ECLI:NL:OGEAM:2021:96

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
22 oktober 2021
Publicatiedatum
25 oktober 2021
Zaaknummer
SXM202101184
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geldigheid en rechtmatigheid van geldleenovereenkomst in kort geding tussen Melbon Enterprises N.V. en Pays Holding Limited

In deze zaak, die op 22 oktober 2021 door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten is behandeld, gaat het om een kort geding tussen Melbon Enterprises N.V. (hierna: Melbon) en Pays Holding Limited (hierna: Pays). Melbon, vertegenwoordigd door [eiser] c.s., heeft een kort geding aangespannen tegen Pays, die een geldleenovereenkomst met Melbon heeft gesloten. De kern van het geschil betreft de geldigheid en rechtmatigheid van deze overeenkomst, die is aangegaan op 25 februari 2021, en de gevolgen van een zogenaamde 'event of default'. Melbon vordert onder andere dat Pays wordt verboden om de percelen in Cole Bay en Simpson Bay te ontruimen en de pandrechten op roerende zaken te executeren.

Pays heeft in reconventie gevorderd dat Melbon de percelen ontruimt en de track excavator aan Pays afstaat. Het Gerecht heeft vastgesteld dat er een 'event of default' heeft plaatsgevonden, omdat Melbon niet tijdig het eerste hypotheekrecht op een perceel grond heeft gevestigd. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de geldleenovereenkomst geldig is en dat Pays haar rechten mag uitoefenen. Het Gerecht heeft de vorderingen van Melbon grotendeels afgewezen en de vorderingen van Pays in reconventie toegewezen, met inachtneming van bepaalde restricties voor de uitoefening van haar rechten.

De uitspraak benadrukt de noodzaak voor partijen om hun verplichtingen na te komen en de gevolgen van een 'event of default' in een geldleenovereenkomst. Het Gerecht heeft ook de proceskosten aan beide partijen opgelegd, waarbij Melbon in conventie en in reconventie in het ongelijk is gesteld.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummer: SXM202101184
Vonnis in kort geding van 22 oktober 2021
inzake
[eiser] en MELBON ENTERPRISES N.V. h.o.d.n. CARBON ACQUISITION GROUP,
wonende respectievelijk gevestigd in Sint Maarten,
-eisers in conventie tevens verweerders in reconventie-,
procederende in persoon,
tegen
PAYS HOLDING LIMITED,
gevestigd in Vanuatu,
-gedaagde in conventie tevens eiseres in reconventie-,
gemachtigde: mr. F.K. Kutluer.
Eisers in conventie tevens verweerders in reconventie zullen hierna ook ‘[eiser]’ respectievelijk ‘Melbon’ en gezamenlijk ook ‘[eiser] c.s.’ (mannelijk en enkelvoud) worden genoemd en gedaagde in conventie tevens eiseres in reconventie ook ‘Pays’.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Op 21 september 2021 heeft [eiser] c.s. ter griffie van dit Gerecht het kort geding verzoekschrift met producties doen indienen. Bij brief van 7 oktober 2021 heeft Pays een eis in reconventie aangekondigd en bij akte geformuleerd alsmede bij dezelfde akte producties ingediend. Partijen zijn ter zitting van 8 oktober 2021 verschenen alsmede de gemachtigde. De gemachtigde heeft de zaak aan de hand van aantekeningen bepleit. In de pleitaantekeningen van de gemachtigde van Pays is een eiswijziging geformuleerd.
1.2.
Op heden is het vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 25 februari 2021 hebben [eiser] en Pays een “Loan and Sales Agreement” (hierna ook: ‘de geldleenovereenkomst’) gesloten. In artikel 1.1 is bepaald:
“(…)
Disbursement: The initial principal amounts of the Loan and Promissory Note are USD 2,250,000 and USD 210,000 respectively, for a combined amount of USD 2,460,000. The cash disbursement represents the initial combined principal amount of USD 2,410,000 plus USD 200,000 for the purchase of the Properties per article 2.2 of this Agreement less Lending Fee of USD 985,000, for a net disbursement of USD 1,675,000(…)”
2.2.
