ECLI:NL:OGEAM:2023:51

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
19 september 2023
Publicatiedatum
26 september 2023
Zaaknummer
SXM202101111 en SXM2023I00004
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindvonnis in verzekeringskwestie met betrekking tot dekking tijdens orkaan Irma

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, ging het om een verzekeringskwestie tussen Pelican 6 Limited en Gulf Insurance Limited, met Esurance Caribbean B.V. als tussenpersoon. De hoofdzaak betrof de dekking van de verzekering van Pelican 6 ten tijde van orkaan Irma op 6 september 2017. Pelican 6 stelde dat de dekking niet was gewijzigd, terwijl Gulf Insurance betoogde dat er een wijziging had plaatsgevonden naar alleen branddekking. De rechter oordeelde dat Pelican 6 op 29 augustus 2017 duidelijk had aangegeven de verzekering te willen wijzigen naar dekking voor alleen brandschade. Dit verzoek werd door Esurance doorgegeven aan Gulf Insurance, maar er werd geen nieuwe polis afgegeven. De rechter concludeerde dat de wijziging van de verzekering wel degelijk had plaatsgevonden, ondanks het ontbreken van een formele bevestiging van Gulf Insurance. De vordering van Pelican 6 werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. In de vrijwaringsprocedure werd de vordering van Gulf Insurance eveneens afgewezen, en Gulf Insurance werd veroordeeld in de proceskosten van Esurance. De uitspraak werd gedaan op 19 september 2023.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Vonnis d.d. 19 september 2023
in de hoofdprocedure met zaaknummer SXM202101111
PELICAN 6 LIMITED,
gevestigd in Anguilla,
eiseres,
gemachtigde: mr. L.G.J. Berman,
tegen
GULF INSURANCE LIMITED,
gevestigd in Trinidad en Tobago,
gedaagde,
gemachtigde: mr. J.G. Bloem,
en in de vrijwaringsprocedure met zaaknummer SXM2023I00004
GULF INSURANCE LIMITED,
gevestigd in Trinidad en Tobago,
eiseres,
gemachtigde: mr. J.G. Bloem,
tegen
ESURANCE CARIBBEAN B.V.,
gevestigd in Sint Maarten,
gedaagde,
gemachtigden: mr. M.O. Kortenoever en mr. F.I. Paanakker.
Partijen worden hierna “Pelican 6”, “Gulf Insurance” en “Esurance” genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop na het tussenvonnis van 21 maart 2023 blijkt uit:
  • de akte uitlating in de hoofdzaak zijdens Pelican 6;
  • de akte uitlating in de hoofdzaak met producties zijdens Gulf Insurance;
  • de conclusie van antwoord met producties in de vrijwaring;
- de zittingsaantekeningen van de griffier van 6 juli 2023.
1.2.
Op 6 juli 2023 heeft de gezamenlijke behandeling van de hoofd- en de vrijwaringsprocedures plaatsgevonden. Hierbij waren naast de gemachtigden aanwezig [bestuurder Pelican 6] namens Pelican 6, [directeur] (via videoverbinding) namens Gulf Insurance en [bestuurder Esurance] namens Esurance. De aanwezigen hebben hun standpunten toegelicht en vragen van de rechter beantwoord. Mr. Berman en mr. Bloem hebben spreekaantekeningen voorgedragen. De griffier heeft aantekening gehouden van wat er verder is gezegd.
1.3.
Vonnis is, na eenmalige aanhouding, bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij tussenvonnis van 21 maart 2023 is overwogen dat de vordering van Pelican 6 niet is verjaard en is voorts het verzoek om Esurance in vrijwaring op te roepen toegewezen. Tevens is aan partijen verzocht een aantal stukken in te dienen waarnaar in het eerdere stadium werd verwezen. Uit deze stukken, en uit verdere toelichting door partijen, is een aantal feiten en omstandigheden gebleken die van belang zijn voor de beoordeling. Deze zullen hierna, steeds als onderdeel van de beoordeling, worden weergegeven.
