Uitspraak
1.DE GOUVERNEUR VAN HET LAND SINT MAARTEN,
2.2. DE MINISTER VAN JUSTITIE VAN HET LAND SINT MAARTEN,
Aanduiding bestreden besluit
Het procesverloop
De feiten
Het geschil
Beoordeling
Beslissing
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak heeft het Gerecht in ambtenarenzaken van Sint Maarten uitspraak gedaan over het bezwaar van klager, die was ontslagen wegens ernstig plichtsverzuim. Klager, vertegenwoordigd door mr. S.R. Bommel, had bezwaar aangetekend tegen het Landsbesluit van 6 januari 2020, waarbij hij uit zijn functie was ontslagen. De mondelinge behandeling vond plaats op 16 augustus 2021, waarbij klager in persoon verscheen en zijn gemachtigde pleitaantekeningen overhandigde. De gedaagden waren de Gouverneur van Sint Maarten en de Minister van Justitie, beide vertegenwoordigd door mr. P.A.M. Brandon.
De feiten van de zaak zijn als volgt: Klager was benoemd als Directeur bij de Strafgevangenis en het Huis van Bewaring, maar kreeg in 2017 de toegang tot detentiefaciliteiten ontzegd. In 2018 werd hij veroordeeld voor medeplichtigheid aan omkoping en het schenden van ambtsgeheimen. Klager werd in 2020 op de hoogte gesteld van het voornemen tot disciplinaire strafoplegging, waarna hij zijn zienswijze indiende. Het Gerecht oordeelde dat klager zich schuldig had gemaakt aan ernstig plichtsverzuim door vertrouwelijke informatie te delen.
Het Gerecht verklaarde het bezwaar tegen de Minister van Justitie niet-ontvankelijk, omdat deze niet het bevoegde gezag was. Het bezwaar tegen de Gouverneur werd ongegrond verklaard. De rechter oordeelde dat de opgelegde disciplinaire straf van ontslag evenredig was aan het gepleegde plichtsverzuim en dat er geen reden was om te twijfelen aan de voortvarendheid van de procedure. De uitspraak werd gedaan door mr. J.M. Ghrib op 20 september 2021.