Met de opbrengst van de geldleenovereenkomst is [eiser]/Melbon voornemens het Carbon Grove Residential project te voltooien, althans dit project voort te zetten. De oplevering van de appartementen van dit project had al plaats moeten hebben, maar algehele oplevering is tot op heden uitgebleven.
2.3.
Voor de verstrekking van deze faciliteit bedingt Pays zekerheden ten laste van [eiser] namelijk:
i. het eerste hypotheekrecht op een perceel grond beschreven in meetbrief 176/2011 (Guana Bay perceel) dat in de bepaling van artikel 2.1 (a) van de geldleenovereenkomst is omschreven;
ii. de promissory note (hierna ook:“de schuldbekentenis”) van US $ 210.000,00 van [eiser] en [C];
iii. het pandrecht op track excavator, cement pump truck en concrete volumetric mixer.
2.4.
Ook bedingt Pays de overdracht van twee percelen in Cole Bay in Sint Maarten beschreven in meetbrieven 072/2017 en 073/2017 (“de Cole Bay percelen”). Deze percelen zijn inmiddels aan Pays geleverd. Daarnaast bedingt Pays een eerste hypotheekrecht op twee percelen in Simpson Bay in Sint Maarten beschreven in meetbrieven 346/1989 en 242/1993 en het economische eigendom van deze erfpachtrechten (“de Simpson Bay percelen”). De Cole Bay percelen en de Simpson Bay percelen verhuurt Pays aan [eiser] vanaf 25 februari 2021.
2.5.
Als een event of default is in artikel 5 van de geldleenovereenkomst omschreven:

Security noted in article 2.1 (a) is not registered by 17:00 AST March 5, 2021 in a form acceptable to the Lender in its sole discretion.”
2.6.
Bij e-mail van 3 augustus 2021 bericht Pays [eiser] het volgende:
“(…)
This notice is made in accordance with article 4.3 the Loan and Sales Agreement (“the “Loan”) between Pays Holdings Limited (“Lender”) and [eiser] (“Borrower”) dated February 25, 2021.
The Lender advises that the following event of default has occurred:
Per Article 5, it is stated that “Security noted in article 2.1 (a) is not registered by 17:00 AST March 5, 2021 in a form acceptable to the Lender in its sole discretion.” Article 2.1 (a) refers to a “ First priority right of mortgage to the amount of USD 2,200,000.00 on a parcel of land located in Hope Estate, Guana Bay, Sint Maarten, certificate of admeasurement number 176/2011”. The Lender advises the security in article 2.1 (a) has not been obtained and registered, nor has any documentation with respect to such security been presented to the Lender. As such, the Lender confirms the state and form of the intended security as 17:00 AST March 5, 2021 is not acceptable.
As a result of this Event of Default, implications include, but are not limited to, the following:
The Loan is due on demand (article 5);
(…)
The Borrower no longer has the right to enforce the Purchase Option (article 2.4.)
The Lender is no longer subject to restrictions of sale of the Properties detailed in article 2.2 (article 2.6);
The Lease Agreement referred to in article 2.7 is in default;
The Promissory Note referred to in article 1.1 is in default; and
The rate of interest on the Promissory Note referred to in article 1.1 increases from 12.5% to 20%(…).
Effective the first moment in time after 17:00 AST March 5, 2021, the following amounts(…)
are now due:
Promissory Note: $210,575(…)
Loan: $1,000,000 (Loan of $2,250,000 less unadvanced amounts of $1,250,000)
Total as at March 5, 2021: $1,210,575
Daily default interest on the respective indebtedness is as follows:
Promissory Note: $115
Loan: $548
(…)”

3.De geschillen

3.1. [
eiser] c.s. vordert
in conventie-zakelijk weergegeven- dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
( i) Pays verbiedt om tot ontruiming van de percelen in Cole Bay en Simpson Bay over te gaan;
(ii) Pays verbiedt om [eiser] c.s. de toegang te ontzeggen tot de Cole Bay en Simpson Bay percelen;
(iii) Pays verbiedt om deze percelen te verkopen;
(iv) Pays beveelt om de percelen in Simpson Bay percelen bij REMAX uit de verkoop te halen; en
( v) Pays verbiedt om de pandrechten op de roerende zaken te executeren/veilen.
