ECLI:NL:OGEAM:2022:112
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen afwijzing van de Verklaring omtrent Gedrag (VOG) door de Minister van Justitie van Sint Maarten
In deze zaak heeft klager, vertegenwoordigd door mr. S.R. Bommels, een klacht ingediend tegen de beslissing van de Minister van Justitie van Sint Maarten om de afgegeven Verklaring omtrent Gedrag (VOG) nietig te verklaren. De bestreden beschikking dateert van 5 juli 2022 en is gebaseerd op informatie van het Openbaar Ministerie, die ten onrechte stelde dat klager justitiële documentatie had. Klager had op 14 februari 2022 een VOG aangevraagd, welke op 8 maart 2022 werd afgegeven. De minister heeft de VOG ingetrokken op basis van onjuiste uitgangspunten over het doel van de aanvraag en de justitiële documentatie van klager.
Tijdens de zitting op 27 september 2022 werd duidelijk dat er onduidelijkheid bestond over het doel van de VOG-aanvraag. Klager had aangegeven de VOG nodig te hebben voor een aanvraag voor een geldlening, terwijl de minister de aanvraag had beoordeeld op basis van een doel dat niet correct was aangegeven. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de minister niet de juiste informatie had gebruikt en dat de intrekking van de VOG niet gerechtvaardigd was.
Het Gerecht heeft de klacht gegrond verklaard, de bestreden beschikking vernietigd en de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan klager. De uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib en is openbaar uitgesproken op 24 oktober 2022. Tegen deze beslissing staat geen hoger beroep open.