Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
1.[naam], hierna: [gedaagde 1] ,
1.Het procesverloop
- het incidentele vonnis van 24 januari 2024;
- de conclusies van antwoord, re- en dupliek;
- de overgelegde producties.
2.De feiten
loan amortizationin het geding gebracht. Daarop staat als datum vermeld 11 april 2001 en is met de hand bijgeschreven de volgende tekst:
3.Het geschil
4.De beoordeling
loan amortizationwaarop door [gedaagde 1] met de hand bijgeschreven zou zijn dat hij USD 1.378.380,98 verschuldigd zou zijn plus een jaarlijkse rente van 10%. [gedaagde 1] betwist dat het handschrift op de
loan amortizationvan hem afkomstig is.
loan amortizationheeft geschreven, onbeantwoord kan blijven. Immers ook indien dat in rechte vast zou komen te staan, moet de daarop gebaseerde vordering van [eiser], gelet op het aan de zijde van gedaagden gevoerde verjaringsverweer, worden afgewezen. Daartoe is het volgende redengevend.
loan amortization, gesteld dat de verjaringstermijn is aangevangen op 11 april 2001. Nu [eiser] dit aanvangsmoment niet heeft betwist, betekent dit dat de nakomingsvordering, behoudens stuiting, op 11 april 2006 is verjaard. [eiser] heeft nog wel gesteld dat zij de vordering heeft gestuit, maar zij verwijst in dat verband naar beslagleggingen uit 2018 en 2022. Die beslagleggingen, wat daar verder ook van zij, hebben de verjaring dus in ieder geval niet tijdig kunnen stuiten.
loan amortizationgebaseerde nakomingsvordering is verjaard.