Op 17 februari 2021 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1992, die werd beschuldigd van meerdere gewapende overvallen en opzetheling. De verdachte was gedetineerd in Point Blanche en werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.H.M. Ibrahim. Tijdens de openbare terechtzitting op 27 januari 2021 heeft de officier van justitie, mr. S. Withfield, gevorderd dat de verdachte voor verschillende feiten zou worden veroordeeld, waaronder een gevangenisstraf van 16 jaren. De benadeelde partij heeft zich gevoegd met een vordering tot schadevergoeding van 2.050 Amerikaanse dollars.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het bevoegd was om de zaak te behandelen. Na beoordeling van de bewijsstukken heeft het Gerecht geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de meeste ten laste gelegde feiten, en heeft de verdachte vrijgesproken van de feiten 1 (primair), 2, 3, 4, 5 (primair en subsidiair), 6, 7, 8, 9 en 11. Echter, het Gerecht heeft bewezen verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling en diefstal met geweld, gepleegd met een vuurwapen, en heeft hem hiervoor veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaren, met aftrek van voorarrest.
De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte was vrijgesproken van het feit dat de schade zou hebben veroorzaakt. Het vonnis is uitgesproken door mr. G.P. Verbeek, bijgestaan door mr. D. den Haan, op 17 februari 2021.