Uitspraak
1.Aanduiding bestreden beschikking
2.Het verloop van de procedure
3.Feiten
4.Het geschil
De beoordeling
De beslissing
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak heeft eiser, geboren in Guyana, een aanvraag ingediend voor een vergunning tot tijdelijk verblijf (vttv) met als doel arbeid als directeur. De aanvraag werd afgewezen door de Minister van Justitie van Sint Maarten op basis van het niet voldoen aan het inkomensvereiste. Eiser had eerder rechtmatig verblijf gehad, maar zijn aanvraag van 21 februari 2020 was afgewezen vanwege onvoldoende middelen van bestaan. Eiser heeft beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn aanvraag, maar het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat eiser met zijn werkzaamheden als directeur voldoende inkomsten genereert. Tijdens de procedure heeft eiser geen deugdelijke administratie kunnen overleggen die aantoont dat hij inkomen heeft genoten uit zijn onderneming. Het Gerecht concludeerde dat de door eiser overgelegde financiële bewijsstukken niet voldoende waren en dat verweerder terecht had geconcludeerd dat eiser niet voldeed aan het inkomensvereiste. De uitspraak werd gedaan op 1 augustus 2022, waarbij het beroep ongegrond werd verklaard.