ECLI:NL:OGEAM:2021:134

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
28 oktober 2021
Publicatiedatum
30 december 2021
Zaaknummer
SXM2021225
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor feit 1, veroordeling voor feit 2 (vuurwapenbezit) en 3 (schuldheling) met gevangenisstraf van 36 maanden

In de strafzaak tegen de verdachte, geboren op Sint Maarten en thans gedetineerd, heeft het Gerecht in eerste aanleg op 28 oktober 2021 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder vuurwapenbezit en schuldheling. Tijdens de zittingen op 16 september en 7 oktober 2021 heeft de officier van justitie gevorderd dat de verdachte voor feit 1 zou worden vrijgesproken, maar voor de feiten 2 en 3 veroordeeld zou worden tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk. De verdediging pleitte voor vrijspraak van alle ten laste gelegde feiten.

Het Gerecht oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor feit 1, en sprak de verdachte daarvan vrij. Voor de feiten 2 en 3 oordeelde het Gerecht dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan vuurwapenbezit en schuldheling. De verdachte had in de periode van 1 juli 2020 tot 2 juni 2021 vuurwapens en munitie voorhanden gehad, en had een gestolen motorfiets in bezit. Het Gerecht overwoog dat de wapens op beeldmateriaal niet van echt te onderscheiden waren en dat de verdachte had moeten vermoeden dat de scooter gestolen was.

De opgelegde straf van 36 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, werd gemotiveerd door de ernst van de feiten en het gebrek aan inzicht van de verdachte in de kwalijke aard van zijn handelen. Het Gerecht gelastte ook de onttrekking aan het verkeer van verschillende in beslag genomen voorwerpen en de teruggave van de Yamaha scooter aan de rechtmatige eigenaar. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. H.G. Eskes, bijgestaan door griffier mr. S. Hoebe.

Uitspraak

Parketnummer: 100.00243/21

Uitspraak: 28 oktober 2021
Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[Verdachte],

geboren op [geboortedatum] te Sint Maarten,
wonende in Sint Maarten, [woonadres],
thans gedetineerd in het huis van bewaring op Sint Maarten.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 16 september en 7 oktober 2021. De verdachte is (telkens) verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.R. Bommel, advocaat in Sint Maarten.
De officier van justitie, mr. S. Withfield, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht verdachte van het onder 1 ten laste gelegde zal vrijspreken, en het onder 2 en 3 primair ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met aftrek van voorarrest.
Tevens zijn er meerdere goederen in beslag genomen. De vordering van de officier van justitie behelst voorts de onttrekking aan het verkeer, teruggave aan de rechtmatige eigenaar en teruggave aan de verdachte van deze goederen.
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.
Tenlastelegging
Aan de verdachte zijn de feiten ten laste gelegd die zijn vermeld op de dagvaarding en op vordering van de officier van justitie nader zijn omschreven. Afschrift van de vordering nadere omschrijving tenlastelegging zijn aan dit vonnis gehecht.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Vrijspraak van feit 1
Met de officier van justitie is het Gerecht is van oordeel dat voor het onder 1 tenlastegelegde onvoldoende wettig bewijs voorhanden is.
De verdachte zal daarom worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 2 en 3 is ten laste gelegd, met dien verstande dat:

Feit 2

Hij in de periode van 1 juli 2020 tot en met 2 juni 2021 in Sint Maarten, vuurwapens in de zin van de Vuurwapenverordening, en munitie in de zin van de Vuurwapenverordening voorhanden heeft gehad.

Feit 3 Primair

Hij op 2 juni 2021 te Sint Maarten een motorfiets
van het merkYamaha voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van
diescooter redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Omwille van de leesbaarheid zijn wijzigingen aangebracht in de bewezenverklaring (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door het Gerecht gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling zal vervolgens aan het vonnis worden gehecht.
Bewijsoverwegingen
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte (ook) van het onder 3 en 4 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. Zij heeft daartoe aangevoerd dat voor een veroordeling vereist is dat verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van een wapen. Nu er gebruik werd gemaakt van nepwapens, bedoelt voor het opnemen van muziekvideo’s, en onvoldoende vast is komen te staan dat dit echte vuurwapens betroffen, is niet aan dit vereiste voldaan en dient verdachte te worden vrijgesproken.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Er zijn meerdere telefoons van verdachte is inbeslaggenomen. Deze telefoons zijn onderzocht en op de telefoons zijn meerdere foto’s en video’s aangetroffen waar verdachte te zien is met verschillende vuurwapens en munitie. Ook is te zien wanneer deze foto’s zijn gemaakt.
De wetgever heeft in artikel 1 van het Landsbesluit ter uitvoering van de artikelen 1, 2, 7 en 10 van de Vuurwapenverordening bepaald dat onder vuurwapens mede verstaan worden: ‘alarmpistolen en andere soortgelijke voor bedreiging of afdreiging geschikte voorwerpen met uitzondering van die, welke geen loop of een kennelijk verkorten, geheel gevulde loop hebben en welke zodanig zijn ingericht, dat zij enkel losse patronen van een kaliber kleiner dan zes millimeter kunnen bevatten, terwijl de ligplaats van die patronen en de gasuitlaat loodrecht staat op de loop of op de lengterichting van het voorwerp’.
Als het gaat om nepwapens, is het dus van belang vast te stellen of deze wapens wel of niet voor bedreiging of afdreiging geschikt zijn. De wapens op de foto’s en de video’s zijn naar het oordeel van het Gerecht niet van echt te onderscheiden, en daarom bij uitstek geschikt voor bedreiging of afdreiging. Derhalve zijn dit vuurwapens in de zin van de Vuurwapenverordening.
Over het tenlastegelegde in feit 3 stelt de raadsvrouw dat verdachte ten tijde van het verwerven van de scooter niet wist dat deze van diefstal afkomstig was. Daarnaast ontbreekt het opzet, daar verdachte in het bezit is van een
Bill of Saleen verzekeringspapieren.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Vast is komen te staan dat de scooter, merk Yamaha 660 XTR, is gestolen en dat deze scooter thuis bij verdachte is aangetroffen. Verdachte heeft deze op straat gekocht en hij kan geen geldige papieren of bewijs van betaling laten zien. Het is een feit van algemene bekendheid dat scooters veel worden gestolen. Daarom ligt het in de rede dat een koper bij de koop van een scooter op straat vraagt om een document, zoals bijvoorbeeld een
Bill of Sale,een factuur of een verzekeringsbewijs, waaruit afgeleid kan worden dat de verkoper de rechtmatige eigenaar is.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de verkoper hem een
Bill of Saleheeft gegeven, waaruit bleek dat de verkoper de rechtmatige eigenaar was. Verdachte heeft deze
Bill of Saleechter niet kunnen of willen tonen. Het Gerecht acht die verklaring van verdachte daarom niet geloofwaardig. Verdachte heeft op geen enkele wijze heeft aangetoond dat hij zich ervan heeft vergewist dat de verkoper de rechtmatige eigenaar van de scooter was. De enkele verklaring hieromtrent van verdachte is daarvoor onvoldoende. Daarom moet het ervoor worden gehouden dat verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de scooter gestolen was.
De verweren worden verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het onder 2 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 1 juncto artikel 3 en 11 van de Vuurwapenverordening. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
overtreding van een bij artikel 3 van de Vuurwapenverordening gesteld verbod, meermalen gepleegd.
Het onder 3 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:399 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:

