ECLI:NL:OGEAM:2020:48

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
5 februari 2020
Publicatiedatum
16 juni 2020
Zaaknummer
100.00341/18; 100.00074/19; 100.00081/19; 100.00218/19
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf van 20 jaar voor poging doodslag, medeplegen van moord, diefstal met geweld en verboden vuurwapenbezit

Op 5 februari 2020 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere ernstige misdrijven, waaronder poging doodslag, medeplegen van moord, diefstal met geweld en verboden vuurwapenbezit. De verdachte, geboren op [datum] te St. Kitts & Nevis en thans gedetineerd, werd beschuldigd van het samen met een ander vermoorden van een persoon op 5 augustus 2018 en het pogen van de dood van twee mannen op 22 april 2017. Daarnaast was hij betrokken bij gewapende overvallen op een juwelier en een casino, en werd hij beschuldigd van het bezit van marihuana en een vuurwapen op het moment van zijn arrestatie. Tijdens de zittingen op 2 oktober 2019 en 22 januari 2020 werd de verdachte bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S. Roseburg.

De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 20 jaar, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte voor alle zaken, behalve de overval op de juwelier. Het Gerecht oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, met uitzondering van het bezit van marihuana en het vuurwapen, waarvoor hij werd vrijgesproken. De rechtbank concludeerde dat de verdachte, in nauwe samenwerking met een mededader, de moord had gepleegd en dat zijn gedrag duidde op een geplande actie. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 jaar, met inachtneming van de detentieomstandigheden, waarbij 6 maanden in mindering werd gebracht op de straf vanwege de tijd die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht op het politiebureau.

De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde misdrijven en de impact daarvan op de samenleving, waarbij de rechtbank de noodzaak van een lange gevangenisstraf onderstreepte om de samenleving te beschermen tegen dergelijk gewelddadig gedrag.

Uitspraak

Parketnummers: 100.00341/18; 100.00074/19; 100.00081/19; 100.00218/19
Uitspraak: 5 februari 2020
Tegenspraak
in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [datum] te St. Kitts & Nevis,
zonder bekende woonplaats, thans alhier gedetineerd.

Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 2 oktober 2019 en op 22 januari 2020.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S. Roseburg, advocaat te Sint Maarten.
De verdenking in het kort
De verdachte wordt ervan beschuldigd dat hij op 5 augustus 2018 samen met een ander een persoon heeft vermoord, en op 22 april 2017 heeft gepoogd twee mannen van het leven te beroven (parketnummer 100.00341/18). Daarnaast moet hij zich verantwoorden voor gewapende overvallen op 29 juni 2015 op een juwelier (parketnummer 100.00081/19), en op 7 juli 2017 op een casino, alsmede de diefstal of heling van een (vlucht) auto (parketnummer 100.00074/19). Ten slotte wordt hem op de dag van zijn arrestatie het bezit van marihuana en een vuurwapen verweten (parketnummer 100.00218/19).
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht een moord, een moordpoging, twee gewapende overvallen, de heling van een auto en bezit van drugs en een wapen bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 jaren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit voor alle zaken, met uitzondering van de overval op de juwelier.

Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

Formele voorvragen

Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

Waardering van het bewijs

Onderzoek Marmer
Op de terechtzitting is een compilatie van veilig gestelde camerabeelden vertoond. Die compilatie duurt ongeveer een half uur en bestaat uit beelden die door verschillende beveiligingscamera’s in de omgeving van het incident zijn opgenomen, en vanwege het openbaar ministerie zijn veiliggesteld en gemonteerd.
De verdediging voert aan dat in de compilatie op basis van gissingen, meningen en veronderstellingen verkeerde conclusies worden gepresenteerd waardoor een belangrijk strafvorderlijk voorschrift of rechtsbeginsel is geschonden en de compilatie moet worden uitgesloten van het bewijs.
Het Gerecht komt tot de volgende beoordeling.
Het openbaar ministerie heeft niet alleen de compilatie maar daarnaast ook al het ruwe beeldmateriaal waaruit de compilatie is samengesteld, geruime tijd voor de zitting aan de verdediging en aan het Gerecht verstrekt. Zowel het Gerecht en ook de verdediging hebben dus aan de hand van het ruwe materiaal kunnen nagaan of de compilatie een betrouwbare weergave van de gebeurtenissen rond het schietincident schetst. Nu de interpretatie en de selectie van de beelden door het openbaar ministerie toetsbaar is, is geen sprake van handelen in strijd met een belangrijk strafvorderlijk voorschrift of rechtsbeginsel. De compilatie mag worden gebruikt voor het bewijs.
Er is naast de heldere beelden die in en rond de [bar] zijn gemaakt ook beeldmateriaal van slechte kwaliteit waarop volgens de makers van de compilatie de verdachte zichtbaar is. Het Gerecht ziet geen reden om af te wijken van die interpretatie en is van oordeel dat de compilatie een betrouwbare weergave van de gebeurtenissen rond het schietincident biedt.
Op de compilatie is te zien dat een persoon, aangeduid als SLT, de [bar] binnengaat. Een half uur later parkeert een auto (hierna VA1) op de Airport Road. Uit de richting van de VA1 komt een persoon die in de compilatie wordt aangeduid als V1. Hij gaat ook de [bar] binnen. Even later loopt V1 samen met een persoon die later herkend wordt als [naam persoon] naar de VA1 en keren enkele minuten later terug in de [bar]. Op een bepaald moment rent V1 weg uit de [bar]. Het lijkt of hij in de VA1 stapt en wegrijdt. Een uur later is parkeert de VA1 weer op de Airport Road en keer V1 terug in de [bar]. Rond sluitingstijd verlaten V1 en [naam persoon] de [bar]. V1 stapt in de VA1. Korte tijd later verlaat ook SLT de [bar], loopt rustig naar zijn auto en stapt in op de bestuurdersplaats. Op moment dat SLT wil uitparkeren wordt plotseling zijn weg versperd door de VA1. Vanaf de achterbank van de VA1 stapt een man uit die van dichtbij gericht een aantal pistoolschoten afvuurt op het slachtoffer. De VA1 rijdt vervolgens hard weg in de richting van het vliegveld.
De vraag is wie de persoon is die in de compilatie als V1 wordt aangeduid en de VA1 heeft bestuurd. De verdachte ontkent dat en het Gerecht overweegt het volgende.
In de [bar] zijn heldere beelden gemaakt van een persoon, V1, waarin de verdachte zichzelf herkent. Ook een agent herkent later de verdachte in V1. Het shirt dat V1 (hierna: de verdachte) op de avond van het incident draagt is donker met een opvallende witte afbeelding van een biddend figuur met engelenvleugels. Uit de compilatie volgt dat de verdachte kort voor het schietincident vanuit de richting van de [bar] komt aanlopen en plaatsneemt in de VA1. De VA1 blijkt een Kia Carens te zijn die later in French Quarter is aangetroffen. Op de bestuurdersplaats van de VA1 zijn biologische sporen van de verdachte teruggevonden. Deze feiten en omstandigheden tezamen leiden tot de slotsom dat de verdachte op de dag van het incident de bestuurder van de VA1 was.
Hoe moet het gedrag van de verdachte juridisch worden geduid? Uit de compilatie volgt dat de verdachte voorafgaande aan het schietincident lange tijd in de omgeving van het slachtoffer verbleef, zonder contact met hem te maken. De verdachte heeft iets eerder dan het slachtoffer de [bar] verlaten. Hij heeft het slachtoffer opgewacht in zijn auto die dicht in de buurt van de auto van het slachtoffer stond geparkeerd. Juist op het moment waarop het slachtoffer wilde uitparkeren, versperde de verdachte hem met zijn auto de weg, zodat een kompaan van dichtbij enkele schoten op het slachtoffer kon lossen, schoten die het slachtoffer in het hoofd geraakt hebben waardoor het slachtoffer vrijwel meteen is overleden. Vervolgens is de verdachte samen met de schutter van de plaats van het incident weggevlucht. Deze chronologie duidt op een geplande en doelgerichte actie, van een plotselinge opwelling kan geen sprake zijn geweest. De verdachte en de schutter hebben zich gedurende enige tijd kunnen beraden op het besluit om het slachtoffer om te brengen. In een nauwe en bewuste samenwerking heeft de verdachte samen met de schutter [SLT] geliquideerd. De conclusie is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van moord.
