Uitspraak
1.Aanduiding bestreden beschikking
2.Het verloop van de procedure
3.Feiten en standpunten
De beoordeling
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak heeft eiseres, geboren in Jamaica en houder van de Jamaicaanse nationaliteit, een bezwaarschrift ingediend tegen de beschikking van de Minister van Justitie van Sint Maarten, waarin haar bezwaar tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een vergunning tot tijdelijk verblijf (vttv) niet-ontvankelijk werd verklaard. De beschikking werd gegeven op 12 augustus 2021, en eiseres heeft op 13 september 2021 beroep ingesteld bij het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. De Minister heeft op 25 oktober 2021 een verweerschrift ingediend, en de mondelinge behandeling vond plaats op 14 december 2021. Eiseres heeft zich niet laten vertegenwoordigen tijdens de zitting en zich gerefereerd aan het oordeel van het Gerecht.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat eiseres haar bezwaarschrift niet tijdig heeft ingediend, aangezien de termijn voor indiening op 18 januari 2021 verstreken was. Eiseres voerde aan dat de termijnoverschrijding het gevolg was van overmacht, omdat zij in afwachting was van een antwoord van de Belastingdienst over de echtheid van haar belastingaangifte. Het Gerecht oordeelde echter dat eiseres niet voldoende bijzondere omstandigheden had aangevoerd die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. Het feit dat zij in afwachting was van een antwoord van de Belastingdienst was niet voldoende, aangezien zij pro forma bezwaar had kunnen indienen.
Uiteindelijk heeft het Gerecht geoordeeld dat de Minister terecht het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard en dat het beroep van eiseres ongegrond is. De uitspraak werd gedaan door rechter J.M. Ghrib en is openbaar uitgesproken op 17 januari 2021. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na de kennisgeving.