3.2.
Aan de vordering legt [eiser] c.s. ten grondslag dat de geldleenovereenkomst niet geldig is en dat de gevolgen voor [eiser] c.s. en de kopers van appartementen in het Carbon Grove Residential project catastrofaal zullen zijn als Pays geen halt wordt toegeroepen bij de uitoefening van haar ingevolge de geldleenovereenkomst bedongen rechten. [eiser] c.s. zal te allen tijde ongehinderde toegang moeten hebben tot de percelen in Cole Cay. Een faillissement van [eiser] c.s. zal onafwendbaar worden als fase 1 van het Carbon Grove project niet tijdig (november 2021) zal kunnen worden voltooid. De niet tijdige voltooiing van deze fase zal immers leiden tot opzegging (“
recall”) van het bancaire krediet. Hierdoor zullen de 100-150 kopers van de appartementen in dit project worden gedupeerd.
3.3.
Pays vordert
in reconventiena wijziging van de eis -zakelijk weergeven- dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
( a) [eiser] c.s. beveelt de percelen in Cole Bay en Simpson ontruimt en ontruimd houdt op verbeurte van een dwangsom;
( b) [eiser] beveelt de track excavator aan Pays af te geven op verbeurte van een dwangsom;
( c) [eiser] veroordeelt om het bedrag van US $ 210.000,00 aan Pays te betalen te vermeerderen met 12,5% rente vanaf 11 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening; en
( d) [eiser] en Melbon hoofdelijk veroordeelt in de proceskosten.
3.4.
Aan deze vordering legt Pays de stelling ten grondslag dat op grond van de huurovereenkomst een “event of default” onder de geldleenovereenkomst van rechtswege de ontbinding van de huurovereenkomst ten gevolge heeft. Deze “event of default” heeft zich voorgedaan, omdat [eiser] niet het eerste hypotheekrecht op het perceel grond in Guana Bay ten gunste van Pays heeft gevestigd. De “track excavator” is bij akte van 26 februari 2021 vuistloos aan Pays verpand. Verzuim zijdens [eiser] brengt de bevoegdheid van Pays mee om te vorderen dat de zaak in haar macht zal worden gebracht. Verder wordt de schuldbekentenis (“promissory note”) onmiddellijk opeisbaar ingeval van een “event of default” onder de geldleenovereenkomst. De schuld van US $ 210.000,00 van [eiser] is dan ook opeisbaar en [eiser] kan tot betaling van dit bedrag worden veroordeeld.
3.5.
Partijen betwisten elkaars vorderingen. Op de stellingen van partijen zal het Gerecht hierna ingaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
Onderlinge samenhang van de vorderingen rechtvaardigt de gelijktijdige en gezamenlijke behandeling van de vorderingen.
4.2.
Tegen de eiswijziging maakt [eiser] c.s. geen bezwaar zodat deze zal worden toegelaten en het Gerecht op de gewijzigde eis recht zal doen ook omdat deze wijziging niet strijdig is met de goede procesorde.
spoedeisend belang
4.3.
De aard van de vorderingen brengt mee dat van partijen niet mag worden verlangd om de beslissingen in een bodemprocedure te moeten afwachten. Het Gerecht is dan ook van oordeel dat partijen een spoedeisend belang hebben bij de beoordeling van hun vorderingen.
geldigheid van de leenovereenkomst
4.4. [
eiser] c.s. stelt de ‘validity’ en de ‘legality’ van de geldleenovereenkomst ter discussie (vergelijk pagina 6, sub d, van het inleidende verzoekschrift). De geldleenovereenkomst zou zelfs onder dwang zijn getekend.
4.5.
Pays verweert zich tegen deze stelling. Pays voert aan dat langdurig -vanaf 27 oktober 2020 namelijk - en uitgebreid over de geldleenovereenkomst tussen partijen is onderhandeld en dat [eiser] hierbij zelfs rechtskundige bijstand heeft gehad. In dit verband wijst zij op haar productie 1 waarin de uitgebreide correspondentie tussen partijen is opgenomen. Het was [eiser] die druk op de ketel zette en tot afronding van de geldleenovereenkomst wilde komen. [eiser] heeft zelf het initiatief genomen om een geldleenovereenkomst met Pays te sluiten. [eiser] had namelijk een financier/investeerder nodig eerst voor zijn hotel project en later voor de voortzetting van het Carbon Grove Residential project. Op grond van de geldleenovereenkomst heeft Pays ook gelden aan [eiser] uitbetaald. Waarom de geldleenovereenkomst niet geldig of rechtmatig is, legt [eiser] c.s. overigens niet uit.