De hoofdzaak
2.2.
Het geschil ziet kort gezegd op de dekking van de verzekering van Pelican 6 ten tijde van orkaan Irma op 6 september 2017. Vast staat dat Pelican 6 tot eind augustus 2017 dekking had voor “
fire extended perils include catastrophe” en dus inclusief orkaanschade. De vraag is of daarna, kort voor orkaan Irma, de dekking is gewijzigd naar “
fire only”.
Wilsuiting dekkingswijziging
2.3.
Pelican 6 stelt zich op het standpunt dat de dekking niet is gewijzigd. Daartoe stelt Pelican 6 primair dat zij die wijziging nooit heeft beoogd en dat zij die wijziging nooit heeft verzocht. Er is inderdaad wel over gesproken, maar slechts vrijblijvend; Pelican 6 bedoelde slechts te informeren naar het prijsverschil tussen de verschillende premies. Berichten over overstappen naar alleen branddekking waren dan ook gericht op de toekomst. Het orkaanseizoen was immers in volle gang en Pelican 6 zou wel gek zijn om dan de orkaandekking te laten vallen. Bovendien had zij net de premie voor de uitgebreide dekking betaald, waaruit eveneens volgt dat zij geen wijziging beoogde, aldus Pelican 6.
2.4.
Vast staat dat Pelican 6 haar verzekering regelde via Esurance, zodat zij in beginsel steeds met Esurance contact had over de duur, dekking en andere voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst. Esurance trad op als tussenpersoon uit hoofde van een overeenkomst met Gulf Insurance d.d. 14 oktober 2015, waarbij Esurance is aangesteld als “
broker representative”.
2.5.
Vanaf 12 juli 2017 hadden Esurance (bestuurder en aandeelhouder [bestuurder Esurance]) en Pelican 6 ([bestuurder Pelican 6]) via WhatsApp contact over de aflopende verzekering bij Gulf Insurance, onder polisnummer FSPSM-91427 met dekking voor “
fire extended perils include catastrophe”. Er is onder meer bericht:
12 juli Esurance: Hi [bestuurder Pelican 6]
Wanneer wil je de insurance bespreken voor pelican 6
17 juli Esurance: Hi [bestuurder Pelican 6] ** reminder **
27 juli Esurance: [bestuurder Pelican 6], hou je de insurance in de gaten.
Pelican 6 ltd
Policy is technically expired
(…)
Wil je dat ik alvast prolongeer voor je en dekking bevestig?
Pelican 6: Yess
Esurance: Prima bij deze
Je ontvangt uiterlijk morgen officiele bevestiging
2.6.
Vanaf 12 juli 2017 heeft Esurance ook contact gehad met Gulf Insurance over de aflopende verzekering van Pelican 6 en is deze, na de hiervoor weergegeven WhatsApp-berichten met Pelican 6, verlengd per 27 juli 2017. Hiertoe verzocht Esurance per e-mail aan Gulf Insurance: “
Can you please renew the mentioned above policy”, waarop Gulf Insurance kort reageerde:
“Will do”.
2.7.
Vervolgens heeft Esurance onderhandeld over de premie. Bij e-mail van
14 augustus 2017 heeft Gulf Insurance deze verlaagd naar NAf 28.350,00
(7,5 promille van de verzekerde som).
2.8.
Na de verlenging hielden Esurance en Pelican 6 contact over de verzekering. Esurance vroeg [bestuurder Pelican 6] meermaals wanneer hij langs zou komen om daarover te spreken. Verder zijn onder meer de volgende berichten gewisseld:
18 aug. Pelican 6: Hi [bestuurder Esurance]
Had met die heer van gulf gesproken om verzekering te veranderen naar een brand verzekering o
Hij zou je hierover spreken
23 aug. Esurance: [bestuurder Pelican 6] please give us an update. We need to inform gulf insurance abo [1]
29 aug. Esurance: Wat gaan we doen [bestuurder Pelican 6]?
Er is dekking en we moeten premie afdragen aan de maatschappij
Pelican 6: (…) Maandag ben ik bij je op kantoor
Maar vraag [branch manager van Gulf Insurance] alvast om dit te veranderen naar brand verzek [2]
Esurance: Ok
Dus je wilt de catastrophe dekking laten vervallen?
Pelican 6: Yess
Esurance: Dan wordt de premie 3%o
In plaats van 7.75%o
Ok dan laat ik dat aanpassen
[naam] gaat je een nieuwe invoice sturen
2.9.
Op 29 augustus 2017 heeft Esurance naar Gulf Insurance met als onderwerp “Wijziging Pol#91427 Pelican 6Ltd” gemaild:
“Hierbij vragen wij namens de klant de boven genoemd polis te wijzigen naar brand dekking alleen. Zoals afgesproken was de promillage 3%.
Graag ontvang ik een bevestiging en gewijzigde polis van Gulf.”
2.10.
Esurance heeft deze mail diezelfde dag doorgestuurd naar Pelican 6, met de toelichting:
“Ter info en bevestiging van de wijziging in dekking.
Invoice volgt morgen zodra wij de bevestiging van Gulf Ins hebben ontvangen.”
2.11.
Het Gerecht leidt uit de appjes tussen Esurance en Pelican 6 het volgende af. Esurance vroeg een aantal keren aandacht voor de aflopende verzekering. Pelican 6 was niet erg responsief en kennelijk verhinderd om bij Esurance langs te komen om het een en ander te bespreken. Omdat de verzekering vervolgens was verlopen, stemde zij in met het voorstel om de verzekering “alvast” te verlengen met dezelfde dekking (appjes 27 juli 2017). Dit, zo begrijpt het Gerecht, in afwachting van een verdere bespreking over de door Pelican 6 gewenste dekking. Vervolgens is er over de premie onderhandeld en is een polis afgegeven voor de verzekeringsperiode vanaf 27 juli 2017 tegen een premie van NAf 28.350,00 (printdatum 18 augustus 2017; productie 6 bij verzoekschrift).
2.12.
Na deze verlenging bleef Esurance bij Pelican 6 aandacht vragen voor de verzekering, waarbij tevens blijkt dat Pelican 6 zelf heeft gesproken met Gulf Insurance over een wijziging naar branddekking (appje 18 augustus 2017). Esurance spoort aan dat er premie moet worden betaald omdat er al dekking is, daarmee doelend op de hoge premie voor de zojuist verlengde uitgebreide verzekering. Hierop heeft Pelican 6 instructie gegeven om Gulf Insurance “alvast” te vragen de polis te wijzigen naar brand (appjes van 29 augustus 2017). Esurance verifieert of Pelican 6 de “
catastrophe dekking” wil laten vallen, hetgeen zij bevestigt. Esurance bericht daarop dat de premie dan 3 promille wordt in plaats van 7,75 en dat de factuur zal worden aangepast. Esurance geeft diezelfde dag de instructie tot verlaging door aan Gulf Insurance, met de opmerking dat “zoals afgesproken” de nieuwe premie dan 3 promille bedraagt (e-mail van 29 augustus 2017). Daaruit volgt dat Esurance en Gulf Insurance de door Pelican 6 gewenste verlaging al eerder hadden besproken en dat de dan geldende premie al was vastgesteld.
2.13.
Deze aanloop naar het verzoek van 29 augustus 2017 tot wijziging van de dekking wekt niet de indruk van een louter informerend gesprek naar een eventuele wijziging in de toekomst. De appjes laten twee concrete beslismomenten zien, namelijk eerst op 27 juli 2017 toen de verzekering was verlopen en deze “alvast” op gelijke voet werd voortgezet, en vervolgens op 29 augustus 2017 toen er premie moest worden voldaan. Daarop verzocht Pelican 6 om vooruitlopend op het gesprek met Esurance “alvast” de dekking te verlagen, een idee waar zij kennelijk al langere tijd mee speelde. Als Pelican 6 daadwerkelijk wilde dat de verlaging pas het jaar daarop zou ingaan, dan had zij niet “alvast” via WhatsApp die instructie hoeven geven. Bovendien zou zij dan meteen aan de bel hebben getrokken dat de factuur niet moest worden aangepast omdat zij dat jaar nog wel de uitgebreide dekking wilde. Vervolgens heeft Esurance het wijzigingsverzoek aan Gulf Insurance doorgestuurd naar Pelican 6 en ook daarop heeft Pelican 6 niet gemeld dat er sprake was van miscommunicatie en dat het een en ander moest worden teruggedraaid. Orkaanseizoen of niet, Pelican 6 heeft ondubbelzinnig verzocht en na verificatie bevestigd (“
yess”) dat zij de orkaandekking wilde laten vallen. Daarmee is sprake van een wilsverklaring in de zin van artikel 3:33 BW.
2.14.
Ten aanzien van de premiebetaling geldt het volgende.
  • De premie voor de uitgebreide dekking werd eerst vastgesteld op
  • Uit de door Pelican 6 overgelegde ‘
- De dag daarna, op 29 augustus 2017, verzocht Pelican 6 de wijziging naar alleen branddekking en bevestigde Esurance dat de premie dan 3 promille zou bedragen: NAf 11.340,00 (USD 6.370.79).
  • Uit de ‘
  • Daarmee heeft Pelican 6 in totaal een bedrag van USD 19.663,26
2.15.
De eerste betaling van Pelican 6 was te laag voor de uitgebreide dekking, maar te hoog voor de branddekking. Met de tweede betaling is er in totaal dan weer te veel betaald voor de uitgebreide dekking. Het Gerecht begrijpt dat Pelican 6 in eerdere jaren de premie in deelbetalingen heeft voldaan en dat Esurance/Gulf Insurance dit steeds accepteerde, zodat voorbij wordt gegaan aan het verweer van Gulf Insurance dat Pelican 6 daartoe niet gerechtigd was. De betalingen komen evenwel - afzonderlijk of gezamenlijk - niet overeen met de premiebedragen voor de uitgebreide of de verlaagde dekking. Er is cash betaald zonder omschrijving of polisnummer. De eerste betaling is gedaan toen de uitgebreide dekking met hoge premie nog gold en de tweede betaling is gedaan drie weken nadat de schade was ingetreden - op de dag waarop Pelican 6 de eerste afwijzingsbrief van Gulf Insurance ontving. De betalingssituatie is aldus nogal onoverzichtelijk en geeft weinig aanknopingspunten om conclusies uit te trekken. Dat Pelican 6 de volledige premie met orkaandekking ten tijde van orkaan Irma reeds had betaald en dat daarom moet worden aangenomen dat zij de orkaandekking wilde behouden, mist in ieder geval feitelijke grondslag en kan daarom niet worden gevolgd.
2.16.
Het Gerecht concludeert dan ook dat Pelican 6 op 29 augustus 2017 heeft beoogd om vanaf dat moment de verzekering te wijzigen naar dekking voor alleen brandschade en dat zij dit in duidelijke bewoordingen aan Esurance heeft geuit.
Totstandkoming gewijzigde overeenkomst
2.17.
Pelican 6 stelt vervolgens dat haar verzoek niet tot daadwerkelijke wijziging kan hebben geleid, omdat er geen nieuwe polis is afgegeven en de eigen procedure van Gulf Insurance voor wijziging niet is doorlopen.
2.18.
Vast is komen te staan dat er geen polis is afgegeven voor de wijziging naar branddekking, zoals wel gebeurde voor de (uitgebreide) verlenging vanaf 27 juli 2017. De afgifte van een polis zoals bedoeld in artikel 7:932 lid 1 BW is evenwel geen constitutief vereiste voor de totstandkoming van de verzekeringsovereenkomst; die is vormvrij en komt in beginsel tot stand zodra wilsovereenstemming bestaat. De polis dient veeleer als bewijsmiddel van het bestaan en de inhoud van de overeenkomst. Dat de polis niet is afgegeven, betekent dus niet dat de wijziging niet heeft plaatsgevonden. Uit de afwijzingsbrieven d.d. 29 september 2017 en 7 oktober 2017 blijkt dat er wel - op enig moment - een nieuw polisnummer is toegekend: FOSM1026 (waarbij FOSM staat voor “
Fire Only Sint Maarten”).
