandelijks omzetbelasting af. Niettegenstaande dat de vergoeding zonder tussenkomst van een factuur wordt overgemaakt, duidt deze wijze van betaling op een overeenkomst van opdracht. [verzoeker] stelt voorts dat de beloning eenzijdig werd bepaald door THDF. Dit kan niet worden gevolgd, omdat vaststaat dat door [verzoeker] op enig moment een verhoging van de beloning is bedongen. Kennelijk was er dus wel ruimte om te onderhandelen. [verzoeker] heeft niet gesteld dat hij in de jaren daaraan voorafgaand heeft getracht om een hogere beloning te bedingen, zodat die omstandigheid niet kan meewegen. Ook op dit punt wijzen de pijlen in de richting van een overeenkomst van opdracht.
de hoogte van deze beloningen
4.16.
De door THDF aan Wally and Company B.V. betaalde beloning van USD 3.307,50 past bij een overeenkomst van opdracht, zoals door THDF onweersproken is gesteld. Wordt daarbij bedacht dat [verzoeker] daarnaast ook recht had op villa 10 als woonruimte en kantoorruimte, dan wijst ook dat in de richting van een overeenkomst van opdracht.
commercieel risico
4.17.
De overeengekomen beloning betrof een vast bedrag en was niet afhankelijk van daadwerkelijk gemaakte uren. [verzoeker] liep in die zin geen commercieel risico, want de hoogte van zijn beloning was niet afhankelijk van het werkaanbod. THDF stelt wel dat het commercieel risico erin was gelegen dat [verzoeker] in het hoogseizoen meer uren moest maken dan in het laagseizoen, maar die stelling kan, zonder nadere toelichting die ontbreekt, niet worden gevolgd. Nu [verzoeker] geen commercieel risico liep, wijst dit in de richting van het bestaan van een arbeidsovereenkomst.
ondernemerschap
4.18.
Vast staat dat [verzoeker] sinds 2016 werkzaamheden heeft verricht voor THDF. THDF stelt wel dat [verzoeker] meerdere ondernemingen heeft, maar niet onderbouwd is dat [verzoeker] die ondernemingen ook actief gebruikte of daarmee inkomsten genereerde. Van ondernemerschap lijkt dan ook geen sprake te zijn, hetgeen wijst in de richting van een arbeidsovereenkomst.
conclusie
4.19.
Het Gerecht concludeert uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat de verhouding tussen [verzoeker] en THDF in overwegende mate de kenmerken heeft van een overeenkomst van opdracht. De overeenkomst tussen partijen dient daarom als een overeenkomst van opdracht te worden gekwalificeerd. Dit betekent dat de verzoeken van [verzoeker] zullen worden afgewezen.
4.20. [
verzoeker] zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van THDF tot op heden vastgesteld op NAf 2.500,00 aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

Het Gerecht:
5.1.
wijst de verzoeken af;
5.2.
veroordeelt [verzoeker] in de proceskosten, aan de zijde van THDF tot op heden vastgesteld op NAf 2.500,00.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.A.F.M. Wouters, rechter, bijgestaan door mr. M.E. Diri, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2024.
De griffier is buiten staat deze beschikking mede te tekenen.