Uitspraak
1.Aanduiding bestreden beschikking
2.Het verloop van de procedure
3.Feiten en standpunten
4.De beoordeling
De beslissing
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 19 april 2021 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de beschikking van de Minister van Justitie van Sint Maarten, die op 9 oktober 2020 haar aanvraag tot verlenging van een vergunning tot verblijf had afgewezen. Eiseres, geboren in de Dominicaanse Republiek, had op 6 maart 2020 een aanvraag ingediend voor een vergunning tot tijdelijk verblijf met als doel gezinshereniging. De afwijzing was gebaseerd op de stelling dat de echtgenoot van eiseres niet voldeed aan de inkomensvereisten. Tijdens de procedure is gebleken dat de hoorzitting telefonisch heeft plaatsgevonden, wat volgens eiseres heeft geleid tot miscommunicatie en een onjuiste weergave van feiten. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de hoorzitting niet met voldoende waarborgen was omkleed en dat de beslissing van de Minister onvoldoende gemotiveerd was. Het beroep van eiseres is gegrond verklaard, de bestreden beschikking is vernietigd en het Gerecht heeft bepaald dat eiseres recht heeft op de gevraagde verblijfsvergunning met terugwerkende kracht tot 11 april 2020. Tevens is de Minister veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eiseres.