ECLI:NL:OGEAM:2023:102

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
6 oktober 2023
Publicatiedatum
2 september 2024
Zaaknummer
100.00424/23
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om onmiddellijke invrijheidstelling in strafvorderlijk kort geding

Op 6 oktober 2023 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten uitspraak gedaan in een verzoek om onmiddellijke invrijheidstelling van een verdachte, ingediend door zijn gemachtigde mr. S.D.M. Roseburg. Het verzoek was gedateerd op 5 oktober 2023 en werd behandeld in raadkamer. De waarnemend procureur-generaal, mr. M. Oudendijk, concludeerde tot niet-ontvankelijkheid van de verzoeker, subsidiair tot afwijzing van het verzoek. De rechter-commissaris, mr. G.A.F.M. Wouters, heeft het verzoek beoordeeld op basis van artikel 43 van het Wetboek van Strafvordering, dat de mogelijkheid biedt om een verzoek om een voorziening te doen in gevallen waar het belang van een goede strafrechtsbedeling dat vereist.

De verdachte was op 20 september 2023 aangehouden en in verzekering gesteld. Op 29 september 2023 heeft de rechter-commissaris de bewaring bevolen, met de instructie dat de verdachte binnen twee dagen na inwerkingtreding van de bewaring naar Point Blanche Prison zou worden overgeplaatst. Op 5 oktober 2023 werd de bewaring met acht dagen verlengd. De officier van justitie heeft op 6 oktober 2023 de onmiddellijke invrijheidstelling bevolen, maar de verdachte was inmiddels voor andere strafbare feiten aangehouden en bevond zich in een politiecel.

De rechter-commissaris oordeelde dat de verdachte, hoewel niet meer voorlopig gehecht, nog steeds belang had bij een beslissing over zijn verzoek. De rechter-commissaris concludeerde dat er geen grond was om de verdachte in vrijheid te stellen, aangezien hij op dat moment op basis van een andere aanhouding vastzat. Het verzoek tot onmiddellijke invrijheidstelling werd dan ook afgewezen. De beslissing werd genomen op grond van artikel 43 van het Wetboek van Strafvordering.

Uitspraak

Parketnummer 100.00424/23
HET GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
RECHTER-COMMISSARIS BELAST MET DE BEHANDELING VAN STRAFZAKEN
BESCHIKKING EX ARTIKEL 43 WETBOEK VAN STRAFVORDERING
Beschikking gewezen op het verzoek om een voorziening als bedoeld in artikel 43 van het Wetboek van Strafvordering, van de verdachte:
naam:
[naam]
voornamen: [namen]
geboren op: [datum] 2001 te Sint Maarten
adres: thans gedetineerd u.a.h.,
hierna te noemen: verzoeker.

Het verzoek

Verzoeker heeft door tussenkomst van gemachtigde mr. S.D.M. Roseburg een schriftelijk verzoek ingediend, gedateerd 5 oktober 2023, strekkende tot de onmiddellijke invrijheidstelling van de verdachte.
In raadkamer van 6 oktober 2023 zijn verzoeker, de gemachtigde en de waarnemend procureur-generaal mr. M. Oudendijk (hierna: de p-g) gehoord.
Verzoeker en de gemachtigde hebben het verzoek nader toegelicht.
De p-g heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van verzoeker, subsidiair tot afwijzing van het verzoek.
Op hetgeen partijen naar voren hebben gebracht wordt – voor zoveel nodig – hierna ingegaan.

Beoordeling van het verzoek

Ingevolge artikel 43 van het Wetboek van Strafvordering kan een verzoek om een voorziening worden gedaan door de verdachte of degene die daarbij een rechtstreeks hem bepaaldelijk aangaand belang heeft in alle gevallen waarin het belang van een goede strafrechtsbedeling een voorziening dringend noodzakelijk maakt en het Wetboek van Strafvordering zelf daaromtrent geen regeling bevat.
Aangezien het verzoek is ingediend tijdens het voorbereidend onderzoek in de strafzaak van verzoeker is de rechter-commissaris op grond van artikel 43, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, bevoegd op het verzoek te beslissen.
De rechter-commissaris overweegt het volgende.
Verzoeker is in de onderhavige zaak aangehouden en in verzekering gesteld op 20 september 2023. Op 29 september 2023 heeft de rechter-commissaris de bewaring bevolen met daarbij het bevel dat verzoeker binnen twee dagen na inwerkingtreding van de bewaring zal worden overgeplaatst naar Point Blanche Prison.
Bij beschikking d.d. 5 oktober 2023 heeft de rechter-commissaris de bewaring met acht dagen verlengd, waarbij is bepaald dat de voorlopige hechtenis moet worden ondergaan in een huis van bewaring op Sint Maarten.
Op 6 oktober 2023 heeft de officier van justitie de onmiddellijke invrijheidstelling bevolen van verzoeker. Daarna is verzoeker aangehouden voor andere strafbare feiten. Onder die titel bevindt hij zich thans in een politiecel.
Vast staat dat verzoeker, hoewel hij op dit moment niet meer voorlopig is gehecht, zich nog steeds in een politiecel bevindt. Hij heeft daarom voldoende belang bij een beslissing van de rechter-commissaris en is daarom ontvankelijk in zijn verzoek.
De (verlengde) bewaring is voorafgaand aan de mondelinge behandeling tot een einde gekomen. Wat er ook zij van de status van de door verzoeker aangehaalde tien dagen-termijn, inmiddels kan hij zich daarop niet meer beroepen, omdat hij op dit moment op een andere titel vastzit. [1] Van misbruik van recht door het Openbaar Ministerie is geen sprake, nu het heeft uitgelegd waarom het tot invrijheidstelling respectievelijk aanhouding is overgegaan: in Point Blanche is momenteel geen plaats voor verzoeker en het voert te ver om verzoeker om die reden heen te zenden. De rechter-commissaris kan die keuze billijken en is derhalve van oordeel dat er geen grond is om verzoeker in vrijheid te stellen.
Op grond van het vorenstaande zal de rechter-commissaris het verzoek afwijzen.
De navolgende beslissing is genomen op grond van artikel 43 van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING:

Wijst afhet verzoek tot onmiddellijke invrijheidstelling
Deze beslissing is gegeven op 6 oktober 2023 door mr. G.A.F.M. Wouters, rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken te Sint Maarten, in tegenwoordigheid van mr. M.C.G. Taranto , griffier
.
griffier, rechter-commissaris,
w.g. * w.g.*
voor eensluidend afschrift
de griffier,

Voetnoten

1.N.a.v. de mails van de gemachtigde en de p-g die de rechter-commissaris ontving na afloop de mondelinge behandeling: of verzoeker voorafgaand aan de mondelinge behandeling was aangehouden in een andere zaak of niet kan de rechter-commissaris in het midden laten, nu verzoeker in ieder geval ten tijde van deze beslissing vastzit op basis van de nieuwe aanhouding.