ECLI:NL:OGEAM:2022:67

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
9 september 2022
Publicatiedatum
25 oktober 2022
Zaaknummer
SXM202101423 en SXM202101504 t/m SXM202101506
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar inzake navorderingsaanslagen premie AVBZ

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 9 september 2022 uitspraak gedaan in het beroep van een belanghebbende tegen de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen navorderingsaanslagen premie AVBZ over de jaren 2008 tot en met 2011, maar de Inspecteur had geen uitspraak op bezwaar gedaan. De belanghebbende stelde dat door het verstrijken van de termijn voor het doen van uitspraak een fictieve uitspraak op bezwaar was gedaan. Het Gerecht verwierp deze stelling, verwijzend naar artikel 30, lid 2 van de Algemene landsverordening Landsbelastingen (ALL), waarin staat dat het niet tijdig doen van een uitspraak niet gelijkgesteld kan worden met een uitspraak op bezwaar. Het Gerecht oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was omdat het te laat was ingediend, zonder dat de belanghebbende redenen had aangevoerd voor een verschoonbare termijnoverschrijding. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van bezwaarschriften en de gevolgen van het niet tijdig beslissen door de Inspecteur. De proceskosten en het griffierecht werden niet vergoed.

Uitspraak

Uitspraak van 9 september 2022
BBZ nrs. SXM202101423 en SXM202101504 t/m SXM202101506
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken 1940 van:
[Belanghebbende], wonende te Sint Maarten,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend te Sint Maarten,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende zijn op respectievelijk 31 december 2013 (2008) en 21 augustus 2015 (2009 t/m 2011) navorderingsaanslagen premie AVBZ over de jaren 2008 t/m 2011 opgelegd naar een premie-inkomen van respectievelijk NAf 382.214 (2008), NAf 402.854 (2009), NAf 405.263 (2010) en NAf 417.357 (2011), resulterend in te betalen bedragen aan premie van respectievelijk NAf 4.636 (2008), NAf 5.134 (2009), NAf 5.354 (2010) en NAf 5.613 (2011).
1.2
Belanghebbende heeft op respectievelijk 5 februari 2014 (2008), 23 september 2015 (2010 en 2011) en 7 oktober 2015 (2009) tegen de navorderingsaanslagen bezwaar gemaakt.
1.3
Belanghebbende heeft op 24 november 2021 beroep ingesteld. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 50.
1.4
De Inspecteur heeft op 1 maart 2022 een verweerschrift ingediend.
1.5
Belanghebbende heeft op 14 februari 2022 schriftelijk op het verweerschrift gereageerd.
1.6
De zitting heeft plaatsgevonden op 23 augustus 2022 te Philipsburg. Belanghebbende is verschenen, vergezeld door zijn echtgenote [A]. Daarnaast is namens belanghebbende verschenen [B], verbonden aan [Q]. Namens de Inspecteur is verschenen [C]. Gelijktijdig zijn behandeld de zaken van belanghebbende met nummers SXM202101350, SXM202101373 t/m SXM202101375 en de zaken van [A] met nummers SXM202101378, SXM202101561 t/m SXM202101563, SXM202101424 en SXM202101493 t/m SXM202101495.
1.7
De Inspecteur heeft na afloop van de zitting de navorderingsaanslagen premie AVBZ overgelegd.

2.OVERWEGINGEN

Ontvankelijkheid beroep

2.1
De Inspecteur heeft in de onderhavige zaken geen uitspraak op bezwaar gedaan. Voor zover belanghebbende heeft willen stellen dat door het verloop van de termijn waarbinnen uitspraak had moeten worden gedaan een fictieve uitspraak op bezwaar is gedaan, verwerpt het Gerecht die stelling. De in artikel 30, lid 2, Algemene landsverordening Landsbelastingen (ALL) opgenomen gelijkstelling van het niet tijdig doen van een uitspraak met een uitspraak houdt immers niet in dat dan aangenomen moet worden dat een uitspraak op bezwaar is gedaan. Het Gerecht zal het beroep aanmerken als een beroep niet tijdig beslissen op bezwaar.
2.2
Belanghebbende heeft gesteld dat voor de premie AVBZ andere punten in geschil zijn dan voor de inkomstenbelasting. Het Gerecht zal dit standpunt uit praktische overwegingen volgen. Alsdan heeft het volgende te gelden.
2.3
De bezwaarschriften tegen de navorderingsaanslagen premie AVBZ zijn op respectievelijk 5 februari 2014 (2008), 23 september 2015 (2010 en 2011) en 7 oktober 2015 (2009) door de Inspecteur ontvangen.
2.4
Ingevolge artikel 30, lid 2, ALL is een uitspraak op een bezwaarschrift niet tijdig gedaan, als de Inspecteur niet binnen negen maanden na ontvangst van het bezwaarschrift, in dit geval dus uiterlijk op respectievelijk 5 november 2014 (2008), 23 juni 2016 (2010 en 2011) en 7 juli 2016 (2009), een uitspraak heeft gedaan.
2.5
Ingevolge artikel 31, aanhef en onder a, ALL kan binnen twaalf maanden na het verstrijken van de hiervoor vermelde termijn van negen maanden, in dit geval dus uiterlijk op respectievelijk 5 november 2015 (2008), 23 juni 2017 (2010 en 2011) en 7 juli 2017 (2009), beroep worden ingesteld tegen het niet tijdig doen van een uitspraak op een bezwaarschrift.
2.5
Belanghebbende heeft op 24 november 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraken op bezwaar. Dit beroep is te laat. Belanghebbende heeft geen redenen aangevoerd op grond waarvan sprake zou kunnen zijn van een verschoonbare termijnoverschrijding. Mitsdien dient het beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard.

3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten of het griffierecht.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep niet tijdig beslissen op bezwaar niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. drs. M.M. de Werd, rechter, en is uitgesproken op 9 september 2022, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.C.M.J. Bucx.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Frontstreet 58 (The Courthouse)
Philipsburg
Sint Maarten
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van NAf 300 verschuldigd.