schuldheling.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft, uitgaande van een bewezenverklaring van beide feiten, gevorderd dat de verdachte daarvoor zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Het Gerecht acht de hoeveelheid beeldmateriaal dat is aangetroffen op de telefoons van verdachte, waarop in totaal 8 wapens te zien zijn, zeer schokkend. Niet alleen heeft verdachte meerdere vuurwapens voorhanden gehad, hij lijkt hier ook nog mee te willen pronken, en op één van de foto’s draagt verdachte zelfs een bivakmuts terwijl hij een vuurwapen in zijn hand heeft.
Het is een feit van algemene bekendheid dat vuurwapens, ook als ze niet echt zijn maar wel bedreigend of afdreigend, gebruikt worden om strafbare feiten te plegen, zoals overvallen of andere met geweld gepaard gaande vermogensdelicten. In Sint Maarten zijn vuurwapens en vuurwapengebruik een groot probleem.
Het Gerecht acht het zorgelijk dat verdachte geen enkel inzicht in het kwalijke van zijn handelen heeft getoond.
Daarnaast heeft verdachte een gestolen scooter voorhanden gehad. Daarmee heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan heling. Helers zijn afnemers van gestolen goederen, en houden daarmee in stand dat er vermogensdelicten worden gepleegd. Ook verdachte heeft daaraan bijgedragen. Ook ten aanzien van dit feit heeft verdachte niet laten zien in te zien dat zijn handelen laakbaar was.
Het Gerecht is van oordeel dat geen andere straf dan een gevangenisstraf passend is, ter afdoening van de feiten. De omstandigheid dat de verdachte niet eerder voor een soortgelijk feit strafrechtelijk is veroordeeld, geeft aanleiding een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen. Het voorwaardelijk deel dient als een stok achter de deur, om verdachte er van te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles overwegende acht het Gerecht een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren passend en geboden.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
De volgende voorwerpen zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer:
  • Zwarte koffer voor een Glock;
  • Twee paintball wapens, merk Tippman;
  • Een zwarte rugtas met daarin drie in getapete pakketten met Yamaha logo;
  • Uitschuifbare wapenstok.
De voorwerpen behoren toe aan de verdachte en zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en/of het algemeen belang. De voorwerpen zijn bij de gelegenheid van het onderzoek naar de door hem begane feiten, dan wel de feiten waarvan hij wordt verdacht, aangetroffen en kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten.
Het Gerecht is van oordeel dat zich geen strafvorderlijk belang verzet tegen teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen sleutelhangers, een laptop, zes telefoons, een digitale weegschaal en een crossmotor merk Honda. Daarom zal daarvan de teruggave aan de verdachte worden gelast.
De in beslag genomen en nog niet teruggegeven Yamaha scooter en sleutel zullen worden teruggegeven aan [naam], zijnde degene die blijkens het onderzoek ter terechtzitting redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf en maatregel zijn, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:19, 1:20, 1:21, 1:62, 1:74, 1:75 en 1:76 en 1:136 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 2 en 3 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) maanden;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van deze straf een gedeelte, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd, van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: zwarte Glock-koffer, twee Paintballwapens van het merk Tippman, een rugzak inclusief drie pakketten met Yamaha logo en een wapenstok;
gelast de teruggave van de Yamaha scooter en sleutel aan [naam];
gelast de teruggave van twee sleutelhangers, een Lenovo laptop, vier Samsung telefoons, twee Apple iPhone telefoons, een digitale weegschaal en een Honda crossmotor aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. H.G. Eskes, bijgestaan door de griffier mr. S. Hoebe, en op 28 oktober 2021 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Sint Maarten.