4.6.
Het is aan [eiser] c.s. om te stellen en te onderbouwen waarom de geldleenovereenkomst niet geldig is. Gelet op de gemotiveerde betwisting van Pays van de stelling van [eiser] c.s. dat deze overeenkomst ongeldig is, had van [eiser] c.s. mogen worden verlangd dat hij aan deze stelling handen en voeten had gegeven hetgeen [eiser] c.s. heeft nagelaten. Uit de door Pays in het geding gebrachte documenten volgt in elk geval dat het initiatief voor de geldlening van [eiser] c.s. is uitgegaan en dat inderdaad langdurig en uitgebreid over de voorwaarden van de geldlening is onderhandeld. Ook zijn diverse concepten van de geldleenovereenkomst tot stand gekomen. Ook staat vast dat [eiser] c.s. bijstand genoot van een advocaat. Onweersproken is gelaten het verweer dat ook de passerende notaris [eiser] c.s. bij de totstandkoming van de geldlening van advies heeft gediend.
4.7.
Het Gerecht is dan ook voorshands van oordeel dat de geldleenovereenkomst geldig is alsmede de bedingen die hierin zijn opgenomen op grond waarvan Pays haar rechten wenst uit te oefenen. [1]
4.8.
Ook de stelling dat de voorwaarden van de geldleenovereenkomst niet rechtmatig zijn, geeft [eiser] c.s. geen handen en voeten, terwijl dat wel op zijn weg ligt. Het enige dat [eiser] c.s. in dit verband aanvoert, is dat hij slechts een bedrag van US $ 465.000,00 heeft ontvangen en niet de “net disbursement” zoals bepaald in de geldleenovereenkomst. Deze stelling brengt evenwel nog niet zonder meer mee dat Pays bij het aangaan van de geldleenovereenkomst onrechtmatig heeft gehandeld of dat voorwaarden niet rechtmatig zijn. Wel zal dit gevolgen hebben voor de omvang van de door Pays uit te oefenen (zekerheids-)rechten. Het Gerecht komt hierop nog terug.
“event of default”
4.9.
Het Gerecht stelt voorop dat als in dit geding moet worden aangenomen dat zich aan de zijde van [eiser] een “event of default” heeft voorgedaan Pays in overeenstemming met de geldleenovereenkomst de aan haar toegekende (zekerheids-)rechten mag uitoefenen/uitwinnen. Ook stelt het Gerecht voorshands vast dat alsdan de huurovereenkomst ter zake van de percelen in Cole Bay en Simpson Bay van rechtswege is ontbonden en dat [eiser] c.s. deze percelen zal dienen te ontruimen. Daarnaast geldt in geval van een “event of default” dat de schuldbekentenis onmiddellijk opeisbaar wordt en dat [eiser] het geleende bedrag aan Pays zal dienen terug te betalen. Ook het optierecht van [eiser] ter zake van de percelen in Cole Bay en Simpson Bay geldt bij een “event of default” niet langer.
Aan de verkooprestricties van de percelen zal het Gerecht hieronder enkele overwegingen wijden.
4.10. [
eiser] c.s. weerspreekt deze rechtsgevolgen van een “event of default” op grond van de geldleenovereenkomst en de hieraan verbonden overeenkomsten niet.
4.11.
Of zich een “event of default” heeft voorgedaan, zal het Gerecht thans beoordelen. [eiser] c.s. weerspreekt niet dat hij niet, dan wel niet tijdig, een eerste hypotheekrecht op het perceel beschreven in meetbrief 176/2011 in Guana Bay aan Pays heeft verleend. Ook staat vast dat het niet, of niet tijdig, verlenen van dit zekerheidsrecht op grond van artikel 5 van de geldleenovereenkomst een “event of default” oplevert. Ter zitting is gebleken dat dit Guana Bay perceel niet van [eiser] c.s. is, maar van een zakenpartner van [eiser] c.s. die kennelijk niet (of niet langer) aan de transactie wil mee werken. Deze omstandigheid komt evenwel geheel voor risico en rekening van [eiser] c.s. [eiser] c.s. had immers deze zekerheid niet aan Pays kunnen/mogen toezeggen als geen garantie bestond dat hij dit aan deze derde toebehorend perceel ten gunste van Pays mocht onderzetten.
4.12.
Het Gerecht is dan ook voorshands van oordeel dat (i) een “event of default” aan de zijde [eiser] heeft gedaan en (ii) dat de door Pays aangevoerde rechtsgevolgen van dit “event of default” zich inderdaad voordoen. Dit betekent dat:
(i) de promissory note onmiddellijk opeisbaar is geworden;
(ii) de huurovereenkomst ter zake van de percelen in Cole Bay en Simpson Bay is ontbonden en dat het gebruiksrecht van [eiser] c.s. hierdoor eindigt;
(iii) de optie van [eiser] niet langer geldt; en
(iv) het pandrecht op de roerende zaken mag worden uitgewonnen.
promissory note van US $ 210.000,00
4.13.
Uit deze schuldbekentenis volgt dat ingeval van een “event of default” de schuld onmiddellijk opeisbaar wordt (
demandable in full with immediate effect). Ook de overeengekomen rente wordt hierdoor verhoogd van 12,5% naar 20% (vergelijk productie 2D van de akte overlegging producties tevens eis in reconventie van Pays). [2]
percelen in Cole Bay en Simpson Bay in Sint Maarten
4.14.
Op grond van de leveringen in (economische) van deze registergoederen aan Pays is laatst vermelde (economisch) eigenaresse geworden van deze percelen (productie 2E van de akte overlegging producties tevens eis in reconventie van Pays). Nadat de “event of default” zich had voorgedaan, is de huurovereenkomst van rechtswege ontbonden waardoor het gebruiksrecht van [eiser] c.s. van deze percelen eindigt. Het rechtgevolg hiervan is dat [eiser] c.s. deze percelen zal moeten ontruimen en ter beschikking zal moeten stellen van Pays (vergelijk ook productie 2C van de akte overlegging producties tevens eis in reconventie van Pays). Ontruiming behoort tot het exclusieve bevoegdheid van de gerechtsdeurwaarder die hierbij zo nodig de hulp van de sterke arm kan inroepen zodat het onnodig is om een dwangsom te verbinden aan het bevel tot ontruiming.
4.15.
Uit de bepaling van artikel 2.6 van de geldleenovereenkomst volgt verder dat Pays de Cole Bay percelen te gelde mag maken [3] en haar hypotheekrecht op de Simpson Bay percelen mag uitwinnen en/of dit economische eigendom in juridische eigendom kan transformeren, indien zulks is bedongen. [4] Het aan [eiser] toegekende optierecht geldt niet langer.
vuistloos pandrecht op roerende zaken
4.16.
De akte waarbij [eiser] de roerende zaken in pand geeft, is als productie 2G van de akte overlegging producties tevens eis in reconventie in het geding gebracht. De
cement pump trucken
concrete volumetric contrete mixerzijn reeds in de macht gebracht van Pays en zullen aanstonds worden geveild. Hiertoe mag Pays ook overgaan: [eiser] schiet immers tekort in de nakoming van de geldleenovereenkomst en verkeert voorts jegens Pays in verzuim. Uit de opbrengst van de veiling mag Pays zich vervolgens voldoen.
4.17.
De track excavator is nog niet in de macht gebracht van Pays hoewel Pays bevoegd is te vorderen dat [eiser] deze zaak in de macht van Pays brengt. Ter zitting is gebleken dat [eiser] weet waar deze zaak zich bevindt, zodat [eiser] ook kan worden bevolen deze zaak aan Pays af te geven. Ook deze zaak kan vervolgens worden geveild en uit welke opbrengst Pays zich mag voldoen.
4.18.
