ECLI:NL:OGEAM:2023:18

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
20 maart 2023
Publicatiedatum
5 april 2023
Zaaknummer
SXM202200509- Lar 114/2022
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen de beslissing tot herroeping van een bouwvergunning en de gebrekkige formulering van het dictum

In deze zaak hebben eisers, vertegenwoordigd door mr. F. Kutluer, beroep ingesteld tegen de beslissing van de Minister van Volkswoning, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur van Sint Maarten, vertegenwoordigd door mr. Z. Bary, om een bouwvergunning te herroepen. De beslissing van de minister, gedateerd 8 maart 2022, was in strijd met de vereisten van een duidelijk dictum. De eisers hebben eerder, op 15 november 2021, een gegrond beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de minister, die de bezwaren van eisers tegen de bouwvergunning van een derde belanghebbende ongegrond verklaarde. De minister was opgedragen om binnen acht weken een nieuwe beslissing te nemen op de bezwaarschriften van eisers.

Tijdens de procedure hebben eisers aanvullende producties ingediend en is er een mondelinge behandeling geweest op 13 februari 2023. De derde belanghebbende heeft ook een verweerschrift ingediend. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de minister in zijn beschikking van 8 maart 2022 niet duidelijk genoeg was in zijn uitspraak, wat heeft geleid tot de conclusie dat het beroep van eisers gegrond verklaard dient te worden. Het Gerecht heeft de minister veroordeeld in de proceskosten van eisers en heeft bepaald dat de bouwvergunning vernietigd wordt.

De uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib op 20 maart 2023, waarbij het Gerecht heeft geoordeeld dat de bezwaren van eisers gegrond zijn en dat de minister de nodige stappen moet ondernemen om de bouwvergunning te herroepen. De minister is ook veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eisers.

Uitspraak

Uitspraakdatum: 20 maart 2023
Zaaknummer: SXM202200509-LAR00114/2022
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
UITSPRAAK
In het geding van:

1. [a],

2. [b],

3. [c],

eisers,
gemachtigde: mr. F. KUTLUER,
tegen
DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING, MILIEU EN INFRASTRUCTUUR VAN SINT MAARTEN,
gezeteld te Sint Maarten,
verweerder,
gemachtigde: mr. Z. Bary,
waarbij als derde belanghebbende aan het geding heeft deelgenomen:
[d],
gemachtigde: dhr. R.E. DUNCAN.

1.Aanduiding bestreden beschikking

De beslissing van verweerder van 8 maart 2022 waarbij de bezwaarschriften van eisers gegrond dient te worden verklaard, waarbij verweerder aangeeft dat de minister het nodige zal doen om de bedoelde aangevallen bouwvergunning te herroepen.

2.Het verloop van de procedure

2.1.
Met een op 13 april 2022 ter griffie van het Gerecht in eerste aanleg alhier ingediend beroepschrift (met producties) hebben eisers tegen voormelde beschikking beroep ingesteld als bedoeld in artikel 7 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Op 6 februari 2023 hebben eisers aanvullende producties overgelegd.
2.2.
Op 28 juli 2022 heeft verweerder een verweerschrift met producties ingediend. Op 10 februari 2023 heeft verweerder aanvullende producties ingediend.
2.3.
Op 12 oktober 2022 heeft de derde belanghebbende een verweerschrift ingediend. Op 9 februari 2023 heeft de derde belanghebbende nadere bewijsstukken overgelegd.
2.4.
Mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden ter zitting van 13 februari 2023. Eisers en de gemachtigde zijn verschenen. Verweerder en de derde belanghebbende zijn verschenen bij gemachtigde. Eisers hebben op schrift gestelde pleitaantekeningen voorgedragen en overgelegd.
2.5.
Uitspraak is bepaald op heden.

