ECLI:NL:OGEAM:2023:71

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
31 juli 2023
Publicatiedatum
1 december 2023
Zaaknummer
SXM202300050- Lar 6/2023
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatig verblijf en afwijzing vergunning tot tijdelijk verblijf op Sint Maarten

In deze zaak heeft eiseres, die langere tijd onrechtmatig op Sint Maarten verbleef, beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een vergunning tot tijdelijk verblijf (vttv) door de Minister van Justitie van Sint Maarten. Eiseres had eerder een aanvraag ingediend die was afgewezen en was niet binnen de gegeven vertrektermijn van zes weken vertrokken. De Minister had de beschikking van 13 december 2022, waarin het bezwaar van eiseres ongegrond werd verklaard, bestreden. Eiseres stelde dat zij niet eerder naar Saint Vincent kon vliegen, maar het Gerecht oordeelde dat zij dit onvoldoende had aangetoond. De feiten wezen uit dat eiseres op 17 december 2021 pas was uitgereisd, na een nieuwe aanvraag. Het Gerecht concludeerde dat er sprake was van een gevaar voor de openbare orde door het onrechtmatig verblijf van eiseres. De beroepsgrond van eiseres faalde, en het Gerecht verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door rechter J.M. Ghrib op 31 juli 2023, en er staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving.

Uitspraak

Uitspraakdatum: 31 juli 2023
Zaaknummer: SXM202300050-LAR00006/2023
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
UITSPRAAK
In het geding van:
[eiseres],
eiseres,
gemachtigde: mr. B. BROOKS,
tegen
DE MINISTER VAN JUSTITIE VAN SINT MAARTEN,
gezeteld te Sint Maarten,
verweerder,
gemachtigde: mr. A.O. MULLER,

1.Aanduiding bestreden beschikking

De beschikking van verweerder van 13 december 2022 waarbij verweerder het bezwaar van eiseres, gericht tegen verweerders beschikking van 17 december 2021 inhoudende afwijzing aanvraag vergunning tot tijdelijk verblijf (hierna: vttv), ongegrond heeft verklaard.

2.Het verloop van de procedure

2.1.
Met een op 24 januari 2023 ter griffie van het Gerecht in eerste aanleg alhier ingediend pro-forma beroepschrift (met producties) heeft eiseres tegen voormelde beschikking beroep ingesteld als bedoeld in artikel 7 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Op 3 mei 2023 heeft eiseres de aanvullende gronden ingediend.
2.2.
Op 6 juni 2023 heeft verweerder een verweerschrift (met producties) ingediend.
2.3.
Mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden ter zitting van 19 juni 2023. Eiseres is bij gemachtigde voornoemd verschenen. Verweerder is verschenen bij diens gemachtigde. Partijen hebben op schrift gestelde pleitaantekeningen voorgedragen en overgelegd.
2.4.
Uitspraak is bepaald op heden.

3.Feiten

3.1.
Het Gerecht gaat uit van de volgende vaststaande feiten.
- Eiseres is geboren op [geboortedatum] te Saint Vincent & The Grenadines. Op 25 juni 2010 is door eiseres de onderneming Tuckspro N.V. opgericht en op 29 juni 2010 is deze in het handelsregister van Sint Maarten ingeschreven. Bij ministeriele beschikking van 10 september 2020 heeft eiseres de vestigingsvergunning en directeursvergunning gekregen voor haar onderneming.
- Op 9 oktober 2020 heeft eiseres een aanvraag om een vttv met als doel arbeid als directeur ingediend. Deze aanvraag is afgewezen bij beschikking van 14 mei 2021. Eiseres heeft geen rechtsmiddelen ingesteld zodat deze beslissing in rechte vast staat.
- Op 1 december 2021 heeft eiseres een aanvraag om een vttv met als doel arbeid als directeur ingediend. Deze aanvraag is afgewezen bij beschikking van 17 december 2021.
-Bij schrijven van 10 februari 2022 heeft eiseres bezwaar aangetekend. Op 1 november 2022 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Bij beschikking van 13 december 2022 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.

