Het Gerecht overweegt als volgt.
Op grond van artikel 5, eerste lid van de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering (hierna: Lvo AOV) is verzekerd overeenkomstig de bepalingen van deze landsverordening degene, die de leeftijd van 15 jaar, doch niet die van 60 jaar heeft bereikt, indien hij ingezetene is, geen ingezetene is, doch in de inkomstenbelasting wordt aangeslagen als in Sint Maarten wonende belastingplichtige, geen ingezetene is en evenmin geacht kan worden blijvend buiten Sint Maarten te wonen, doch ter zake van buiten Sint Maarten verrichte arbeid wedde of loon geniet ten laste van Sint Maarten, mits hij Nederlander is.
Bij de artikelen 40 tot en met 43, die gerubriceerd staan onder het kopje Overgangsbepalingen, worden de zogenoemde fictieve verzekerde jaren geregeld.
Op grond van artikel 40, eerste lid van de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering van de Nederlandse Antillen (hierna: Lvo Oud) wordt degene, die voor het in werking treden van artikel 5 de leeftijd van 15, doch nog niet die van 65 jaar heeft bereikt, en die – al dan niet onafgebroken – gedurende zes jaren na de voleindiging van zijn 54ste levensjaar in de Nederlandse Antillen, Nederland, Suriname of Nederlands Nieuw-Guinea heeft gewoond, voor wat betreft het tijdvak gelegen binnen het bereiken van de leeftijd van 15 jaar en het tijdstip van inwerking treden van deze landsverordening voor de toepassing van het bepaalde in artikel 8, eerste lid, en tweede lid, onder 1°, sub a en b, onder 2°, sub a en b geacht verzekerd te zijn geweest.
Op grond van artikel 41, eerste lid heeft degene, die voor of op de dag van het in werking treden van artikel 6 de leeftijd van 65 heeft bereikt en die – al dan niet onafgebroken – gedurende zes jaren na de voleindiging van zijn 54ste levensjaar in de Nederlandse Antillen, Nederland, Suriname of Nederlands Nieuw-Guinea gewoond, heeft recht op ouderdomspensioen.
Op grond van artikel 42 komen de voordelen, voortvloeiende uit de artikelen 40 en 41 uitsluitend toe aan degene, die Nederlander is, en in de Nederlandse Antillen woont.
Op grond van artikel 43 kan bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, onder daarbij te stellen voorwaarden worden bepaald, dat (a) voor de toepassing van artikel 42 niet-Nederlanders met Nederlanders worden gelijkgesteld (b) voor de toepassing van de artikelen 40, 41 en 42 het wonen buiten de Nederlandse Antillen wordt gelijkgesteld met het wonen in de Nederlandse Antillen.