[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats],
adres: [adres].
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 23 maart 2022. De verdachte is verschenen, bijgestaan door haar raadsvrouw, mr. S.D.M. Roseburg, advocaat in Sint Maarten.
De officier van justitie, mr. G. Steeghs, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Daarnaast vordert hij een taakstraf voor de duur van 180 uren en 5 jaren ontzetting uit het politieambt.
De raadsvrouw heeft bepleit de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde en heeft een strafmaatverweer gevoerd.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op een of meer tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 12 oktober 2021 tot en met 15 oktober te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens), in haar hoedanigheid van politieagent aan een persoon, namelijk [persoon], een gift in de vorm van een geldbedrag ter hoogte van USD 7.500,00, voor zichzelf en/ of een andere heeft gevraagd:
- teneinde hem te bewegen om in haar bediening van politie ambtenaar in strijd met haar plicht iets te doen en/of na te la ten, en/of;
- ten gevolge en/of naar aanleiding van hetgeen door hem in haar huidige en/of vroegere bediening van politie ambtenaar is gedaan of nagelaten,
immers is/heeft hij, verdachte:
- in het (geautomatiseerd) bedrijfsprocessensysteem en/of fotobestanden van
observatie dossiers, althans een of meerdere gesloten systemen van het Korps Politie Sint Maarten persoonsgegevens en/of andere informatie behorende bij [persoon] geraadpleegd en/of bevraagd en/of uit dat(die) syste(e)m(en) geëxporteerd, met als doeleinde voornoemde [persoon] om te kopen voor een bedrag van USD 7.500.00, en/of;
- ( vervolgens) naar het werk van [persoon] gegaan en/of heeft daarbij gezegd dat [persoon] een probleem heeft, en/of;
- ( vervolgens) tegen [persoon] gezegd dat hij onderwerp was van een
onderzoek door de politie/DE A, en/of;
- ( vervolgens) tegen [persoon] gezegd dat dit probleem opgelost kon worden door betaling van USD 7.500,- en/of;
- ( vervolgens) tegen [persoon] gezegd dat na betaling van USD 7.500,- het
bewijs vernietigd zou worden, en/ of;
- ( vervolgens) tegen [persoon] gezegd dat hij met slechte mensen om ging en hij USD 7.500,- moest betalen om met rust gelaten te worden, en/of;
- ( vervolgens) tegen [persoon] gezegd dat hij die avond naar een ontmoetingsplaats nabij Bel Air Beach moest komen, en/of;
- ( vervolgens) [persoon] ontmoet nabij Bel Air Beach en tegen [persoon]
gezegd dat hij informatie over hem had en de man geld moest betalen om die informatie te krijgen, en/of;
- ( vervolgens) een of meerdere (door een observatieteam genomen) foto's
getoond of laten tonen aan [persoon] en/ of om een telefoonnummer van [persoon] heeft gevraagd, en/of;
- ( vervolgens) die [persoon] een of meerdere malen te bellen en o.a.
doormiddel van dreigementen te trachten die [persoon] te dwingen, althans te overtuigen een geldbedrag van USD 7.500.00 te betalen, en/of;
- ( vervolgens) die [persoon] heeft gevraagd om de door hem gedane aangifte van 12 oktober 2021 in te trekken;
zij op een of meer tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 12 oktober 2021 tot en met 15 oktober te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens), als ambtenaar, immers werkzaam als politieagent, met misbruik van haar functie, opzettelijk iets heeft gedaan, namelijk verdachte heeft:
- in het (geautomatiseerd) bedrijfsprocessensysteem en/ of fotobestanden van
observatie dossiers, althans een of meerdere gesloten systemen van het Korps Politie Sint Maarten persoonsgegevens en/of andere informatie behorende bij [persoon] geraadpleegd en/of bevraagd en/of uit dat systeem geëxporteerd, met als doeleinde voornoemde [persoon] om te kopen voor een bedrag van USD 7.500.00, en/of;
- ( vervolgens) naar het werk van [persoon] gegaan en/of heeft daarbij gezegd dat [persoon] een probleem heeft, en/ of;
- ( vervolgens) tegen [persoon] gezegd dat hij onderwerp was van een
onderzoek door de politie/DEA, en/of;
- ( vervolgens) tegen [persoon] gezegd dat dit probleem opgelost kon worden door betaling van USD 7.500,-en/of;
- ( vervolgens) tegen [persoon] gezegd dat na betaling van USD 7.500,- het
bewijs vernietigd zou worden, en/of;
- ( vervolgens) tegen [persoon] gezegd dat hij met slechte mensen om ging en hij USD 7.500,- moest betalen om met rust gelaten te worden, en/of;
- ( vervolgens) tegen [persoon] gezegd dat hij die avond naar een
ontmoetingsplaats nabij Bel Air Beach moest komen, en/of;
- ( vervolgens) [persoon] ontmoet nabij Bel Air Beach en tegen [persoon]
gezegd dat hij informatie over hem had en de man geld moest betalen om die informatie te krijgen, en/ of
- ( vervolgens) een of meerdere (door een observatieteam genomen) foto's
getoond of laten tonen aan [persoon] en/of om een telefoonnummer van [persoon] heeft gevraagd, en/ of;
- ( vervolgens) die [persoon] een of meerdere malen te bellen en o.a.