4.Het geschil

4.1.
Eiseres heeft het Gerecht verzocht het beroep gegrond te verklaren, de beschikking waarvan beroep te vernietigen met veroordeling in de proceskosten.
4.2.
Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd en concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
4.3.
Op de standpunten van partijen wordt voor het overige hierna zo nodig nader ingegaan.
5.
De beoordeling
5.1.
Om in aanmerking te komen voor een vergunning tot tijdelijk verblijf of verblijf voor het land Sint Maarten dient te zijn voldaan aan de voorwaarden genoemd in de Ltu, het Toelatingsbesluit en de beleidsregels zoals verwoord in de Richtlijnen van verweerder met betrekking tot de toepassing van de Ltu en het Toelatingsbesluit van mei 2012 (hierna: de Richtlijnen)
Ingevolge artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a van de Ltu kan de vttv door of namens de minister worden geweigerd met het oog op de openbare orde of het algemeen belang, waaronder economische redenen mede worden begrepen.
Uit het in de Richtlijnen opgenomen voorwoord volgt dat daarin een restrictief toelatingsbeleid is neergelegd, gericht op beteugeling van de instroom van vreemdelingen in het licht van maatschappelijke en economische ontwikkelingen. Voorts is onder 3.1.1 opgenomen dat aanvragen van vreemdelingen voor eerste toelatingen tot Sint Maarten in principe in het buitenland dienen te worden afgewacht (het zogenoemde uitlandigheidsvereiste).
5.2.
Het toetsingskader wordt in onderhavig geval gevormd door de hierboven aangehaalde bepalingen en beleid. Niet in geschil is dat eiseres langere tijd onrechtmatig heeft verbleven op Sint Maarten en aldus heeft gehandeld in strijd met de Ltu. Een eerdere verblijfsaanvraag van eiseres is afgewezen en alhoewel hiertoe aangezegd is zij na de afwijzende beslissing niet binnen de door verweerder gegeven vertrektermijn van zes weken vertrokken uit Sint Maarten.
5.3.
Dat eiseres na de eerste afwijzende beschikking van 14 mei 2021 niet binnen de door verweerder geboden vertrektermijn is vertrokken vanwege de vulkaanuitbarsting op Saint Vincent & The Grenadines in december 2020, kan het Gerecht niet volgen. Eiseres is een zes weken termijn geboden om te vertrekken. Eiseres heeft hieraan geen gevolg gegeven. Zij is pas op 17 december 2021 uitgereisd. Dat eiseres niet eerder naar Saint Vincent kon vliegen heeft zij onvoldoende aannemelijk gemaakt. Immers niet is aangetoond dat het tussen 14 mei 2021 en december 2021 onmogelijk was om naar Saint Vincent te vliegen. De stelling dat het land anno 2023 nog met problemen kampt, wat daar verder ook van zij, ziet niet op inreis mogelijkheden.
5.4.
Het Gerecht overweegt voorts dat eiseres pas is uitgereisd nadat zij een nieuwe aanvraag had ingediend en dat zij voorts op 27 januari 2022 met een enkele reis toegang tot Sint Maarten heeft proberen te verkrijgen. Deze poging om in te reizen heeft eiseres gedaan nadat de afwijzende beschikking op 30 december 2021 aan haar gemachtigde was uitgereikt. Eiseres was kennelijk van mening dat zij zonder rechtmatig verblijf wederom Sint Maarten binnen zou kunnen reizen.
5.5.
Het Gerecht is van oordeel dat dit handelen van eiseres voldoende is om de conclusie van verweerder te kunnen dragen dat er sprake is van een gevaar voor de openbare orde. De beroepsgrond faalt.
5.6.
Het Gerecht is, gelet op voorgaande, van oordeel dat verweerder in de bestreden beschikking terecht en op goede gronden zijn beslissing in stand heeft gelaten om de verzochte v.t.t.v. af te wijzen.
5.7.
Het vorenstaande betekent dat het beroep ongegrond wordt verklaard.
6.
De beslissing
Het Gerecht:
verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib, rechter in het Gerecht in eerste aanleg te Sint Maarten, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier op 31 juli 2023.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na de dag van kennisgeving van deze uitspraak. Zie hoofdstuk 5 van de Landsverordening Administratieve Rechtspraak.