ECLI:NL:OGEAM:2022:89

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
1 augustus 2022
Publicatiedatum
19 december 2022
Zaaknummer
SXM202101152- Lar 134/2021
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Korting op ouderdomspensioen en bewijs van verzekeringstijd

In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. S.H.M. Ibrahim, beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekosten Verzekeringen, waarbij haar bezwaar tegen een korting op haar ouderdomspensioen ongegrond werd verklaard. De uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten vond plaats op 1 augustus 2022. Eiseres heeft betoogd dat zij gedurende haar werkzame leven op Sint Maarten verzekerd zou moeten zijn geweest, maar het Gerecht oordeelde dat zij niet geregistreerd was in de basisadministratie en geen aangifte inkomstenbelasting had gedaan over een periode van acht jaar. Dit leidde tot de conclusie dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor verzekering volgens de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering (LvAOV). Het Gerecht stelde vast dat eiseres niet als ingezetene kon worden beschouwd en dat zij niet had aangetoond dat zij aan haar belastingverplichtingen had voldaan. De korting op het ouderdomspensioen van 77.5552% werd door het Gerecht als gerechtvaardigd beschouwd. De uitspraak eindigde met de verklaring dat het beroep ongegrond was, zonder veroordeling van proceskosten.

Uitspraak

Uitspraakdatum: 1 augustus 2022
Zaaknummer: SXM202101152-LAR00134/2021
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
UITSPRAAK
In het geding van:
[eiseres],
eiseres,
gemachtigde: mr. S.H.M. IBRAHIM,
tegen
HET UITVOERINGSORGAAN SOCIALE EN ZIEKTEKOSTEN VERZEKERINGEN,
verweerder,
gemachtigde: mr. M.M. HOFMAN-RUIGROK,

1.Aanduiding bestreden beschikking

De beschikking van verweerder van 3 augustus 2021 waarbij het bezwaar van eiseres, gericht tegen verweerder’s primaire beschikking van 1 maart 2017 inhoudende korting op het toegekende ouderdomspensioen, ongegrond is verklaard.

2.Het verloop van de procedure

2.1.
Met een op 14 september 2021 ter griffie van het Gerecht in eerste aanleg alhier ingediend pro- forma beroepschrift (met producties) heeft eiseres tegen voormelde beschikking beroep ingesteld als bedoeld in artikel 7 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Op 12 oktober 2021 zijn de gronden van het beroep aangevuld.
2.2.
Op 9 november 2021 heeft verweerder een verweerschrift (met producties) ingediend.
2.3.
Mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden ter zitting van 21 juni 2022. Eiseres is in persoon verschenen, bijgestaan bij gemachtigde voornoemd. Verweerder is verschenen bij diens gemachtigde. Verweerder heeft op schrift gestelde pleitaantekeningen voorgedragen en overgelegd.
2.4.
Uitspraak is bepaald op heden.

3.Feiten en standpunten

3.1.
Feiten
- Eiseres is op [geboortedatum] geboren te Saint Martin.
- Eiseres is vanaf haar 16e jaar werkzaam op het Nederlandse deel van het eiland Sint Maarten bij het hotel Sun Resorts te Mullet Bay. In 1990 is eiseres overgeplaatst naar het hotel The Towers alwaar zij tot 2001 als Executive Housekeeper werkzaam is geweest. In 2011 heeft eiseres haar ontslag ingediend en is zij een pre-school in Sint Maarten begonnen.
- Op 21 juli 2016 heeft eiseres een aanvraag ingediend tot verstrekking van een ouderdomspensioen.
- Bij beslissing van 1 maart 2017 is aan eiseres op de voet van de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering (hierna LvAOV) een ouderdomspensioen toegekend met ingang van 1 september 2016 ten bedrage van NAf 238,- per maand, zijnde 22,4448% van het maximale ouderdomspensioen van NAf 1016,-.
- Eiseres heeft op 30 maart 2017 hiertegen bezwaar ingesteld. Verweerder heeft bij beslissing van 3 augustus 2021 het bezwaar ongegrond verklaard.
3.2.
Niet in geschil is dat eiseres in de periode 1973 tot 2001 werkzaam is geweest in loondienst op het Nederlandse deel van Sint Maarten. Eiseres heeft betoogd dat zij ervan uit is gegaan dat haar werkgever de relevante premies en belastingen over het loon heeft geheven en afgedragen en dat aldus verweerder ten onrechte voor deze jaren een korting op haar ouderdomspensioen heeft toegepast.
3.3.
Verweerder heeft bij verweerschrift aangegeven dat door eiseres niet is aangetoond dat zij gedurende de gehele periode tussen haar 15e en 60e levensjaar verzekerd is geweest nu zij niet geregistreerd is geweest in de basisadministratie van Sint Maarten en slechts over de jaren 1993 tot 2001 aangifte inkomstenbelasting heeft gedaan.