3.Feiten

3.1.
Bij uitspraak van dit Gerecht van 15 november 2021, zaaknummer SXM202100502-LAR00032/2021, is het beroep van eisers gegrond verklaard, de beschikking van verweerder van 3 maart 2021 waarbij de bezwaren van eisers tegen het verlenen van bouwvergunning aan derde belanghebbende, ongegrond zijn verklaard, en is verweerder opgedragen binnen acht weken een nieuwe beslissing op de bezwaarschriften te geven, met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen.
3.2.
Verweerder heeft op 8 maart 2022 opnieuw een besluit op de bezwaren van eisers genomen.

4.Het geschil

4.1.
Eisers hebben het Gerecht verzocht het beroep gegrond te verklaren, de bouwvergunning te vernietigen subsidiair verweerder op te dragen een beschikking te nemen inhoudende de intrekking van de bouwvergunning, en verweerder op te dragen om tot bestuurlijke handhaving over te gaan.
4.2.
Verweerder en de derde belanghebbende hebben gemotiveerd verweer gevoerd en concluderen tot ongegrondverklaring van het beroep.
4.3.
Op de standpunten van partijen wordt voor het overige hierna zo nodig nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Verweerder heeft op 8 maart 2022 beslist op de bezwaarschriften van eisers. De conclusie opgenomen in deze beslissing is als volgt:
Al hetgeen in deze beslissing op bezwaar naar voren is gebrachte en gemotiveerd brengt met zich mede dat de bezwaren van de bezwaarden die naar de strijdigheid met art. 22 Bouw- en woningverordening, oftewel meer ruim geformuleerd bij dhr. [a] en [b] die naar ‘strijd met de geldende regels, groot c.q. gevaar bij orkanen’, verwijzen als gegrond dienen te moeten worden verklaard. De d.d. 29 mei 2020 afgegeven beschikking met kenmerkt BP#209/2019 dient te worden herroepen.
De minister zal de nodige doen om bedoelde aangevallen bouwvergunning te herroepen.
5.2.
Met eisers is het Gerecht van oordeel dat verweerder heeft nagelaten een duidelijk dictum in zijn beschikking op te nemen.
Ter zitting heeft verweerder aangegeven dat een en ander inderdaad ongelukkig is geformuleerd. Voorts heeft verweerder aangegeven dat er inmiddels een nieuwe beslissing op de aanvraag tot bouwvergunning van de derde belanghebbende is genomen maar dat deze echter nog niet is uitgereikt/opgehaald.
5.3.
Gezien de conclusie van verweerders beschikking van 8 maart 2022, opgenomen onder r.o. 5.1. en het voornoemde standpunt van verweerder, is het Gerecht van oordeel dat het beroep gegrond verklaard dient te worden. Daarbij overweegt het Gerecht dat vorenstaande aanleiding geeft, zelf in de zaak te voorzien, waarbij het Gerecht het bezwaar van eisers gegrond verklaard en het primaire vernietigd.
Omdat het beroep gegrond zal worden verklaard is er aanleiding tot veroordeling in de proceskosten.
5.4.
Er is aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eisers gemaakte proceskosten. Deze stelt het Gerecht met toepassing van het Besluit Proceskosten Bestuursrecht vast op NAf 1.400,-- zijnde 1 punt voor het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting. Voorts zal het Gerecht bepalen dat verweerder aan eisers NAf 150,--dient te betalen als vergoeding van het door hen gestorte griffierecht.
6.
De beslissing
Het Gerecht:
verklaart het beroep gegrond;
verklaart het bezwaar van eisers gegrond;
vernietigd de primaire beschikking, de bouwvergunning;
bepaalt dat verweerder aan eisers zal betalen een bedrag ad NAf 1.400,-- en een bedrag van NAf 150,--.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib, rechter in het Gerecht in eerste aanleg te Sint Maarten, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier op 20 maart 2023.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na de dag van kennisgeving van deze uitspraak. Zie hoofdstuk 5 van de Landsverordening Administratieve Rechtspraak.