Uitspraak
1.Aanduiding bestreden beschikking
2.Het verloop van de procedure
3.Feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
De beslissing
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak heeft eiseres, een vreemdeling van Dominicaanse nationaliteit, beroep ingesteld tegen de beschikking van de Minister van Justitie van Sint Maarten, waarbij haar aanvraag voor een vergunning tot verblijf (vtv) werd afgewezen. Eiseres was op 2 oktober 2015 gehuwd met een Nederlandse man en had sinds 28 april 2016 een vergunning tot tijdelijk verblijf met als doel gezinsvorming. Echter, op 21 juli 2020 zijn eiseres en haar echtgenoot van elkaar gescheiden, vier maanden voor de vervaldatum van haar vergunning. Volgens het geldende beleid wordt de verblijfsvergunning geacht te zijn ingetrokken op het moment dat het doel waarvoor deze was verleend, vervalt.
Eiseres heeft op 18 november 2020 een aanvraag ingediend voor verlenging van haar vergunning tot verblijf, maar heeft nagelaten de Minister te informeren over haar echtscheiding. De Minister heeft de aanvraag afgewezen en het bezwaar van eiseres als kennelijk ongegrond verklaard. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten heeft geoordeeld dat de Minister terecht heeft gehandeld. De rechter overwoog dat eiseres op het moment van de echtscheiding niet voldeed aan de voorwaarden voor het behoud van haar verblijfsvergunning, aangezien zij niet vijf jaar aaneengesloten verblijf had genoten.
De uitspraak werd gedaan door rechter J.M. Ghrib op 16 januari 2023, waarbij het beroep van eiseres ongegrond werd verklaard. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na de kennisgeving.