ECLI:NL:OGEAM:2022:133

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
30 november 2022
Publicatiedatum
1 augustus 2024
Zaaknummer
100.00079/22 100.00551/21 100.00350/22
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vuurwapenbezit, bedreiging en wederspannigheid in Sint Maarten

In deze strafzaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, is de verdachte, geboren in 1993 te Saint Martin, aangeklaagd voor meerdere feiten, waaronder vuurwapenbezit, bedreiging en wederspannigheid. De zaak kwam voor de rechter op 9 november 2022, waar de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.R. Bommel. De tenlastelegging omvatte onder andere het voorhanden hebben van vuurwapens en het bedreigen van slachtoffers met deze wapens. De verdachte werd op 15 februari 2022 aangehouden na een achtervolging, waarbij hij een vuurwapen op het terrein van een supermarkt had gegooid. Het Gerecht oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor enkele van de tenlastegelegde feiten, met name voor de diefstal met geweld en de bedreiging met geweld. De verdachte werd vrijgesproken van de feiten onder parketnummer 100.00551/21 en 100.00350/22, maar werd wel schuldig bevonden aan het voorhanden hebben van vuurwapens onder parketnummer 100.00079/22. Het Gerecht legde een gevangenisstraf op van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en behandeling bij de Mental Health Foundation. Het vonnis werd uitgesproken op 30 november 2022.

Uitspraak

Parketnummers: 100.00079/22, 100.00551/21 en 100.00350/22
Uitspraak: 30 november 2022
Tegenspraak
Vonnis van dit Gerecht
in de strafzaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren [geboortedatum] 1993 te Saint Martin,
wonende op[adres],
thans gedetineerd in het huis van bewaring te Sint Maarten.

Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 9 november 2022. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.R. Bommel, advocaat te Sint Maarten.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
parketnummer 100.00079/22
Feit 1
hij op of omstreeks 12 februari 2022 te Sint Maarten, een vuurwapen, althans een andere soortgelijke voor bedreiging of afdreiging geschikte voorwerp in de zin van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad;
Feit 2
hij op of omstreeks 15 februari 2022 te Sint Maarten, een vuurwapen, in elk geval een Glock (model 33, kaliber 357) en/ of (bijbehorende) munitie, te weten vier scherpe patronen (kaliber 357), in de zin van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad;
parketnummer 100.00551/21
Feit 1
hij op of omstreeks 6 september 2021 te Sint Maarten, een of meer vuurwapen(s), in de zin van de Vuurwapenverordening, te weten een zwarte alarmpistool, voorhanden heeft gehad;
Feit 2
hij op of omstreeks 6 september 2021 te Sint Maarten, toen de aldaar dienstdoende en in uniform geklede zijnde politieagenten, V. Manbodh en Gomes, hem verdachte, op verdenking van het overtreden van het artikel 3 jo. 11 Vuurwapenverordening, in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit, op heterdaad ontdekt, had(den) aangehouden en had(den) vastgegrepen, althans vast had(den) teneinde hem, verdachte, ter voorgeleiding aan een hulpofficier ten spoedigste over te brengen naar een politiebureau, zich met geweld en/of bedreiging met geweld tegen bovengenoemde opsporingsambtena(a)r(en), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, heeft verzet door opzettelijk rukkende, trekkende en/of duwende bewegingen te maken met zijn lichaam en/of zijn arm(en) in een richting tegengesteld aan die waarin voornoemde ambtena(a)r(en) verdachte trachtte(n) te geleiden/brengen;
parketnummer 100.00350/22
Feit 1 Primair
hij op of omstreeks 5 februari 2022 te Sint Maarten, tezamen en vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe eigening heeft weggenomen meerdere goederen, te weten:
- een of meer ring(en) (met gezamenlijke de waarde van USD $30000) en/ of;
- een portemonnee en/of;
- een of meerdere bankpassen en/of;
- muntgeld (USD $200);
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Slachtoffer 1, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die Slachtoffer 1, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welke geweld en/ of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
- gericht een of meer vuurwapens op die Slachtoffer 1 richten en/of;
- meermalen die Slachtoffer 1 tegen/op het hoofd slaan met die vuurwapens en/ of;
- richten van een of meer vuurwapens op [slachtoffer 2]en/of;
- die Slachtoffer 1 te trekken en/of duwen en/of;
- gewelddadig de goederen van die Slachtoffer 1 afpakken;
Feit 1 subsidiair
hij op of omstreeks 5 februari 2022 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld Slachtoffer 1 heeft gedwongen tot de afgifte van:
- een of meer ring(en) (met gezamenlijke de waarde van USD $30000) en/ of;
- een portemonnee en/of;
- een of meerdere bankpassen en/of;
- muntgeld (USD $200);
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Slachtoffer 1, in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en) uit:
- gericht een of meer vuurwapens op die Slachtoffer 1 richten en/ of;
- meermalen die [slachtoffer 1] tegen/ op het hoofd slaan met die vuurwapens en/ of;
- het richten van een of meer vuurwapens op [slachtoffer 2] en/of;
- die [slachtoffer 1] te trekken en/of duwen en/of;
- gewelddadig de goederen van die [slachtoffer 1] afpakken;
Feit 2
hij op of omstreeks 5 februari 2022 te Sint Maarten, een of meer vuurwapen(s), in de zin van de Vuurwapenverordening, te weten een (vuist) vuurwapen (van het merk/model Glock 33) en/of munitie, in de zin van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad.