De verdachte is aangehouden op een binnenplaats naast het bordeel Cristal Club aan de Soualiga road. Daar bevonden zich toen ook enkele andere personen. Op een tafel is een hoeveelheid marihuana aangetroffen, en in een geluidsbox een vuurwapen met munitie. Het zou goed kunnen dat de verdachte deze goederen daar tot zijn beschikking had, maar overtuigend bewijs daarvoor ontbreekt. De verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van het opzettelijk aanwezig hebben c.q. het voorhanden hebben van marihuana en het vuurwapen.
Onderzoek Red Pepper
Op ter terechtzitting getoonde beelden is te zien hoe een grijze auto achter een andere geparkeerde auto halt houdt, en aldus de geparkeerde auto de weg verspert. Een man stapt uit de grijze auto en wandelt naar het rechter voorportier van de geparkeerde auto. Er wordt kennelijk wat gesproken, en opeens worden er tussen de man uit de grijze auto en de bestuurder van de geparkeerde auto over en weer schoten op elkaar gelost.
De bestuurder van de geparkeerde auto heeft verklaard dat hij heeft teruggeschoten na eerst zelf te zijn beschoten. Dit vindt steun in het proces-verbaal van een verbalisant die de camerabeelden heeft bestudeerd.
Twee politieagenten herkennen de verdachte als de schutter uit de grijze auto en dat wordt bevestigd door de bestuurder van de grijze auto die verklaart dat [..] (de eerste twee letters van zijn voornaam en tevens de bijnaam van de verdachte) de schutter was. Het Gerecht stelt vast dat de verdachte de persoon op de beelden is die schoten lost op de bestuurder van de geparkeerde auto.
Door van dichtbij met een vuurwapen gericht op een andere persoon te schieten, probeer je die persoon van het leven te beroven. Dat de verdachte daarbij heeft gehandeld volgens een eerder beraamd plan, en heeft kunnen nadenken over dat tevoren genomen besluit om de bestuurder van de geparkeerde auto van het leven te beroven, is onduidelijk. Mogelijk heeft de verdachte gehandeld in een plotselinge gemoedsopwelling, het korte gesprek dat aan het schietincident is voorafgegaan kan daarop duiden. De slotsom is dat moord niet kan worden bewezen, maar wel een poging doodslag.
Onderzoek Lawa
De verdachte heeft bekend dat hij de overval op de [juwelierszaak] heeft gepleegd. Dit feit zal zonder nadere overwegingen bewezen worden verklaard.
Onderzoek Borniet
De manager en een kassamedewerker van het Princess Casino hebben aangifte gedaan van een gewapende overval op 7 juli 2017. Daarbij is onder bedreiging met vuurwapens ongeveer $ 3000 buitgemaakt, en is een bezoeker beschoten. Op camerabeelden is te zien dat de overvallers met een witte Suzuki Vitara komen aanrijden, een auto die kort daarvoor gestolen was en kort na de overval in beschadigde staat is teruggevonden. Op de handgreep van het bijrijdersportier zijn biologische sporen van de verdachte aangetroffen. Het Gerecht leidt daaruit af dat de verdachte een van de overvallers is geweest. De verdachte heeft dus gebruik gemaakt van deze Suzuki als vluchtauto. Van de auto ontbrak de stuurwielbehuizing waardoor de kabels zichtbaar waren. Het was dan ook duidelijk dat deze auto van diefstal afkomstig was, vooral voor de verdachte die met anderen kortstondig het voertuig als ‘wegwerpartikel’ heeft gebruikt.
In bijlage II heeft het Gerecht de wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
(parketnummer: 100.00341/18 - onderzoek Red Pepper)
1.
Primair
hij op
of omstreeks22 apri1 2017 te Sint Maarten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,opzettelijk
en -al dan niet- met voorbedachten rade[man 1 en/of man 2] van het leven te beroven, met dat opzet
en - al dan niet - na kalm beraad en rustig overleg met zijn mededader, althans alleen,meermalen met een vuurwapen in de richting van die [man 1 en/of man 2] heeft geschoten, zijnde de verdere uitvoering van dat
door hem, verdachte en/of zijn mededadervoorgenomen misdrijf niet voltooid;
2.
hij op
of omstreeks22 april 2017 in Sint Maarten
, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,een
of meervuurwapen
(s)en