2.19.
Ten aanzien van de interne procedure verwijst Pelican 6 naar de overeenkomst tussen Esurance en Gulf Insurance, waarin onder meer staat: “I
n respect of all classes of insurance the Broker Representative CANNOT BIND the Company without their acceptance and approval in writing of each risk. The approved slip will show the premium calculation as well, for which a billing will follow.” Omdat die schriftelijke bevestiging niet is gekomen, is er geen sprake van aanvaarding door Gulf Insurance van haar aanbod tot verlaging van de dekking en is er geen overeenkomst tot stand gekomen, aldus Pelican 6.
2.20.
In dit geval geldt dat de overeenkomst al tot stand was gekomen en laatstelijk met ingang van 27 juli 2017 werd verlengd. Het laten vallen van een deel van de dekking is dan een tussentijdse wijziging geweest die, zoals Gulf Insurance heeft aangevoerd, niet ziet op het aanvaarden van risico’s door Gulf Insurance (“
approval in writing of each risk”), althans niet van aanvullende risico’s. Verlaging van de dekking behelst immers in essentie verlaging van de risico’s die zij al had aanvaard. Bovendien was Gulf Insurance uit hoofde van de zojuist overeengekomen verlenging al jegens Pelican 6 gebonden, zodat de “
CANNOT BIND”-clausule zo bezien toepassing mist. Deze - tussen Esurance en Gulf Insurance geldende - bepaling kan Pelican 6 dan ook niet rechtstreeks baten.
2.21.
Gulf Insurance stelt dat er geen voorgeschreven procedure is voor de wijziging van een lopende verzekering. Zij verwijst naar een voorlopige getuigenverklaring afgelegd door haar branch manager [branch manager van Gulf Insurance] in de aanloop naar deze procedure, [4] waarin hij hierover verklaarde: “Er is geen formele structuur voor wijziging van een polis binnen ons kantoor” en “De communicatie bij een poliswijziging verschilt per broker maar bij Esurance gaat het in de praktijk steeds op deze manier.” Pelican 6 heeft de inhoud van deze verklaring betwist, maar slechts met verwijzing naar voornoemde overeenkomst met Esurance. Er is niet gesteld of gebleken dat er verdere (polis)voorwaarden of regelingen gelden waaruit de procedure voor het wijzigen van de verzekering, althans het moment van totstandkoming of intreding daarvan, kan worden afgeleid. Het Gerecht moet het er daarom voor houden dat die procedure inderdaad niet bestaat.
2.22.
Bij gebreke van een voorgeschreven procedure moet worden uitgegaan van de wettelijke bepalingen rondom aanbod en aanvaarding. De stappen kunnen worden teruggebracht tot: 1) Pelican 6 bespreekt de mogelijkheid tot wijziging van de dekking met Esurance en rechtstreeks met Gulf Insurance, 2) Esurance bespreekt dit (ook) met Gulf Insurance, 3) Gulf Insurance stelt de dan geldende premie vast, 4) Pelican 6 verzoekt Esurance om Gulf Insurance de wijziging door te laten voeren hetgeen 5) Esurance doorgeleidt naar Gulf Insurance en 6) terugkoppelt aan Pelican 6. Volgens Pelican 6 moet stap 4 worden beschouwd als haar aanbod dat vervolgens niet door Gulf Insurance is aanvaard; volgens Gulf Insurance is haar mededeling van stap 3 het aanbod dat Pelican 6 met stap 4 heeft aanvaard. In het lopende gesprek tussen partijen zijn aanbod en aanvaarding niet strikt van elkaar te onderscheiden. Evenwel moet naar oordeel van het Gerecht het aanbod worden toegeschreven aan Gulf Insurance, als partij die de verzekering aanbiedt en de voorwaarden daarvoor vaststelt, ook als die op verzoek van Pelican 6 worden vastgesteld. Met het wijzigingsverzoek aan Esurance heeft Pelican 6 aangegeven die voorwaarden te accepteren en daarmee het aanbod te aanvaarden. Daarmee is overeenstemming bereikt. Met het bericht van Esurance, “Ter info en bevestiging van de wijziging in dekking” is teruggekoppeld dat het verzoek is doorgezet. Kennelijk is de wijziging ook die dag doorgevoerd, zoals Gulf Insurance in haar tweede afwijzingsbrief heeft geschreven. Deze onmiddellijke verwerking stemt overeen met de procedure bij de verlenging die is ingegaan op de dag van verzoek (27 juli 2017; vgl. hiervoor onder 2.5 en 2.6). Het had op de weg gelegen van Gulf Insurance om op korte termijn de polis of andere officiële bevestiging toe te sturen. Dat dit is uitgebleven, is dan nalatig gelet op de in artikel 7:932 BW opgenomen verplichting maar levert niet een gebrek aan de totstandkoming van de overeenkomst op.