Formele voorvragen

Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten:
parketnummer 100.00079/22, feit 1 en feit 2,
parketnummer 100.00551/21, feit 1 en feit 2,
parketnummer 100.00350/22, feit 1 primair en feit 2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft het Gerecht verzocht verdachte integraal vrij te spreken van de onder parketnummer 100.00350/22 tenlastegelegde feiten, wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. Verdachte heeft ontkend betrokken te zijn geweest bij de beroving. Voorts is de herkenning van verdachte door de verbalisant onbetrouwbaar, omdat de beelden van te ver zijn gefilmd. Daarnaast is verdachte brildragend, terwijl de bestuurder van de scooter geen bril draagt. Verder volgt uit de beelden dat verdachte op één en hetzelfde tijdstip zowel de bestuurder van de scooter zou zijn geweest als de bestuurder van de rode Hyundai I-10, hetgeen uiteraard niet mogelijk is. Op de beelden is verder niet te zien dat hij uit zijn auto is gestapt en vervolgens op de scooter is gestapt. Tot slot heeft de raadsvrouw aangevoerd dat het aangetroffen DNA van aangever op het vuurwapen dat in beslag is genomen bij verdachte geen delict gerelateerd spoor is en dat hier daarom terughoudend mee dient te worden omgegaan.
Met betrekking tot de overige ten laste gelegde feiten heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van het Gerecht.
Oordeel van het Gerecht
Vrijspraak
parketnummer 100.00551/21, feit 1
Het Gerecht is van oordeel dat voor dit feit onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is. In het dossier ontbreekt een proces-verbaal waarin het wapen wordt beschreven. Ten laste is gelegd dat verdachte een alarmpistool voorhanden zou hebben gehad, terwijl in het proces-verbaal van aanhouding staat beschreven dat het om een lichtpistool zou gaan. Het betreffende wapen is niet nader onderzocht, zodat het Gerecht niet kan vaststellen dat het een alarmpistool in de zin van de Vuurwapenverordening betreft. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van dit feit.
Parketnummer 100.00350/22, feit 1 primair en subsidiair
Het Gerecht acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hetgeen aan verdachte bij parketnummer 100.00350/22 onder feit 1 primair en subsidiair ten laste is gelegd. Het Gerecht overweegt daartoe als volgt.
Uit het dossier volgt dat sprake is geweest van twee daders, die na de beroving zijn gevlucht op een scooter. Bij het uitkijken van de videobeelden is verdachte door een verbalisant op grond van zijn gezicht herkend als één van de daders op deze scooter. Het Gerecht heeft deze beelden ook bekeken en is tot het oordeel gekomen dat de beelden te vaag zijn om tot een gezichtsherkenning te komen. Het Gerecht is daarom van oordeel dat sprake is van een onvoldoende betrouwbare herkenning.
Verbalisanten hebben, aan de hand van de bekeken videobeelden, beschreven dat de scooter na de beroving vanaf de Sucker Garden Road de Jumping Cholla Cactus Road in is gereden maar er vervolgens niet uit is gereden. Wel zou verdachte’s rode Hyundai I-10 die straat uit zijn komen rijden. Het Gerecht heeft op de beelden niet waargenomen dat de daders tijdens de vlucht op de scooter de Jumping Cholla Cactus Road inrijden, en voorts heeft het Gerecht niet waargenomen op welk moment de rode Hyundai die straat inrijdt. Daarom kan niet vastgesteld worden, zoals de politie verondersteld, dat de rode Hyundai in de Jumping Cholla Cactus Road als vluchtauto is klaargezet en ook niet dat de daders van de beroving in de Jumping Cholla Cactus Road van de scooter zijn overgestapt in de rode Hyundai van verdachte.
Voorts heeft het Gerecht geconstateerd dat in het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot het uitkijken van de videobeelden van de Wing Li Supermarket, staat beschreven dat de rode Hyundai i-10 van verdachte om 10:45:19 uur is waargenomen op de Middle Region Road. Omstreeks datzelfde tijdstip, namelijk 10:44:47 uur, is volgens het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot het uitkijken van de videobeelden van Remy’s Heavy Equipment, de scooter met de twee daders met helmen op te zien op de Pendant Cactus Road. Naar het oordeel van het Gerecht is het niet mogelijk dat verdachte omstreeks hetzelfde tijdstip zowel in zijn Hyundai I-10 als op de scooter reed.
Wat resteert is de omstandigheid dat er DNA van aangever is aangetroffen op het vuurwapen dat bij verdachte in beslag is genomen op 15 februari 2022. Dit is echter onvoldoende wettig bewijs voor een bewezenverklaring van de diefstal met geweld dan wel afpersing op 5 februari 2022. Verdachte zal daarom op grond van het voorgaande wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs worden vrijgesproken van het bij parketnummer 100.00350/22 onder feit 1 primair en subsidiair tenlastegelegde feit.
Parketnummer 100.00350/22, feit 2
Nu verdachte wordt vrijgesproken van de ten laste gelegde diefstal met geweld dan wel afpersing is het Gerecht van oordeel dat verdachte tevens dient te worden vrijgesproken van het bij parketnummer 100.00350/22 onder feit 2 tenlastegelegde, wegens onvoldoende wettig bewijs. Verdachte is weliswaar aangehouden met een vuurwapen, maar dit was op 15 februari 2022. Uit het dossier volgt niet dat verdachte dit vuurwapen dan wel een ander vuurwapen voorhanden heeft gehad op 5 februari 2022.