/ofmunitie, in de zin van de Vuurwapenverordening voorhanden heeft gehad.
(onderzoek Marmer)
3.
Primair
hij op
of omstreeks5 augustus 2018 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,opzettelijk en
- al dan niet –met voorbedachten rade [SLT] van het leven heeft beroofd, immers
heeft/hebben verdachte en
/ofzijn mededader met dat opzet en
-al dan nietna kalm beraad en rustig overleg, meermalen met een vuurwapen op die [SLT] geschoten, ten gevolge waarvan voornoemde [SLT] is overleden;
4.
hij op
of omstreeks22 april 2017 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen
, althans alleen,een of meer vuurwapen(s)
en/of munitie, in de zin van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad.
(Onderzoek Lawa - parketnummer: 100.00081/19)
hij op
of omstreeks29 juni 2015 te Sint Maarten
, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,in/uit een juwelierszaak, te weten de [juwelierszaak], gelegen aan de [adres], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
hebben/heeft weggenomen:
- sieraden (met een totale inkoopwaarde van ongeveer 227.504,59 US Dollar) (zie pagina's 32 tot en met 43 van het proces-verbaal) toebehorende aan [juwelierszaak] en/of
- een telefoon (merk: Samsung, type: Galaxy Note) toebehorende aan [medewerker 1] en/of
- een telefoon (merk: iPhone), toebehorende aan [medewerker 2] en/of
- een diamanten ring en/of een gouden ring, toebehorende aan [medewerker 2] en/of
- een geldbedrag van ongeveer 160 US Dollar in contanten, toebehorende aan [medewerker 3],
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededaders,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een of meer medewerkers van die [juwelierszaak], namelijk tegen [medewerker 1, 2 en 3]
en/of [medewerker 4],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden,gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf
en/of zijn mededadershetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte:
-
zich als DHL-bezorger heeft voorgedaan waardoor de deur van de Milano Diamond Gallery juwelierszaak voor hem werd geopend en/of
- vervolgensin die juwelierszaak een vuurwapen/een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [medewerker 1, 2, 3 en 4] heeft getoond en
/ofop voornoemde medewerkers van de juwelierszaak heeft gericht en
/of
- voornoemde [medewerker 1, 2 en 3]
en/of [medewerker 4], onder bedreiging van het vuurwapen/het op het vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft bevolen om op de grond te gaan liggen en
/ofop de grond heeft geduwd en
/of
- vervolgens voornoemde medewerkers heeft bevolen te vertellen waar het geld en/of de sieraden en/of de kluizen in de juwelierszaak zich bevonden en
/of
- vervolgens voornoemde [medewerker 1 en 2] heeft meegenomen naar de kluizen in de juwelierszaak en
/of
- de handen/polsen van die [medewerker 1 en 2] bij/aan elkaar op de/hun rug heeft vastgebonden met een of meer riem(en) en
/of
- voornoemde [medewerker 1 en 2] heeft bevolen om een of meer kluizen te openen en
/of
- vervolgens de sieraden uit de kluizen gehaald en deze in een of meer tassen heeft gestopt en
/of
- de voornoemde telefoons en/of voornoemde ringen van [medewerker 1 en 2] heeft gepakt en
/of
- telkens onder bedreiging van een vuurwapen/een op een vuurwapen
gelijkend voorwerp;
(onderzoek Borniet - parketnummer: 100.00074/19)
hij op
of omstreeks7 juli 2017 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen
, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van ongeveer $ 3000,00,
in elk geval enig goed,geheel of ten dele toebehorende aan Princess Casino en/of een of meer klanten van Princess Casino
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [persoon 1] en/of [persoon 2] en/of een of meer klanten en/of medewerkers van dat casino,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ ofgemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestonden uit,
het richten van een vuurwapen op [persoon 1];
het, al dan niet gericht schieten en/ of afvuren van een of meer kogels op [persoon 2];
het dreigend tonen van een of meer vuurwapens aan klanten en/ of medewerkers van voornoemd Casino;
Feit 2
subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 4 juli 2017 tot en met 7 juli 2017 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen een personenauto van het merk en type Suzuki Grand Vitara (kenteken […]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededaders ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist/wisten of begreep/begrepen,
althans redelijkerwijs had/hadden moeten vermoeden,dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;