Hiervoor heeft het Gerecht geoordeeld dat de percelen in Cole Bay als zekerheidseigendom dient te worden beschouwd. [5] Dit betekent dat deze percelen alleen op grond van de voor hypotheekrecht geldende regels te gelde mogen worden gemaakt. In zoverre gelden er weldegelijk verkooprestricties voor Pays. Hieraan voegt het Gerecht nog het volgende toe. Alleen het bedrag van US $ 465.000,00 is aan [eiser] ter beschikking gesteld. Overigens is het bedrag van de “net disbursement” onder de notaris in escrow gestort op welke escrow account dit bedrag, zo begrijpt het Gerecht, nog steeds staat. Nu aan de voorwaarden voor doorbetaling aan [eiser] niet is voldaan, zal dit bedrag niet aan [eiser] ter beschikking worden gesteld (vergelijk artikel 1.2 onder (i) en (iii) van de geldleenovereenkomst). De exposure van Pays bedraagt thans maximaal US $ 465.000,00 te vermeerderen met rente en kosten. Voor deze schuld zal Pays dan ook zekerheden mogen uitwinnen. Indien de uitwinning van zekerheden zal leiden tot een meeropbrengst
kanzulks leiden tot de situatie dat de meeropbrengst aan [eiser] zal moet worden uitgekeerd. [6] Zodoende wordt [eiser] beschermd tegen “overuitwinning” door Pays.
belangenafweging
4.19. [
eiser] c.s. heeft als professionele projectontwikkelaar willens en wetens de geldleenovereenkomst gesloten. [eiser] c.s. verkeerde en verkeert ingevolge de uitvoering en voltooiing van het Carbon Grove Residential project in financiële nood. Teneinde dit project uit te kunnen voeren, is hij op zoek gegaan naar aanvullende financiële middelen. Kennelijk waren de bancaire financiering en de door kopers van de appartementen gefourneerde vooruitbetalingen ontoereikend om dit project te finaliseren. De
ridicule“lending fee” van US $ 985.000,00 heeft [eiser] hierbij op de koop toe genomen (vergelijk hiervoor de artikelen 1.1 en 1.3 van de geldleenovereenkomst). De nood om financiële middelen aan te trekken zijdens [eiser] c.s. moet erg hoog zijn geweest, maar zulks is wel geheel toe te rekenen aan de wijze waarop hij zelf het Carbon Grove Residential project heeft vormgegeven en uitgevoerd. Alleen [eiser] c.s. is hiervoor verantwoordelijk.
4.20.
Dat de financier zekerheden voor zijn “exposure” heeft bedongen, is in het handelsverkeer gemeengoed. Hierover mag [eiser] c.s. zich dan ook niet beklagen. In zijn voordeel zal de “exposure” van Pays op [eiser] op US $ 465.000,00 worden vastgesteld. Dit is het bedrag dat daadwerkelijk aan [eiser] ter beschikking is gesteld. Overigens beschikt [eiser] niet over de “net disbursement” en kan hij hierover niet beschikken: dit bedrag staat namelijk in escrow bij de notaris. Pays zal de bij de geldleenovereenkomst bedongen rechten en zekerheden dan ook mogen uitwinnen tot maximaal de opbrengst van US $ 465.000,00 te vermeerderen met rente en kosten. In het belang van [eiser] zal het eigendomsrecht van Pays op de Cole Bay percelen als zekerheidsrecht worden beschouwd. De aan Pays in eigendom overgedragen percelen zullen dan ook alleen mogen worden uitgewonnen in overeenstemming met de voor hypotheek geldende voorschriften. Een eventueel surplus uit hoofde van executie(s) dient aan derden en/of [eiser] te worden uitgekeerd. Met inachtneming van het voorgaande zal Pays worden toegestaan om haar rechten uit hoofde van de geldleenovereenkomst uit te oefenen.
4.21. [
eiser] c.s. haalt nog de belangen van de kopers van de appartementen aan. Het Gerecht onderkent dat een (eventuele) beëindiging van het Carbon Grove Residential project grote financiële gevolgen heeft voor deze kopers. Immers, het is een feit van algemene bekendheid dat veel kopers op de verschuldigde koopsommen aanbetalingen hebben gedaan, en vaak (veel) meer dan waartoe zij waren gehouden, terwijl het appartementsrecht nog niet aan hen is geleverd. Niet onwaarschijnlijk is dat zij hun geld definitief kwijt zullen raken. Dit verlies is alleen aan het handelen en de beslissingen van [eiser] c.s. en de kopers van appartementen toe te rekenen. Pays staat hier geheel buiten, zodat de belangen van kopers onvoldoende gewicht in de schaal leggen.