Bewezenverklaring

Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het bij parketnummer 100.00079/22 onder feit 1 en feit 2 en het bij parketnummer 100.00551/22 onder feit 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
parketnummer 100.00079/22, feit 1
hij op
of omstreeks12 februari 2022 te Sint Maarten, een vuurwapen, althans een andere soortgelijke voor bedreiging of afdreiging geschikte voorwerp in de zin van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad;
parketnummer 100.00079/22, feit 2
hij op
of omstreeks15 februari 2022 te Sint Maarten, een vuurwapen,
in elk gevaleen Glock
(model 33, kaliber 357
)en
/ of (bijbehorende
)munitie, te weten vier scherpe patronen
(kaliber 357
), in de zin van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad;
parketnummer 100.00551/21, feit 2
hij op
of omstreeks6 september 2021 te Sint Maarten, toen de aldaar dienstdoende en in uniform geklede zijnde politieagenten, V. Manbodh en Gomes, hem verdachte, op verdenking van het overtreden van het artikel 3 jo. 11 Vuurwapenverordening,
in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit, op heterdaad ontdekt, had
(den
)aangehouden en had
(den
)vastgegrepen
, althans vast had(den)teneinde hem, verdachte, ter voorgeleiding aan een hulpofficier ten spoedigste over te brengen naar een politiebureau, zich met geweld
en/of bedreiging met geweldtegen bovengenoemde opsporingsambtena
(a
)r
(en
), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, heeft verzet door opzettelijk
rukkende, trekkende en/of duwende bewegingen te maken met zijn lichaam en/ofzijn arm
(en
)in een richting tegengesteld aan die waarin voornoemde ambtena
(a
)r
(en
)verdachte trachtte
(n
)te geleiden/brengen.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewijsmiddelen

Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.
Parketnummer 100.00079/22, feit 1 en feit 2 [1]
De verklaring van verdachte afgelegd op de terechtzitting van 9 november 2022, voor zover inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
Ik heb het wapen gevonden. Ik was mango’s aan het rapen en toen zag ik het vuurwapen liggen en heb ik het opgepakt. Ik wilde het wapen verkopen.
Een proces-verbaal van bevindingen voor zover inhoudende, kort en zakelijk weergegeven [2] :
Op 14 februari 2022 voegde zich aan de wacht een man. Hij verklaarde samengevat het volgende:
‘Mijn bedrijf is voorzien van beveiligingscamera's. Op 12 februari 2022, heb ik gezien op mijn camera's mijn buurman, [naam] althans hij woont verderop mijn straat. Op de beelden heb ik gezien dat [naam buurman] een vuistvuurwapen in zijn hand vasthield.’ Deze camera beelden zijn door mij verbalisant, uitgekeken en hierbij is het volgende bevonden. Ik, verbalisant, bij het zien van het subject, herkende hem honderd procent als [verdachte]
[afbeelding]
Op deze afbeelding is de heer [verdachte] te zien met een zwart vuurwapen in zijn rechterhand.
Een proces-verbaal van aanhouding voor zover inhoudende, kort en zakelijk weergegeven [3] :
Op 15 februari 2022 tijdens patrouillegang, op de Sucker Garden, had de soldaat D. Richardson van de vrijwilligers Korps Sint Maarten, de man[verdachte] , gesignaleerd [verdachte] werd herkend en stond geparkeerd voor de Mr K supermarkt.
Wij verbalisanten, hebben[verdachte] benaderd. Op het moment dat ik, Webster, en Thomas, aanstalten deden om in de auto te gaan zoeken, is [verdachte] weggerend achter de Mr. K. Supermarkt. Meteen zijn verbalisanten J. Abreu en S. Ellis achter [verdachte] gerend. Op dat moment is gezien, door verbalisanten, J. Abreu en S. Ellis hoe [verdachte], een zwart voorwerp op het terrein van perceel Sucker Garden Road 34, heeft gegooid. Later is waargenomen dat het voorwerp dat [verdachte] op het terrein heeft gegooid een vuurwapen was.
Een proces-verbaal van technisch onderzoek vuurwapen en munitie voor zover inhoudende, kort en zakelijk weergegeven [4] :
Het vuurwapen en munitie werden in beslag genomen tijdens een achtervolging, waarbij[ verdachte], in aanmerking komt als verdachte. Bij ontvangst van het vuurwapen was het vuurwapen geladen met 1 scherpe patroon in de kamer. Het voor onderzoek aangeboden pistool is van het merk "GLOCK", model "33" en van het kaliber ".357".
Bij het wapen werd een bijbehorende patroonhouder en drie (3) scherpe patronen van het kaliber ".357", voorzien van centraal vuurontsteking voor onderzoek aangeboden.
Naar aanleiding van vorenstaande heb ik, verbalisant vastgesteld dat de voor
onderzoek aangeboden pistool een vuurwapen is, in de zin van de
Vuurwapenverordeninq 1930. De voor onderzoek aangeboden vier (4 ) scherpe patronen zijn munitie in de zin van deze verordening. Deze type munitie zijn geschikt voor het gebruik in het onderzochte wapen.
Parketnummer 100.00551/21, feit 2 [5] :
Een proces-verbaal van aanhouding van verdachte voor zover inhoudende, kort en zakelijk weergegeven [6] :
lk, verbalisant Viresh Manbodh brigadier van politie had de dagdienst. lk was onder leiding van de eveneens alhier dienende hoofdagent van politie Andy Curtis Dexter Cyril GOMES. Tijdens surveillance ontvingen wij portofonisch het bericht van de centralist van de meld en informatiecentrum dat er een man zich aan de Brine Drive bevindt die gewapend is met een vuurwapen en een machete.
Toen wij verdachte voorhielden dat hij wordt aangehouden omdat hij ervan verdacht wordt zich schuldig te hebben gemaakt aan bedreiging met een wapen en voor het hebben van een vuurwapen zoals omschreven in het artikel 2:55 en artikel 1 overtreding van vuurwapenverordening, verzette de verdachte zich hevig tijdens de aanhouding. Wij trachtten hem te begeleiden tegen de muur om hem in de transportboeien te plaatsen. De verdachte bewoog hevig in de tegenovergestelde richting dat wij hem trachtten te begeleiden. Diverse keren hem gevraagd om zijn handen naar achter te brengen. De verdachte hield zijn handen met kracht kennelijk opzettelijk onder zijn lijf. Op een gegeven moment lukte het ons om de verdachte op de grond te brengen en in de transportboeien te plaatsen.
Naar zijn personalia gevraagd, gaf hij op te zijn: [verdachte].

Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 100.00079/22, feit 1 en feit 2, telkens:
overtreding van een bij artikel 3 van de Vuurwapenverordening gesteld verbod
parketnummer 100.00551/21, feit 2:
wederspannigheid
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

Strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.

Motivering van de sanctie

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes jaren met aftrek van het voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft het Gerecht verzocht verdachte in geval van een veroordeling een geheel voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarde dat hij wordt opgenomen bij Turning Point.
Oordeel van het Gerecht
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan verdachte te verwijten is en op de persoon van verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
In dat verband kan aansluiting worden gezocht bij de oriëntatiepunten straftoemeting, waarin het gebruikelijke rechterlijke straftoemetingsbeleid van het Hof en de Gerechten in eerste aanleg zijn neerslag heeft gevonden. Daarin wordt voor ‘het voorhanden hebben van een vuurwapen op de openbare weg’ als indicatie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 21 tot 24 maanden gegeven.
Verdachte heeft twee keer kort na elkaar een vuurwapen voorhanden gehad. Eén van de keren bleek het vuurwapen doorgeladen te zijn. Bovendien droeg verdachte de vuurwapens telkens bij zich op de openbare weg. Daarnaast heeft verdachte zich verzet bij zijn aanhouding.
Vuurwapenbezit is een groot probleem op Sint Maarten. Het ongecontroleerde bezit van wapens en munitie en de daarmee samenhangende kans op gebruik van die wapens brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van de samenleving met zich mee. Tegen verboden (vuur)wapenbezit dient dan ook streng te worden opgetreden.
Verdachte is reeds eerder ter zake van misdrijven veroordeeld.
Uit het voorlichtingsrapport over verdachte opgemaakt door de reclassering d.d. 21 oktober 2022 volgt dat de belangrijkste criminogene factor middelenmisbruik lijkt te zijn. Verdachte lijkt niet te kunnen functioneren zonder cannabis. Zolang dit middelenmisbruik blijft bestaan, zal de recidivekans blijven bestaan. De reclassering adviseert daarom een deels voorwaardelijke straf op te leggen met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en, indien geïndiceerd, behandeling bij de Mental Health Foundation.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Gelet op het advies van de reclassering, zal het Gerecht een deel van die straf voorwaardelijk opleggen, met daaraan verbonden de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
Alles afwegende is het Gerecht daarom van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren, waarvan één jaar voorwaardelijk, passend en geboden is. Het Gerecht zal aan het voorwaardelijk deel een proeftijd verbinden van drie jaren, als ook, naast de algemene voorwaarde dat verdachte zich in de proeftijd niet zal schuldig maken aan strafbare feiten, de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.

In beslag genomen voorwerpen

Aan de orde zijn voorts de onder verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten een vuurwapen en een telefoon.
Het vuurwapen is vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Het voorwerp behoort toe aan verdachte en is van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. Het voorwerp is bij de gelegenheid van het onderzoek naar het door hem begane feit aangetroffen en kan dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten, dan wel tot de belemmering van de opsporing daarvan. Het Gerecht zal het vuurwapen daarom onttrekken aan het verkeer.
Het Gerecht is van oordeel dat zich geen strafvorderlijk belang verzet tegen teruggave aan verdachte van de in beslag genomen telefoon. Daarom zal daarvan de teruggave aan de verdachte worden gelast.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel is gegrond op de artikelen 1:19, 1:20, 1:21, 1:22, 1:74, 1:75, 1:76, 1:224 en 2:133 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Vuurwapenverordening, zoals deze luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het Gerecht:
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte bij parketnummer 100.00551/21 onder feit 1 en bij parketnummer 100.00350/22 onder feit 1 primair, feit 1 subsidiair en feit 2 ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de bij parketnummer 100.00079/22, onder feit 1 en feit 2 en bij parketnummer 100.00551/21 onder feit 2 en laste gelegde feiten heeft begaan;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren;
bepaalt dat een gedeelte van deze straf een gedeelte, groot
1 (één) jaar, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd, van 3
jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
of gedurende die proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- verdachte zal zich gedurende de proeftijd gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, te geven door of namens de Stichting Justitiële Inrichtingen Bovenwinden, zulks zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt;
- verdachte zich, indien geïndiceerd, onder (medicamenteuze) behandeling laat stellen bij de Mental Health Foundation of een soortgelijke instelling, zulks zolang dit gedurende de proeftijd door de behandelaar nodig wordt geacht;
geeft de reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
beveelt de onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een vuurwapen;
gelast de teruggave van de telefoon aan verdachte;
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. H.G. Eskes, bijgestaan door mr. A.H.A. van Roessel, griffier, en op 30 november 2022 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht te Sint Maarten.

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Sint Maarten (Team Algemene Recherche) d.d. 26 april 2022, geregistreerd onder proces-verbaalnummer 074/JD/22.
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2022, bijlage 1 van het dossier
3.Proces-verbaal van aanhouding d.d. 15 februari 2022, bijlage 2 van het dossier
4.Proces-verbaal van aanhouding d.d. 15 februari 2022, bijlage 13 van het dossier
5.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Sint Maarten (Team Algemene Recherche), geregistreerd onder proces-verbaalnummer 286/JD/21.
6.Proces-verbaal van aanhouding d.d. 6 september 2022, p. 2-4 van het dossier