doormiddel van dreigementen te trachten die [persoon] te dwingen, althans te overtuigen een geldbedrag van USD 7.500.00 te betalen, en/of;
- ( vervolgens) die [persoon] heeft gevraagd om de door hem gedane aangifte van 12 oktober 2021 in te trekken,
in elk geval (telkens) iets heeft gedaan ten einde enig voordeel voor zichzelf en/of
(een) ander(en) te verkrijgen;
2.
zij op een of meer tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 12 oktober 2021 tot en met 15 oktober te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens), opzettelijk een of meerdere geheimen, te weten informatie uit (lopende) strafrechtelijke en/of politieonderzoeken van bet Korps Politie Sint Maarten, waarvan zij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat zij uit hoofde van ambt en/of beroep, te weten als politieagent van het Korps Politie Sint Maarten, dan wel uit hoofde van wettelijk voorschrift, verplicht is het te bewaren, heeft geschonden, immers heeft verdachte in het (geautomatiseerd) bedrijfsprocessensysteem en/of fotobestanden van observatie dossiers, althans gesloten systemen van het Korps Politie Sint Maarten persoonsgegevens en/of en/of andere informatie behorende bij [persoon] geraadpleegd en/of bevraagd en/of uit dat(die) syste(e)m(en) geëxporteerd en (vervolgens) voornoemde informatie verstrekt aan (een) ander(en) die tot kennisneming daarvan onbevoegd wa(r)s(en).
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Integrale vrijspraak
Feit 1 primair
Aan verdachte is onder feit 1 primair het medeplegen van twee varianten van de zogenaamde passieve omkoping ten laste gelegd. Voor beide varianten geldt dat verdachte wordt verweten dat zij, samen met een ander, de heer [persoon] om een gift van 7.500 USD heeft gevraagd.
In de eerste variant diende die gift om verdachte, als politieambtenaar, te bewegen om in strijd met zijn plicht iets te doen of na te laten. Deze variant ziet dus op toekomstig handelen.
In de tweede variant werd de gift gevraagd als gevolg van of naar aanleiding van iets dat door verdachte in zijn huidige of vroegere bediening van politieambtenaar, in strijd met zijn plicht, is gedaan of nagelaten. Deze variant ziet op het verleden of op het heden.
Het Gerecht is van oordeel dat voor dit strafbare handelen nodig is dat degene, aan wie om een gift wordt gevraagd, weet dat de persoon die om de gift vraagt, een (politie)ambtenaar is en dat tegenover de gift een handelen of nalaten van de (politie)ambtenaar staat die in strijd is met de plicht van die (politie)ambtenaar.
Uit het dossier, noch uit het onderzoek ter terechtzitting is in de onderhavige casus gebleken dat de heer [persoon] ervan op de hoogte was dat hij van doen had met een politieambtenaar. Verdachte en zijn medeverdachte hebben zich aan [persoon] niet kenbaar gemaakt als (politie)ambtenaar, en hebben aan [persoon] ook niet aangeboden om als tegenprestatie iets te doen of na te laten wat in strijd was met hun bediening. Verdachte dient daarom te worden vrijgesproken van het onder 1 primair tenlastegelegde.
Feit 1 subsidiair
Onder feit 1 subsidiair is ten laste gelegd het medeplegen van misbruik van functie. Verdachte zou als politieambtenaar opzettelijk iets hebben gedaan om enig voordeel voor zichzelf of een ander te verkrijgen.
Het misbruik van functie betreft volgens de tenlastelegging het gebruik maken van een observatiefoto die medeverdachte [medeverdachte] in zijn bezit had. Verdachte heeft deze foto gebruikt om aan [persoon] te tonen. Het tonen van die foto was nodig om [persoon] te overtuigen een bedrag van 7500 USD te betalen aan verdachte.
Verdachte heeft verklaard dat zij niet wist dat het om een observatiefoto ging. Dit wordt bevestigd door medeverdachte [medeverdachte], die ook verklaard heeft dat verdachte hiervan niet op de hoogte was.
Nu verdachte geen wetenschap had dat het om een observatiefoto ging, kan niet bewezen worden dat verdachte samen met een ander opzettelijk de functie van politieambtenaar heeft misbruikt. Daarom wordt verdachte ook van dit feit vrijgesproken.
Feit 2
Onder feit 2 is aan verdachte ten laste gelegd dat zij samen met een ander, opzettelijk een geheim, te weten informatie uit politieonderzoeken waarvan zij wist of had moeten vermoeden dat zij, als politieagent, verplicht is het te bewaren, heeft geschonden. Verdachte zou dat hebben gedaan door, kort gezegd, in politiesystemen gegevens van [persoon] te raadplegen of te bevragen, of door gegevens uit die systemen te exporteren, en die informatie vervolgens te verstrekken aan anderen die geen kennis van die gegevens mochten hebben.
Uit het dossier noch het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat verdachte of haar medeverdachte politiesystemen heeft geraadpleegd of bevraagd, en ook niet dat zij of haar medeverdachte gegevens uit die systemen heeft geëxporteerd. Daarom dient verdachte ook van dit feit te worden vrijgesproken.