Uitspraak
1.Aanduiding bestreden beschikking
2.Het verloop van de procedure
Felten en standpunten
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak heeft eiseres, een Haïtiaanse burger, beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een vergunning tot tijdelijk verblijf (vttv) door de Minister van Justitie van Sint Maarten. De aanvraag werd afgewezen op basis van het uitlandigheidsvereiste, aangezien eiseres niet in het buitenland had gewacht op de behandeling van haar aanvraag. De eiseres had geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die haar situatie rechtvaardigden, en het Gerecht oordeelde dat de Minister in redelijkheid aan het beleid kon vasthouden. De eiseres had eerder, in 2018, een aanvraag ingediend, maar deze werd afgewezen omdat zij niet voldeed aan de voorwaarden voor gezinsvorming, vooral na het overlijden van haar echtgenoot. Het Gerecht overwoog dat het huwelijk van eiseres van rechtswege was ontbonden door het overlijden van haar echtgenoot, waardoor de basis voor haar aanvraag niet meer bestond. De eiseres voerde aan dat de afwijzing in strijd was met het motiveringsbeginsel en dat zij geen gevaar voor de openbare orde vormde, maar het Gerecht oordeelde dat haar langdurige onrechtmatige verblijf op Sint Maarten voldoende was om de afwijzing te rechtvaardigen. De uitspraak werd gedaan op 30 november 2020, waarbij het beroep ongegrond werd verklaard.