3.1.Het Gerecht gaat uit van de navolgende vaststaande feiten.
- Eiser heeft de Guyaanse nationaliteit. Aan hem is op 6 augustus 2020 een vergunning afgegeven om als in het buitenland wonende directeur op te treden voor de onderneming [X} te Sint Maarten.
- Op 30 oktober 2020 heeft eiser Sint Maarten verlaten. Bij terugkeer op Sint Maarten op 31 oktober 2020 is aan eiser op de luchthaven een beschikking uitgereikt, zijnde een “decision to refuse entry”, waarin staat dat eiser de toegang tot Sint Maarten wordt geweigerd omdat hij niet over het vereiste visum beschikt en omdat hij de maximale verblijfsduur voor een toerist heeft overschreden.
- Vervolgens is eiser op 30 oktober 2020 wel feitelijk tot Sint Maarten toegelaten. Daarbij is hem een wekelijkse meldplicht ingevolge artikel 19 van de Landsverordening toelating en uitzetting (hierna: Ltu) opgelegd. Tevens is zijn paspoort tijdelijk in bewaring genomen.
- Bij brieven van 13 november, 20 november, 27 november en 4 december 2020 heeft eiser en/of zijn gemachtigde de Immigratiedienst verzocht zijn paspoort ter beschikking te stellen voor het maken van een kleurkopie die hij nodig heeft voor het indienen van zijn aanvraag tot vergunning tot verblijf.
- Tegen de “decision to refuse entry” heeft eiser bezwaar gemaakt.
- Eiser op 29 april 2021 met betrekking tot dit bezwaar tijdens een hoorzitting gehoord. Bij die gelegenheid is afgesproken dat eiser zich vooralsnog zal blijven melden, dat aanstalten wordt gemaakt met de aanvraag voor een verblijfsvergunning voor eiser en dat de adviescommissie het ertoe zal leiden dat het paspoort van verzoeker beschikbaar wordt gesteld in het kader van die in te dienen aanvraag.
- Op 12 mei 2021 is de bestreden verwijderingsbeschikking gegeven. Daartegen heeft eiser beroep ingesteld. Niettegenstaande de tekst van de bestreden beschikking is eiser niet in vreemdelingenbewaring geplaatst.
- Het bezwaar tegen de “decision to refuse entry” is bij beslissing van 19 mei 2021 ongegrond verklaard.
- Bij verzoekschrift van 17 mei 2021 heeft eiser aan het Gerecht verzocht om over te gaan tot het treffen van een voorlopige voorziening, bestaande uit de onmiddellijke schorsing van de bestreden beschikking hangende de bodemprocedure.
- Bij uitspraak van 2 juni 2021 (Lar 56/2021) heeft het Gerecht in voorlopige voorziening de verwijderingsbeschikking geschorst.
-Bij brief van 7 juli 2021 heeft eiser wederom de Immigratiedienst aangeschreven om afgifte van kleurenkopieën van zijn paspoort. Bij brief van 14 juli 2021 is het verzoek ingewilligd.
4.
Het geschil