ECLI:NL:OGEAM:2024:19

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
12 juli 2024
Publicatiedatum
17 juli 2024
Zaaknummer
SXM202400701-LAR 62/2024
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake afgifte van een luchtvaartcertificaat door de luchtvaartautoriteit van Sint Maarten

Op 12 juli 2024 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten uitspraak gedaan in een zaak tussen EZ Air B.V. en de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie van Sint Maarten. EZ Air had een verzoek ingediend om een Commercial Air Transport Operations by a Foreign Air Operator Certificate (FACOP) en verzocht om een voorlopige voorziening omdat de luchtvaartautoriteit van Sint Maarten, de Sint Maarten Civil Aviation Authority (SMCAA), niet tijdig op het verzoek had beslist. De voorzieningenrechter oordeelde dat het uitblijven van een beslissing door de SMCAA onevenredig nadeel voor EZ Air met zich meebracht. De rechter stelde vast dat EZ Air belang had bij een inhoudelijke beslissing op haar verzoek en dat dit belang zwaarder woog dan het belang van de verweerder om nog niet te beslissen in afwachting van aanvullende informatie. De voorzieningenrechter droeg de verweerder op om binnen vier weken een inhoudelijke beslissing te nemen op het FACOP-verzoek van EZ Air. Tevens werd de verweerder veroordeeld in de proceskosten van NAf 1.400,-- en het griffierecht van NAf 150,-- aan EZ Air.

Uitspraak

Uitspraakdatum: 12 juli 2024
Zaaknummer: SXM202400701-LAR 62/2024
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
BESLISSING
op het verzoek tot schorsing en/of het treffen van een voorlopige voorziening van:
EZ AIR B.V. HANDELENDE ONDER DE NAAM Z AIR,
verzoekster,
gemachtigde: mr. A.C. van HOOF,
tegen
DE MINISTER VAN TOERISME, ECONOMISCHE ZAKEN, VERKEER EN TELECOMMUNICATIE VAN SINT MAARTEN,
zetelend te Sint Maarten,
verweerder,
gemachtigden: mrs. R.F. GIBSON jr. en D.I. SCHRAM,

1.Aanduiding bestreden beschikking

Het uitblijven van een beschikking op het verzoek van verzoekster (hierna: EZ Air) van 2 augustus 2023 om afgifte door de luchtvaartautoriteit van Sint Maarten, de Sint Maarten Civil Aviation Authority voor een Commercial Air Tranport Operations by a Foreign Air Operator Certificate.

2.Procesverloop

Namens verzoekster is op 7 juni 2024 ter griffie van het Gerecht in eerste aanleg alhier een verzoekschrift (met producties) als bedoeld in artikel 85, eerste lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (hierna: Lar) ingediend.
EZ Air heeft op 30 mei 2024 ook een verzoekschrift ingediend bij de burgerlijke rechter.
Mondelinge behandeling van de beide verzoeken heeft gezamenlijk plaatsgevonden ter zitting van 27 juni 2024, waarbij partijen en de gemachtigden zijn verschenen en het woord hebben gevoerd. Van de behandeling is een proces-verbaal opgemaakt. Tevens zijn pleitnotities voorgedragen en overgelegd. Aan de zijde van EZ Air zijn R. Winkel en gemachtigde mr. Van Hoof via videoverbinding verschenen. Aan de zijde van de minister is Louis Halley via videoverbinding verschenen.
Beslissing is bepaald op heden.