Zorgplicht
2.23.
Uit de hiervoor geschetste feitelijke aanloop naar het wijzigingsverzoek volgt eveneens dat het beroep van Pelican 6 op schending van de zorgplicht door Gulf Insurance niet kan slagen. De verlaging is geen impulsieve beslissing geweest maar het kennelijke resultaat van een financiële afweging en gesprekken met Esurance en Gulf Insurance. De bestuurder van Pelican 6 is naar eigen zeggen eigenaar van 18 complexen in Sint Maarten en daarmee te kwalificeren als vastgoedondernemer. Er is dus geen sprake van een onervaren particulier die onbekend is met de situatie in Sint Maarten. De - niet gemotiveerde - stelling van Pelican 6 dat zij voor haar andere objecten bij andere verzekeraars de orkaandekking heeft gehandhaafd, hetgeen Gulf Insurance betwist, is in het kader van de zorgplicht niet van belang. Wel van belang is de rol van Esurance als eerste contactpersoon voor Pelican 6, die expliciet heeft geverifieerd dat zij de “catastrophe dekking” wilde laten vallen. Het orkaanseizoen is ieder jaar reden voor behoedzaamheid, inclusief de voorspelde komst van stormen en orkanen die niet zelden vervolgens afbuigen. De overgelegde screenshots van de website van National Hurricane Center tonen op 28 augustus 2017 een “rood kruisje” (<60% kans op cycloonvorming) dat vanaf de Afrikaanse kust westwaarts trok en op 29 augustus 2017 iets noordelijk leek af te buigen. [5] Op 30 augustus 2017 was tropische storm Irma een feit en ontwikkelde deze zich de dag daarna tot een orkaan. Dat acht dagen na de wijziging van de dekking Irma recht over Sint Maarten raasde én de villa van Pelican 6 zwaar heeft beschadigd, die naar het Gerecht begrijpt volledig was voorzien van “
hurricane shutters”, is een uiterst ongelukkige gang van zaken. Dat betekent evenwel niet zonder meer dat Gulf Insurance haar zorgplicht heeft geschonden.
Goedkeuring
2.24.
