ECLI:NL:OGEAM:2023:105

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
26 oktober 2023
Publicatiedatum
2 september 2024
Zaaknummer
SXM202300625
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing loonvordering wegens gebrek aan bewijs van hoger afgesproken uurloon

In deze zaak heeft eiser, een werknemer, een loonvordering ingediend tegen zijn werkgever, Boss B.V. Eiser stelde dat hij recht had op een hoger salaris van US$ 80,00/90,00 per dag, gebaseerd op een arbeidsovereenkomst. Echter, de arbeidsovereenkomsten vermeldden een uurloon van NAf 10,00, wat overeenkomt met ongeveer US$ 44,00 per dag. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 oktober 2023 heeft de rechter vastgesteld dat Boss aan haar betalingsverplichtingen heeft voldaan door het afgesproken uurtarief te betalen. Eiser kon niet eenzijdig besluiten dat hij recht had op een hoger salaris zonder overleg met de werkgever. De rechter heeft geoordeeld dat er geen bewijs was dat partijen een hoger uurloon hadden afgesproken. Daarom werd de vordering van eiser afgewezen. Eiser werd ook veroordeeld in de proceskosten, die op nihil zijn vastgesteld omdat Boss in persoon heeft geprocedeerd en geen kosten heeft hoeven maken. De uitspraak werd gedaan door mr. G.A.F.M. Wouters en is openbaar uitgesproken op 26 oktober 2023.

Uitspraak

proces-verbaal
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
Zaaknummer: SXM202300625
Proces-verbaal van mondelinge uitspraak van 26 oktober 2023
in de zaak van
[naam],hierna: [eiser],
te Sint Maarten,
eiser,
in persoon,
tegen
BOSS B.V.,hierna: Boss,
te Sint Maarten,
gedaagde,
procederend bij haar directrice G. de Windt,

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 5 september 2023 en de daarin genoemde processtukken.
1.2.
Op 26 oktober 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Na afloop van de zitting heeft de rechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

2.De beslissing

het Gerecht
2.1.
wijst de vordering van [eiser] af,
2.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Boss tot op heden vastgesteld op nihil.

3.De beoordeling

3.1.
Het Gerecht geeft hiervoor de volgende motivering.
3.2. [
eiser] heeft in deze zaak gesteld dat hij uit hoofde van een arbeidsovereenkomst met Boss recht heeft op betaling van salaris ter hoogte van US$ 80,00/90,00 per dag. De juistheid van deze stelling volgt echter niet uit de tussen partijen bestaan hebbende arbeidsovereenkomsten. Daarin is namelijk een uurloon van NAf 10,00 genoemd, hetgeen, naar de huidige koers, neerkomt op een bedrag van ruim US$ 44,00 per dag. Onbetwist is gebleven dat Boss heeft verloond naar voornoemd uurtarief, zodat vaststaat dat Boss aan de op haar rustende betalingsverplichting heeft voldaan. [eiser] kan niet eenzijdig beslissen dat hij, gelet op (de aard van) zijn werkzaamheden recht heeft op een hoger salaris. Daartoe is overleg met de werkgever vereist. Uit het dossier volgt overigens wel dat [eiser] Boss heeft gevraagd om een hoger salaris, maar dat hierover vervolgens geen overeenstemming is bereikt.
Het vorenstaande brengt met zich dat de vordering van [eiser] zal worden afgewezen.
3.3. [
eiser] zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de proceskosten. Deze zullen op nihil worden gesteld, omdat Boss in persoon heeft geprocedeerd en aldus geen kosten heeft hoeven maken.
Deze mondelinge uitspraak is gedaan door mr. G.A.F.M. Wouters, rechter, in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2023 en vastgelegd op 27 oktober 2023.