4.22.
Op grond van het voorgaande komt het Gerecht tot de conclusie dat het belang van Pays om zekerheden uit te mogen winnen zwaarder weegt dan het belang van [eiser] c.s. om daarvan verschoond te blijven met dien verstande dat in sub 4.20. van dit vonnis hiervoor restricties voor Pays zijn geformuleerd.
4.23.
De vordering in conventie zal hierna grotendeels worden afgewezen en de vordering in reconventie zal grotendeels worden toegewezen. Nu [eiser] c.s. in conventie en in reconventie in het ongelijk zal worden gesteld, zal het Gerecht [eiser] c.s. in conventie en in reconventie in de proceskosten veroordelen die als volgt worden begroot:
in conventie
salaris gemachtigde NAf 1.500,00
in reconventie
salaris gemachtigde NAf 750,00
4.24.
Het vonnis zal hierna uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

5.De beslissing

Het Gerecht in kort geding:
in conventie
5.1.
beveelt Pays dat, als zij tot uitoefening van haar rechten uit hoofde van de geldleenovereenkomst overgaat, zij haar (zekerheids-)rechten in overeenstemming met sub 4.20. van dit vonnis zal dienen uit te oefenen;
5.2.
wijst af het meer of anders gevorderde;
5.3.
veroordeelt [eiser] c.s. hoofdelijk, des dat de een betaalt de ander in zoverre zal zijn bevrijd,
uitvoerbaar bij voorraadin de proceskosten vallende aan de zijde van Pays die worden begroot op NAf 1.500,00;
in reconventie
5.4.
beveelt [eiser] c.s. om de Simpson Bay en Cole Bay percelen beschreven in meetbrieven met nummers 242/1993, 346/1989, 072/2017 en 073/2017
binnen 5 dagen na betekening van dit vonniste verlaten en te ontruimen en ontruimd te houden;
5.5.
beveelt [eiser] om
binnen 5 dagen na betekening van dit vonnisde roerende zaak Track excavator (chassis # VCEC300DA002210080), Volvo, type EC300 D NL uit 2012 aan Pays af te geven, op verbeurte van een dwangsom van US $ 500,00 per dag, een dagdeel daaronder begrepen, dat [eiser] dit bevel niet naleeft tot een maximum van US $ 100.000,00;
5.6.
veroordeelt [eiser] om het bedrag van US $ 210.000,00 aan Pays te betalen te vermeerderen met 12,5% rente per jaar te rekenen vanaf 11 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.7.
verstaat dat Pays haar (zekerheids-)rechten in overeenstemming met sub 4.20. van dit vonnis zal uitoefenen;
5.8.
veroordeelt [eiser] c.s. hoofdelijk, des dat de een betaalt de ander in zoverre zal zijn bevrijd, in de proceskosten vallende aan de zijde van Pays die tot op heden worden begroot op NAf 750,00;
5.9.
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.10.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.T.M. Luijks, rechter, en op 22 oktober 2021 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.De ‘lending fee’ van US $ 985.000,00 is overigens buitensporig maar daarop komt het Gerecht nog terug. Partijen hebben over deze ‘lending fee’ niet gedebatteerd.
2.Alleen de rente van 12,5% vordert Pays in dit geding.
3.Volgens de regels van hypotheekrecht: de Cole Bay percelen dienen namelijk als zekerheidseigendom te worden beschouwd.
4.Partijen hebben hierover niet gedebatteerd zodat het Gerecht deze kwestie zal laten rusten.
5.Voor de Simpson Bay percelen is de situatie anders omdat Pays op deze percelen een hypotheekrecht ten gunste van Pays heeft gevestigd.
6.“Kan”: immers andere crediteuren zouden wellicht ook verhaal willen nemen op de door [eiser] aan Pays in zekerheid gegeven vermogensbestanddelen.