3.Feiten

De voorzieningenrechter gaat bij onderstaande beslissing uit van de volgende feiten.
EZ Air is een vliegtuigmaatschappij, gevestigd in Curaçao. Zij voert vanuit Curaçao vluchten uit naar bestemmingen in de regio, waaronder Aruba, Bonaire en Colombia.
Tussen Aruba, Nederland, Curaçao en Sint Maarten zijn op 22 augustus 2011 afspraken gemaakt over de liberalisering van luchtverkeer binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Deze afspraken zijn neergelegd in het Multilateral Protocol on the Liberalization of Air Transport within the Kingdom of the Netherlands (hierna: het protocol).
Op 2 augustus 2023 heeft EZ Air een verzoek ingediend bij de luchtvaartautoriteit van Sint Maarten, de Sint Maarten Civil Aviation Authority (hierna: SMCAA) voor een Commercial Air Tranport Operations by a Foreign Air Operator Certificate (hierna: FACOP). Het verzoek strekt ertoe om toestemming te verkrijgen voor het vliegen met vijf vliegtuigen tussen Curaçao en internationale bestemmingen met Sint Maarten als tussenstop.
De vijf vliegtuigen, een SAAB 340B – N304AG, een SAAB340B – N417XJ , een SAAB340B – N362AG, een Learjet 31A – N31ZV en een Learjet 35A – N839KA, zijn in de Verenigde Staten geregistreerd. Dit zijn zogenaamde N-geregistreerde vliegtuigen.
EZ Air heeft op 17 augustus 2023 het aanvraagformulier voor de FACOP opnieuw opgestuurd aan de SMCAA met vermelding van de vliegroutes.
Op 4 september 2023 heeft EZ Air de goedkeuring van de operations specifications van de Curaçaose Burgerluchtvaartautoriteit (hierna: CCAA) en de goedgekeurde Foreign Operations Specifications van de Amerikaanse burgerluchtvaartautoriteit, de Federal Aviation Administration (hierna: FAA) verstuurd naar SMCAA.
Op 24 november 2023 heeft de SMCAA aan EZ Air om additionele informatie en documenten verzocht.
Bij brief van 14 februari 2024 heeft EZ Air de SMCAA nogmaals verzocht en voor zover nodig gesommeerd om uiterlijk 19 februari 2024 de gevraagde FACOP te verstrekken.
Bij brief van 29 februari 2024 heeft de CCAA aan SMCAA de verdeling van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden met betrekking tot de vijf N-geregistreerde vliegtuigen tussen CCAA en FAA beschreven.
Op 3 april 2024 heeft EZ Air de SMCAA bericht dat de SMCAA over alle benodigde informatie beschikt. EZ Air heeft de SMCAA gevraagd en voor zover nodig gesommeerd om uiterlijk
3 april 2024 de gevraagde FACOP te verstrekken, waarbij is meegedeeld dat bij het uitblijven van een beslissing de zaak zal worden voorgelegd aan de rechter.
Bij brief van 4 juni 2024 heeft EZ Air bezwaar gemaakt bij verweerder tegen a. de door de SMCAA namens verweerder genomen beslissing inhoudend dat het verzoek van EZ Air niet compleet is, en b. de weigering te beslissen op het verzoek van EZ Air aan de SMCAA om de gevraagde FACOP te verstrekken. Daarbij is aangegeven dat de SMCAA meer dan tien maanden de tijd heeft gehad om te beslissen. Omdat de redelijke beslistermijn daarmee is verstreken, moet er volgens EZ Air van worden uitgegaan dat het verzoek is geweigerd. EZ Air heeft de minister gevraagd om alsnog binnen vier maanden een inhoudelijke beslissing te nemen op het verzoek van EZ Air.
Op 7 juni 2024 heeft EZ Air het verzoek om een (bestuursrechtelijke) voorlopige voorziening ingediend bij het Gerecht.

4.Beoordeling

De bevoegdheid van de bestuursrechter

4.1
Voor de bevoegdheid van de voorzieningenrechter en de ontvankelijkheid van het verzoek zijn de volgende artikelen van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van belang.
4.2
Op grond van artikel 7, eerste lid, van de Lar kunnen natuurlijke personen of rechtspersonen, die door een beschikking rechtstreeks in hun belang zijn getroffen, daartegen beroep instellen bij het Gerecht.
Op grond van artikel 55 van de Lar zijn de personen bedoeld in artikel 7, eerste lid, bevoegd een bezwaarschrift in te dienen bij het bestuursorgaan dat de beschikking heeft genomen, en het beroep bedoeld in artikel 7, eerste lid, pas in te stellen nadat het bestuursorgaan op het bezwaarschrift heeft beslist.
Op grond van artikel 3, eerste lid, van de Lar wordt onder beschikking verstaan: een schriftelijk besluit van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling die niet van algemene strekking is. Het tweede lid bepaalt dat met een beschikking wordt gelijkgesteld een weigering om een beschikking te geven.
Het derde lid luidt: wanneer de wettelijk gestelde termijn voor het geven van een beschikking is verstreken zonder dat een beschikking is gegeven of - bij het ontbreken van zulk een termijn - wanneer niet binnen redelijke tijd een beschikking is gegeven, geldt dat als het weigeren van het geven van een beschikking (fictieve weigering).
4.3
EZ Air heeft bezwaar gemaakt als bedoeld in artikel 55 van de Lar tegen de fictieve weigering te beslissen op haar verzoek om verstrekking van een FACOP. Het bezwaar is alleen ontvankelijk als de beslissing om de gevraagde FACOP te verlenen of te weigeren als beschikking in de zin van artikel 3 van de Lar kan worden aangemerkt. Daarvoor is nodig dat het een publiekrechtelijke rechtshandeling betreft. De volgende bepalingen zijn daarvoor van belang.
4.4
Ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Luchtvaartlandsverordening mag, voor zover bij internationale overeenkomst niet anders is bepaald, het beroepsvervoer met luchtvaartuigen binnen, naar of uit Sint Maarten, of met een binnen Sint Maarten gelegen punt als tussenstation, slechts geschieden door luchtvaartmaatschappijen waaraan daartoe bij landsbesluit respectievelijk door de minister vergunning is verleend. Een vergunning kan ingevolge het derde lid van genoemd artikel op aanvraag worden verleend voor een termijn van ten hoogste vijf jaar en wordt verleend voor geregeld of ongeregeld vervoer. De vergunning voor geregeld vervoer wordt verleend bij landsbesluit, de vergunning voor ongeregeld vervoer door de minister. Het vierde lid bepaalt dat aanvragen om vergunning worden beoordeeld met inachtneming van de bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vastgestelde regels.
Artikel 22, eerste lid, van de Luchtvaartlandsverordening luidt als volgt:
Bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden, onder vastlegging van de begrenzing van het Vluchtinformatiegebied Sint Maarten, regels gesteld:
a. terzake de luchtverkeerdienstverlening in genoemd gebied, de doeleinden hiervan en de toepassing van deze regels;
b. met betrekking tot de uitvoering van de luchtverkeersdienstverlening;
c. ter bevordering van de veiligheid en de regelmaat van het luchtverkeer.
Het tweede lid bepaalt dat bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, regels worden gesteld ter beveiliging van de burgerluchtvaart.
4.5
Op grond van artikel 26, eerste lid, van het Landsbesluit houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 22, eerste lid, van de Luchtvaartlandsverordening, kunnen door of namens de minister ter bescherming van de openbare veiligheid bij het gebruik van het luchtruim, ter bevordering van het veilige, ordelijke en vlotte verloop van het luchtverkeer of ter bescherming van personen of zaken aan boord van het luchtvaartuig of op het aardoppervlak regels worden gesteld aan deelnemers aan het luchtverkeer.
4.6
Op grond van artikel 1 van de Regeling vluchtuitvoering buitenlandse luchtvaartmaatschappijen geschiedt de afgifte, wijziging, of verlenging van een vergunning tot vluchtuitvoering aan buitenlandse luchtvaartmaatschappijen (“authorization”) voor het verrichten van commerciële vluchten in Sint Maarten op grond van een internationale overeenkomst, met inachtneming van de voorschriften opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage (bijlage 1). Bijlage 1, Part 10, regelt Commercial Air Transport bij Foreign Air Operators Within Sint Maarten.
Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter valt het verzoek van EZ Air onder het toepassingsbereik van de in de bijlage opgenomen regeling.
Op grond van artikel 10.1.1.4, onder a, van genoemde bijlage mag een buitenlandse luchtvaartmaatschappij geen luchtvaartuig exploiteren in commerciële luchtvervoersoperaties in Sint Maarten in strijd met Part 10 van de bijlage, de toepasselijke paragrafen van Part 7 en Part 8, de toepasselijke normen opgenomen in de Bijlagen bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Verdrag van Chicago) voor de uit te voeren operatie en/of andere vereisten die de luchtvaartautoriteit kan specificeren.
Paragraaf 10.2.1.1 (‘Requirements for application by foreign air operators for approval to operate into the territory of Sint Maarten’) en meer in het bijzonder artikel 10.2.1.1 luidt – voor zover hier relevant - als volgt:
(a) A foreign air operator from the territory of another state shall not operate an aircraft in Sint Maarten unless it is authorized by the Authority and holds an associated Document of Authorizations, Conditions, and Limitations issued to it by the Authority;
(b) When an air operator wishes to apply to operate in Sint Maarten it shall (1) make such application to the Authority in the form and manner prescribed;
(c) An application for approval to operate into the territory of Sint Maarten shall be accompanied by:
(.....)
(11) any other document the Authority considers necessary to ensure that the intended operations will be conducted safely.
4.7
Gelet op het hiervoor weergegeven wettelijk en juridisch kader is de voorzieningenrechter van oordeel dat de beslissing op het verzoek van EZ Air aan de SMCAA om een FACOP te verstrekken een publiekrechtelijke bevoegdheid betreft, dat het verzoek van EZ Air als aanvraag moet worden aangemerkt en de beslissing op die aanvraag als een beschikking in de zin van artikel 3 van de Lar. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter moet de SMCAA als de nationale luchtvaartautoriteit (the Authority) worden aangemerkt en verweerder als het bevoegde bestuursorgaan om op een FACOP-verzoek te beslissen, na advies van de SMCAA. Dat betekent tevens dat bezwaar kan worden gemaakt dan wel beroep kan worden ingesteld tegen de fictieve weigering te beslissen op een dergelijke aanvraag. Hiermee is de bevoegdheid van de voorzieningenrechter op grond van de Lar gegeven.
De ontvankelijkheid van het verzoek
5. Verweerder betoogt allereerst dat het verzoek van EZ Air om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat de termijn om te beslissen op het verzoek van EZ Air nog niet is verstreken, zodat geen sprake is van een fictieve weigering te beslissen.
5.1
De voorzieningenrechter stelt vast dat voor het beslissen op een aanvraag om een FACOP geen wettelijke beslistermijn geldt. Dat betekent dat moet worden beslist binnen een redelijke termijn. Anders dan verweerder heeft aangevoerd, is de voorzieningenrechter van oordeel dat die redelijke termijn in dit geval is verstreken. De aanvraag dateert immers al van 2 augustus 2023. Op die aanvraag is tot op heden, dat wil zeggen 10 maanden later, nog niet beslist. De SMCAA heeft voldoende tijd gehad op de aanvraag te beslissen, zelfs rekening houdend met de verzoeken om aanvullende informatie. Dat verweerder zich juist heeft ingespannen om een negatieve beslissing voor EZ Air te voorkomen, zoals verweerder heeft gesteld, doet aan het voorgaande niet af.
5.2
Verweerder betoogt verder dat het verzoek niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat de termijn om te beslissen op bezwaar, die op grond van artikel 69 van de Lar vier maanden bedraagt, nog niet is verstreken. Verweerder meent dat hij in de gelegenheid moet worden gesteld die termijn te benutten om het bezwaar inhoudelijk te beoordelen.
5.3
De voorzieningenrechter is van oordeel dat verweerder afdoende tijd heeft gehad om een inhoudelijke beslissing te nemen. Bovendien is het bezwaar gericht tegen een fictieve weigering. De heroverweging daarvan behelst niets meer of anders dan het alsnog nemen van een inhoudelijke beslissing. Verweerder moet daar thans toe in staat worden geacht.
