Uitspraak
1.Aanduiding bestreden beschikking
2.Het verloop van de procedure
3.Feiten
4.De beoordeling
De beslissing
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. A. Richardson, beroep ingesteld tegen de beslissing van de Minister van Justitie van Sint Maarten, vertegenwoordigd door mr. A.O. Muller, die het bezwaar van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een vergunning tot tijdelijk verblijf (vttv) kennelijk niet-ontvankelijk had verklaard. Eiser had op 13 juli 2020 een verzoek ingediend voor een vttv, maar zijn aanvraag werd op 12 maart 2021 afgewezen. Eiser heeft op 15 juni 2021 bezwaar aangetekend, maar de Minister verklaarde dit bezwaar op 10 november 2021 niet-ontvankelijk.
Tijdens de zitting op 19 september 2022 heeft het Gerecht vastgesteld dat de Minister ten onrechte het e-mailbericht van eiser niet had meegenomen bij de beoordeling van het bezwaar. Het Gerecht concludeert dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en dat de beslissing van de Minister om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren onterecht was. Het Gerecht heeft daarom het beroep gegrond verklaard en de bestreden beschikking vernietigd. De Minister is opgedragen om binnen twee weken een nieuwe beschikking te nemen op het bezwaar van eiser en is veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eiser.
De uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib op 24 oktober 2022 en tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving.