Uitspraak
gevestigd in Sint Maarten,
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- kosten exploit NAf 229,50
- salaris gemachtigde NAf 1.500,00
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak heeft de eiser, een timmerman, een kort geding aangespannen tegen zijn werkgever, de gedaagde, vanwege achterstallig loon als gevolg van de Corona-crisis. De eiser stelt dat hij recht heeft op zijn volledige loon, ongeacht of hij daadwerkelijk is tewerkgesteld, omdat hij een arbeidsovereenkomst heeft voor 45 uur per week. De gedaagde heeft echter betoogd dat er geen 45-urige arbeidsovereenkomst is en dat hij alleen loon verschuldigd is voor daadwerkelijk gewerkte uren. De eiser heeft zijn vordering onderbouwd met de stelling dat de werkgever geen recht heeft om het loon te weigeren, zelfs niet in tijden van crisis, en dat de werkgever niet heeft aangetoond dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd.
De rechter heeft geoordeeld dat de gedaagde niet voldoende heeft aangetoond dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd en dat de eiser recht heeft op zijn loon. De rechter heeft vastgesteld dat de gedaagde eenzijdig heeft besloten om geen loon meer te betalen zonder overleg met de eiser. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld om het achterstallige loon te betalen, evenals het loon dat vanaf een bepaalde datum verschuldigd is, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente. De rechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van de eiser toegewezen.
Het vonnis benadrukt het belang van goede arbeidsrelaties en de verplichtingen van werkgevers om hun werknemers te betalen, zelfs in moeilijke tijden. De rechter heeft de gedaagde ook veroordeeld in de proceskosten, wat aangeeft dat de gedaagde in het ongelijk is gesteld.