4.De beoordeling

4.1.
Wettelijk kader:
Artikel 5 van de LvAov luidt:
1.Verzekerd overeenkomstig de bepalingen van deze landsverordening is degene, die de leeftijd van 15 jaar, doch niet die van 62 jaar heeft bereikt, indien hij:
a. ingezetene is;
b. geen ingezetene is, doch in de inkomstenbelasting wordt aangeslagen als in Sint Maarten wonende belastingplichtige;
c. geen ingezetene is en evenmin geacht kan worden blijvend buiten Sint Maarten te wonen, doch ter zake van buiten Sint Maarten verrichte arbeid wedde of loon geniet ten laste van Sint Maarten, mits hij Nederlander is.
Artikel 8 van de LvAov luidt:
1. Op het bedrag, bedoeld in artikel 7, eerste lid, wordt een korting toegepast van 2% voor elk kalenderjaar, gelegen vóór 1 januari 1975, van 2 1/8% voor elk kalenderjaar tussen 1975 en 31 december 1990, en van 2 2/9% voor elk kalenderjaar tussen 1991 en 31 december 2015, en van 2 1/8% voor elk kalenderjaar na 31 december 2015 dat de pensioengerechtigde na het bereiken van de 15-jarige, doch vóór het bereiken van de 62-jarige leeftijd niet verzekerd is geweest.
Artikel 32 van de LvAov luidt:
1. Degene, op wie volgens de bepalingen van deze landsverordening de plicht rust premie te betalen, is verplicht aangifte te doen van zijn inkomen.
4.2.
Het Gerecht stelt vast, hetgeen eiseres ook ter zitting heeft erkend, dat eiseres gedurende de jaren dat zij werkzaam was te Sint Maarten niet ingeschreven is geweest in de Basisadministratie van Sint Maarten. Eiseres was, omdat zij niet stond ingeschreven, geen ingezetene van Sint Maarten. Derhalve staat vast dat eiseres aan de criterium gesteld in artikel 5, eerste lid, onder a, van de LvAov, niet voldoet.
4.3.
Nu op voorhand vaststaat dat eiseres geen ingezetene was van Sint Maarten, dient eiseres ter onderbouwing van haar stelling recht te hebben op ouderdomspensioen, aan te tonen dat zij is aangeslagen in de inkomstenbelasting als een in Sint Maarten wonende belastingplichtige. Het Gerecht is van oordeel dat eiseres hierin niet is geslaagd. Blijkens de verklaring nakoming fiscale verplichtingen van de belastingdienst Sint Maarten van 21 juni 2016 heeft eiseres voldaan aan de aangifteverplichtingen van 1993 tot en met 2001. Van stukken die onderbouwen dat eiseres aan haar verplichting ingevolge artikel 32 van de LvAov vanaf 1973 tot 1993 heeft voldaan, is niet gebleken. Eiseres heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat eiseres aangifte heeft gedaan van haar inkomen over de periode van 1973 tot 1993 en 2002 tot augustus 2016. Het Gerecht is dan ook van oordeel dat hiermee voldoende vaststaat dat eiseres niet verzekerd is geweest gedurende deze periodes. Dat eiseres niet wist dat ze aangifte van inkomstenbelasting moest doen en dat haar werkgever verplicht de relevante premies en belasting heeft ingehouden op haar salaris, maakt het vorenstaande niet anders. Het Gerecht overweegt dat artikel 5 van de LvAov dient ter voorkoming van dubbele opbouw van rechten. Eiseres heeft ter zitting aangegeven dat zij geen aanvraag ouderdomspensioen heeft ingediend in Saint Martin. Nu zij daar kennelijk wel alle jaren in het bevolkingsregister ingeschreven heeft gestaan, geeft het Gerecht eiseres in overweging om dit alsnog te doen.
4.4.
Gelet op het vorenstaande heeft verweerster derhalve op goede gronden een korting op het ouderdomspensioen van eiseres toegepast van over de voornoemde periodes van 77.5552%.
4.5.
De slotsom is dat het beroep ongegrond moet worden verklaard. Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

5.De beslissing

Het Gerecht in eerste aanleg:
verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib, rechter in het gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, mr. J. Sybesma en mevrouw M. Lopez-de Weever, bijzondere rechters in het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier op 1 augustus 2022.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na de dag van kennisgeving van deze uitspraak. Zie hoofdstuk 5 van de Landsverordening Administratieve Rechtspraak.