Geen belang?
6. Verweerder betoogt dat EZ Air geen belang heeft bij de gevraagde voorlopige voorziening, omdat een eventuele schorsing van de fictieve weigering geen rechtsgevolgen heeft en niet betekent dat het FACOP-verzoek van EZ Air is goedgekeurd.
6.1
Dit betoog faalt omdat EZ Air tevens heeft gevraagd het bevoegde bestuursorgaan te bevelen een inhoudelijke beslissing te nemen, ook al is dat een schriftelijke weigering. De voorzieningenrechter is van oordeel dat EZ Air daarbij een belang niet kan worden ontzegd. Tegen een eventuele schriftelijke beslissing tot weigering van de gevraagde FACOP kan EZ Air desgewenst bezwaar maken of beroep instellen, waarna een inhoudelijke discussie kan plaatsvinden met rechterlijke toetsing. Die mogelijkheid wordt EZ Air onthouden indien de SMCAA doorgaat met (herhaalde) verzoeken om aanvullende informatie en het vooruitschuiven van de beschikking op de aanvraag van EZ Air.
Onevenredig nadeel
7. Op grond van artikel 85, eerste lid, van de Lar kan een beschikking waaromtrent een bestuurlijke heroverweging plaatsvindt op verzoek van de bezwaarde geheel of gedeeltelijk door het Gerecht worden geschorst op de grond dat de uitvoering van de beschikking voor hem een onevenredig nadeel met zich mee zal brengen in verhouding tot het door een onmiddellijke uitvoering van de beschikking te dienen belang. Ook kan op zijn verzoek een voorlopige voorziening worden getroffen ter voorkoming van onevenredig nadeel.
7.1
De voorzieningenrechter is van oordeel dat EZ Air belang heeft bij een inhoudelijke beslissing op haar FACOP-verzoek. Dat belang weegt zwaarder dan het belang van verweerder om nog niet op de aanvraag te hoeven beslissen in afwachting van meer of andere informatie over de verdeling van het toezicht. Het langer uitblijven van een inhoudelijke beslissing levert onevenredig nadeel op voor EZ Air. Verweerder zal daarom worden opgedragen om binnen vier weken een inhoudelijke beslissing te nemen op de aanvraag van EZ Air.
7.2
De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding voor een verderstrekkende voorziening, zoals het bevel om verweerder op te dragen uiterlijk binnen een week de gevraagde FACOP te verstrekken dan wel te bepalen dat EZ Air moet worden geacht te beschikken over de verzochte FACOP. Daarmee wordt te zeer vooruitgelopen op een inhoudelijk oordeel van de bevoegde autoriteit en wordt de verdeling van bevoegdheden tussen het bestuur enerzijds en de bestuursrechter anderzijds doorkruist.
7.3
EZ Air heeft aangegeven zich er van bewust te zijn dat onder gelijkblijvende omstandigheden een inhoudelijke beslissing van verweerder naar verwachting voor haar negatief zal uitpakken. De gevraagde FACOP kan worden verstrekt, aldus verweerder ter zitting, indien een door de SMCAA ten behoeve van de CCAA opgestelde conceptbrief die op 29 februari 2024 door de CCAA aan de FAA is toegezonden, door de FAA voor akkoord wordt ondertekend. Als dit tijdig geschiedt, kan dit worden betrokken bij de te nemen inhoudelijke beslissing op het FACOP-verzoek.
Proceskosten en griffierecht
8. Er is aanleiding een proceskostenveroordeling uit te spreken. Met toepassing van het Besluit Proceskosten Bestuursrecht worden de proceskosten bepaald op NAf 1.400,-- zijnde 1 punt van NAf 700,-- voor het verzoekschrift en 1 punt van NAf 700,-- voor de mondelinge behandeling. Tevens is er aanleiding te bepalen dat het door EZ Air gestorte griffierecht wordt vergoed.

9.De beslissing

Het Gerecht:
  • Wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe aldus dat verweerder wordt opgedragen binnen vier weken na de dag van openbaarmaking van deze beslissing alsnog een inhoudelijke beslissing te nemen op het FACOP-verzoek van EZ Air van 2 augustus 2023;
  • Veroordeelt verweerder in de kosten van deze procedure en bepaalt dat het Land Sint Maarten aan verzoekster zal betalen een bedrag van NAf 1.400,-- voor salaris gemachtigde en NAf 150,-- aan gestort griffierecht;
  • Wijst af het meer of anders gevorderde.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.J. van Ettekoven , rechter in het Gerecht in eerste aanleg te Sint Maarten, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier op 12 juli 2024.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.