Uitspraak
1.Aanduiding bestreden beschikking
2.Het verloop van de procedure
3.Feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
De beslissing
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 31 juli 2023 uitspraak gedaan over de weigering van de Gouverneur van Sint Maarten om een verklaring ter verkrijging van het Nederlanderschap te bevestigen. Eiser, die de Dominicaanse nationaliteit heeft, verbleef van 26 februari 2020 tot 9 augustus 2021 meer dan negen maanden buiten Sint Maarten. De Gouverneur stelde dat eiser niet had aangetoond dat zijn langdurig verblijf buiten Sint Maarten het gevolg was van omstandigheden buiten zijn schuld. Eiser had in deze periode zijn hoofdverblijf niet op Sint Maarten gehad, wat in strijd is met de voorwaarden van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN). Eiser voerde aan dat de lange duur van zijn verblijf in de Dominicaanse Republiek te maken had met de tijd die nodig was om documenten te verkrijgen en de sluiting van het luchtruim door de Covid-pandemie. Het Gerecht oordeelde echter dat eiser niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn stelling dat hij niet in staat was om terug te keren. De weigering van de optieverklaring werd daarom terecht gehandhaafd. Het Gerecht verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.