In deze zaak heeft eiser, wonende in Sint Maarten, een kort geding aangespannen tegen de Notaris, gevestigd in Sint Maarten. Eiser vorderde dat de Notaris hem zou informeren over de verdeling van een nalatenschap en een bedrag van US $ 5.000,00 zou betalen. De procedure begon op 13 juli 2021 met de indiening van het verzoekschrift. Tijdens de zitting op 23 juli 2021 heeft de Notaris een conclusie van antwoord ingediend en is de zitting aangehouden tot 17 september 2021 om te proberen een regeling te treffen. Echter, partijen hebben geen regeling bereikt en de Notaris heeft verzocht om ontheven te worden van haar ministerieplicht.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat spoedeisendheid een vereiste is voor de behandeling van een kort geding. Eiser heeft echter de spoedeisendheid van zijn vordering niet gesteld, wat op zichzelf al grond is voor afwijzing van de vordering. Daarnaast heeft het Gerecht overwogen dat de Notaris voldoende informatie heeft verstrekt aan eiser over de verdeling van de nalatenschap. Eiser is verantwoordelijk voor het verkrijgen van medewerking van andere deelgenoten in de gemeenschap, en het is niet de taak van de Notaris om deze medewerking te regelen.
Uiteindelijk heeft het Gerecht de vordering van eiser afgewezen en hem in de proceskosten veroordeeld, die op nihil zijn begroot. De Notaris had ook verzocht om ontheven te worden van haar ministerieplicht, maar het Gerecht was niet bevoegd om hierover te oordelen. Het vonnis is uitgesproken door mr. C.T.M. Luijks op 1 oktober 2021.