Pelican 6 werpt tot slot op dat hypotheekverstrekker Orco Bank geen goedkeuring heeft gegeven voor de gewijzigde verzekering. [6] Op welke grond die goedkeuring is vereist en welke juridische gevolgen aan het ontbreken daarvan moeten worden verbonden, licht Pelican 6 onvoldoende toe. Zij stelt dat [branch manager van Gulf Insurance] tijdens een gesprek op 7 augustus 2017 heeft verteld dat toestemming van Orco Bank nodig zou zijn, maar daaruit kan op zichzelf die verplichting niet volgen. Die volgt ook niet uit de hypotheekvoorwaarden waarnaar Pelican 6 verwijst. Hierin is opgenomen dat Pelican 6 ten behoeve van Orco Bank een pandrecht vestigt op de aanspraken uit “
extended fire- and burglary insurance with regard to the above-mentioned mortgaged property” (pagina 3, artikel 5). Dit impliceert dat voor Pelican 6 een verzekeringsplicht geldt maar niet ten aanzien van orkaanschade. Eventuele uitkering uit hoofde van orkaandekking is dan ook niet verpand. Denkbaar is dat Orco Bank zal moeten instemmen met door Pelican 6 gewenste afwijking van de verzekeringsplicht/verpanding, bijvoorbeeld het laten vallen van de branddekking, maar daarvan is geen sprake. Voor zover Pelican 6 hieraan het gevolg verbindt dat Gulf Insurance ook bij Orco Bank had moeten verifiëren of Pelican 6 daadwerkelijk verlaging van de dekking wenste, [7] kan dit zonder nadere motivering niet worden gevolgd.
Conclusie in de hoofdzaak
2.25.
Het voorgaande betekent dat de vordering van Pelican 6 niet op de daartoe gestelde gronden kan worden toegewezen.
2.26.
Pelican 6 zal als de in de hoofdzaak in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze worden aan de zijde van Gulf Insurance begroot op NAf 21.000,00 (3,5 punten x tarief 11 ad NAf 6.000,00 per punt. Voor de pleidooizitting wordt geen punt toegekend nu die volledig was gericht op het verjaringsvraagstuk, in welk kader Pelican 6 bij tussenvonnis in het gelijk is gesteld).
Conclusie in de vrijwaringszaak
2.27.
De afwijzing van de vordering in de hoofdzaak leidt tot afwijzing van de vordering in de vrijwaringszaak. Er is immers niets waartoe Gulf Insurance in de hoofdzaak wordt veroordeeld.
2.28.
Gulf Insurance zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Gelet op de onderlinge samenhang tussen de hoofdzaak en de vrijwaringszaak, wordt het salaris van de gemachtigde begroot met halvering van de punten: NAf 6.000,00 (2 punten x tarief 11 ad NAf 6.000,00 per punt x 0,5). De daarover gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar zoals in de beslissing vermeld.

3.De beslissing

Het Gerecht:
in de hoofdprocedure met zaaknummer SXM202101111
3.1.
wijst het gevorderde af;
3.2.
veroordeelt Pelican 6 in de proceskosten, aan de zijde van Gulf Insurance begroot op NAf 21.000,00;
in de vrijwaringsprocedure met zaaknummer SXM2023I00004
3.3.
wijst het gevorderde af;
3.4.
veroordeelt Gulf Insurance in de proceskosten, aan de zijde van Esurance begroot op NAf 6.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na heden;
3.5.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling onder 3.4 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.F.M. Wouters, rechter, bijgestaan door mr. M.A. Kloppenburg, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 september 2023.

Voetnoten

1.In het door Gulf Insurance overgelegde transcript lijkt bij een aantal langere zinnen het laatste gedeelte te zijn weggevallen. In haar citaat van deze zin bij conclusie van antwoord eindigt deze met: “inform gulf insurance about payment/coverage”. Dit heeft Pelican 6 niet betwist.
2.In het citaat van Gulf Insurance eindigt deze zin met: “brand verzekering alleen”.
3.Gulf Insurance hanteert een wisselkoers van USD 1,00 = NAf 1,78, zo volgt uit de “kleine lettertjes” in correspondentie en haar berekeningen.
4.Proces-verbaal van voorlopig getuigenverhoor van 15 november 2018, zaaknummer SXM201800611, productie 16 bij verzoekschrift in de hoofdzaak.
5.Screenshots opgenomen in de akte uitlating van Pelican 6 d.d. 30 mei 2023 en voorts te raadplegen via archive.org.
6.Overigens spreekt Pelican 6 steeds van Orco Bank als ‘begunstigde’, hoewel zij niet als zodanig is aangewezen. In de polis wordt zij vermeld als ‘
7.Zie randnummer 23 van het verzoekschrift in de hoofdzaak.