Strafbaarheid van de feiten en kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in de artikelen:
  • 1:119, 1:123, 2:259, 2:262, 2:288, 2:289, 2:291, en 2:397 van het Wetboek van Strafrecht;
  • 3 en 11 van de Vuurwapenverordening.
De bewezenverklaarde feiten worden als volgt gekwalificeerd:
  • poging doodslag;
  • medeplegen van moord;
  • diefstal met geweld gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken;
  • medeplegen van diefstal in vereniging met geweld gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken;
  • overtreding van artikel 3 van de Vuurwapenverordening, strafbaar gesteld bij artikel 11 van die verordening.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.
Verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.

Oplegging van straf

Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Het Gerecht neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een reeks ernstige en gewelddadige misdrijven. Hij heeft samen met een ander [SLT] het leven benomen, en de naasten van dit slachtoffer enorm veel leed bezorgd. Daarmee heeft hij ook bijgedragen aan de geweldspiraal die nachtelijk Sint Maarten een slechte reputatie bezorgt. Met de schietpartij die hij op de openbare weg in Maho is begonnen heeft hij verschillende nietsvermoedende passanten in gevaar gebracht, die zomaar hadden kunnen worden getroffen door een rondvliegende kogel. En als de kogels die hij daar gericht heeft afgevuurd doel hadden getroffen was daar nog veel persoonlijk leed bijgekomen. De verdachte heeft verschillende gewapende overvallen gepleegd en daarbij angst gezaaid onder de medewerkers van een casino en een juwelierszaak en de uitbaters van deze bedrijven veel schade berokkend. Ten slotte heeft de verdachte gebruik gemaakt van een gestolen auto, deze auto zwaar beschadigd achtergelaten, en zo de eigenaresse van deze auto een flinke schadepost bezorgd. De samenleving moet tegen het gevaarlijke en schadelijke gedrag van deze persoon worden beschermd en dat kan alleen door een gevangenisstraf van zeer lange duur op te leggen.
Van zijn voorarrest heeft de verdachte 4 maanden doorgebracht in een cel op het politiebureau. Een cel op het politiebureau is niet bedoeld voor een langer verblijf. Op het politiebureau wordt er geen dagprogramma aangeboden en zijn er voor de gedetineerden geen recreatiemogelijkheden, verblijft men iedere dag minimaal 23 uur op de cel, en het is er lawaaiig vanwege een naastgelegen drukke weg. Het detentieregime in een huis van bewaring is wel geschikt voor een langer verblijf. De verdachte heeft aanzienlijk langer dan de 10 dagen die het beleid van het Land voorschrijft onder het zware detentieregime van het politiebureau vastgezeten. Daarmee zal rekening worden gehouden bij het bevel als bedoeld in artikel 1:62 van het Wetboek van Strafrecht, door te bepalen dat voor iedere dag die vóór de tenuitvoerlegging van de uitspraak in voorlopige hechtenis onder het detentieregime van het politiebureau is doorgebracht, anderhalve dag in aanmerking wordt genomen.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de
  • onder parketnummer 100.00341/18 als feit 1 primair, en als feit 2, 3 primair, en feit 4; en
  • onder parketnummer 100.00081/19; en
  • onder parketnummer: 100.00074/19 als feit 1, en als feit 2 subsidiair
ten laste gelegde feiten heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
20 jaren;
- beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
- beveelt dat voor de vier maanden die vóór de tenuitvoerlegging van de uitspraak in voorlopige hechtenis onder het detentieregime van het politiebureau is doorgebracht, zes maanden in aanmerking wordt genomen.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. J. Snitker, bijgestaan door mr. L. Klop (zittingsgriffier), en op 5 februari 2020 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht Sint Maarten.
uitspraakgriffier: